Tekstweergave van GA-1919_MB006_00102

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Amsterdam en De Wixt. Inde Brieven van Johan de Witt. dl. I uitgegeven naar het materiaal van Frujn door dr. N. Japikse, komt meer dan eens de verhouding van den raadpensionaris tot Amsterdam naar voren. Die verhouding was inden regel zeer vriend - schappelijk. De Witt huwde in 1655 Wendela Bicker uit het bekende amsterdamsche ge - slacht. Het was inden grond een politiek huwe - lijk, maarde raadpensionaris heeft in Wende - la de vrouw gevonden, die hem een rustig, huiselijk leven en dus ook de eerste voorwaardé voor huiselijk geluk heeft geschonken. Wende - la’s oom, Cornelis de Graeff van Zuidpolsbroek, meermalen burgemeester, had den beheer - schenden invloed inde regeering der stad, het zoogenaamde magnificat. Met hem was en bleef de raadpensionaris steeds op goeden voet, al liet De Graeff met zijn speciaal amsterdamsche inzichten en bedoelingen zich niet geregeld door De Witt leiden. Vooral in de politiek in het noorden gingen de raad - slagen van De Witt en die van Amsterdam soms vrij ver uiteen. De meest geprononceerde vertegenwoordiger der amsterdamsche politiek was de pensionaris der stad, Coenraad van Penningen, die van 1656 tot 1658 tevens ge - zant der republiek in Denemarken was. Van hem zijn een zeer groot aantal brieven in dezen bundel te vinden. Het spreekt van zelf, dat de republiek zeer nauw betrokken was bij het groote conflict over de heerschappij om de Oostzee, dat in 1654 was uitgebroken ; het Was natuurlijk van groot belang voor Nederland, dat Zweden daar niet de overhand kreeg; onze Oostzee-handel was natuurlijk het best gebaat bij een evenwicht van macht in het noorden. Daarom stond de republiek principieel tegen Zweden aan de zijde van Polen, later van Denemarken; tot zoover waren Neder - land en Amsterdam het geheel eens. Maar zij gingen uiteen, zoodra het beginsel in daden van praktische politiek moest worden'omgezet. Dat verschil komt scherp tot uiting in De Witt en Van Beuningen. De raadpensionaris, de man van het voorzichtig beleid, zag klaar de gevaren voor oogen vaneen al te spoedig ingrijpen inde noordsche zaken; hij kon dus moeilijk tot een politiek van daadwerkelijk ingrijpen komen. Van Beuningen daarentegen, de hartstochtelijke man van de forsche daad,’ steeds aan tot krachtig ingrijpen en wist het inderdaad zoover te sturen, dat onze vloot eerst inde poolsche, daarna inde deensche wateren door haar kanonnen mee - sprak in het groote conflict H. B, Melkvoorziening en typhus, Het Leven van 25 November bespreekt de werk - wijze van de gemeentelijke gezondheidsdienst ten opzichte van de melkvoorziening van Amsterdam. Gedachtig aan het „keringen wekken en voorbeelden trekken” geeft het blad allerlei kiekjes over den straatarbeid 1 der keurmeesters, en van de primitieve wijze, : waarop door landelijke gemakhuisjes voor den afvoer van faecalien gezorgd of eigenlijk niet gezorgd wordt in Ilpendam, Middelie en andere dorpen inden naasten omtrek van Amsterdam, van waar melk wordt aangevoerd, J. W. E. Amsterdamsche woorden. Inde Vragen van den Dag van October schrijft J. Wolt - huis over dit onderwerp. Hij heeftdiet over allerlei samenstellingen met polka als polka - hoeden, polka-taartjes en polka-brokken, een soort snoeigoed amsterdamsch voor snoep - goed over droogwater d.i. soda bij de wasch vrouw en in gebruik, over spijkevh alsem, aldus genaamd naar Jan Spijker, inde acht - tiende eeuw aanspreker op de Keizersgracht bij de Vijzelstraat, over schakellijm en flikjes, afkomstig van de amsterdamsche fabrikeurs Adriaan Schakel en Gaspar Flick, over breg - getjes en snethlaagjes, gomballen genaamd naar prof. Frans van der Breggen, hoog - leeraar te Amsterdam (1817 —1843) en be - schuitjes met suiker en anijszaad, ontleend aan zekeren Snethlage. Verder maakt hij gewag van de Nicht van Mees , het uithang - bord vaneen bekende wafelkraam, biesjes - deeg voor speculaas, amsterdamsche korstjes, en nog van heel wat meer woorden, veelal bargoensche, die vaak van hebreeuwschen oorsprong zijn, te veel om hier gememoreerd te worden, De spotnaam koeketers voor Amsterdammers meent schrijver te kunnen terug brengen tot voor 1550, evenals die van menschenvilders; moorddammers daarentegen is jonger (1574). J. W. E. Een arbeidsbeurs INIBI4. Xnö.eAmster - damsche Courant Van 16 Februari 1814 komt de volgende advertentie voor: „C. Schoon, kastelein inde herberg Damzigt op de Groote Vischmarkt No. 1, maakt aan het publiek bekend dat te zijnen huize tot gerief voor ambachtslieden een boek wordt gehouden, waar in ieder ambachtsman, van welke ambacht hij ook zij, zich voor niet kan laten inschrijven, kunnende die genen welke een of meer ambachtslieden benoodigd mogten hebben, zich aan gemeld huis vervoegen, zonder eenige betaling”; Corn. J .G. PERSONALIA L. W. R. Wenckebach. Inde serie „Werkers van onzen tijd” in het weekblad het IHustratie-bedrijj van 7 October, geeft Leo Hagedoorn, een levensschets van Wencke - bach „in zijn atelier te Santpoort”. Opgeleid als tuin-architect was hij kort als zoodanig werkzaam. Eerlang kwam hij onder leiding der schilders Lokhorst en Heemskerck van Beest; twee jaar later 1880 werd hij benoemd 94