Tekstweergave van GA-1919_MB006_00101
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
de
eeuwen
niet
op,
maar
naast
elkaar
ge
-
bouwd
hebben.
Er
zijn
op
den
Dam
een
drietal
gebouwen,
die
dit
zeer
duidelijk
demonstreeren:
de
Nieuwekerk,
het
Koninklijk
Paleis
en
het
postkantoor.
Inde
Nieuwekerk
leeft,
ondanks
de
praalgraven,
nog
de
geest
der
Middeleeuwen,
en
ik
had
er
dezelfde
sensatie
als
in
vele
itali
-
aansebe
kerken
uit
de
zestiende
en
vijftiende
eeuw.
Het
Koninklijk
Paleis
is,
zelfs
in
zijn
tegenwoordigen
staat,
de
zichtbare
belicha
-
ming
der
renaissance,
die
in
wezen
hetzelfde
is,
in
Italië
als
in
Nederland,
Alleen
is
de
nederlandsche
renaissancestijl
weelderiger
en
meer
direct
naar
de
mythologie
gericht,
dan
de
italiaansche.
Wat
mij
in
het
Paleis
het
meest
bekoorde,
waren
niet
de
ontzaglijke
afmetingen
der
zalen
met
haar
prachtige
gobelins
en
zeer
verdienstelijk
schilderwerk,
maarde
kleine,
fijne
sculpturen
in
marmer,
die
in
het
vati
-
caansch
museum,
met
zijn
beroemde
collecties
een
goed
figuur
zouden
maken.
„In
geen
stad
heb
ik
zooveel
vriendelijke
menschen
aangetroffen
als
in
Amsterdam,
waar
bovendien
nagenoeg
ieder
zóóveel
fransch
verstaat,
als
noodig
is,
om
een
vreem
-
deling
terecht
te
wijzen.
Is
dit
nog
een
voort
-
zetting
van
de
traditie
uit
de
zeventiende
eeuw,
toen
Amsterdam
als
eender
meest
francophiele
steden
buiten
Frankrijk
werd
beschouwd
?
„Over
het
algemeen
kon
men
in
Amsterdam
vele,
en
vrij
vlug,
buitenlandsche
bladen
krijgen,
maar
het
viel
mij
op,
dat
de
italiaansche
pers
meestal,
slecht
vertegenwoordigd
was.”
J.
W.
E.
Het
Dominees
briefje
als
maat.
—'
De
100.000
van
1
October
vertelt,
dat
het
vroegere
protestantsche
dominees-briefje
van
Amster
-
dam
veertig
jaar
geleden
bij
P,
Groenendijk
gedrukt,
inde
huisgezinnen
ook
dienst
deed
als
maat,
ten
einde
te
zien
of
pas
geboren
kinderen
de
vereischte
lengte
hadden,
hetgeen
het
geval
was
als
het
kind
tot
een
.daartoe
aangewezen
kerk
reikte
:
het
briefje
was
een
strook
12
cM.
breed
en
55
cM.
hoog.
Bezoekers
van
de
tentoonstelling
onlangs
gehouden
in
het
wijklokaal
van
de
Nieuwezijdskapel
bij
gelegenheid
van
het
veertigjarig
bestaan
van
het
Predikbeurtenblad
hoorde
ik
hetzelfde
tegen
elkaar
zeggen.
Blijkbaar
heeft
men
hier
te
doen
met
een
oud
roomsch
gebruik,
dat
in
weerwil
der
reformatie
in
stand
is
gebleven.
In
zijn
Uit
't
leven
vaneen
leurder
(1915,
30)
vertelt
Jos.
Goudswaard
over
„de
heilige
lengte
van
Chris
-
tus”,
een
sti’ook
papier
van
1,65
Meter
lang,
waarop
gedrukt
staan
litanieën
en
gebeden,
dat
zijn
eigenaar,
zijn
drager
behoedt
voor
alle
kwalen;
die
vrouwen
zonder
smart
doet
baren
en
de
huizen
waarin
ze
zich
bevindt
veilig
maakt
tegen
kwade
geesten,
uitgedrukt
in
deze
woorden
:
„De
zegen
des
Allerhoogsten
van
God
den
Vader,
God
den
zoon
en
God
den
H.
Geest,
gebenedijde
dit
huis,
en
al
wat
daar
binnen
en
buiten
is
;
menschen
en
vee,
alle
eten,
spijs
en
drank
en
wat
daar
dak
-
druppelen
ontvangt,
dat
zij
gebenedijd
en
gezegend
!”
Ik
meen
mij
te
herinneren
ergens
gelezen
te
hebben
wie
kan
mij
helpen
waar
?■—
dat
het
„Corpus
Christi”
eveneens
dienst
deed
als
maat,
wat
in
het
vlaamsch
gebruik,
waarvan
Goudswaard
spreekt,
echter
teloor
is
gegaan.
Dat
er
oorzakelijk
verband
bestaat
tusschen
„de
lengte
van
Christus”
en
het
dominees
-
briefje
ligt
voor
de
hand
en
ik
vestig
daarop
des
te
eerde
aandacht
omdat
eenige
jaren
geleden
pater
Bonaventura
Kruitwagen
O.F.M.
inde
Tijd
van
15
September
1915
gegevens
vroeg
over
deze
„lengte
van
Christus.”
J.
W.
E.
Descartes
te
Amsterdam.
In
zijn
afscheidscollege
van
11
October
sprak
prof.
Cohen
over
het
.verblijf
van
den
grooten
wijs
-
geer
Descartes
in
Holland.
Over
zijn
wonen
in
Amsterdam,
waar
hij
zich
in
October
1629
vestigde,
deelt
prof.
Cohen
een
en
ander
mede.
Ineen
brief
aan
De
Balzac
schrijft
Descartes:
„Welke
plaats
ter
wereld
zou
men
overigens
kunnen
kiezen,
waar
alle
gemakken
van
het
leven
en
alle
eigenaardigheden,
die
men
kan
wenschen,
zoo
gemakkelijk
te
vinden
zijn
als
hier?
In
welk
ander
land
geniet
men
zulk
een
volkomen
vrijheid,
komen
zoo
weinig
ge
-
vallen
van
vergiftiging,
verraad
en
belastering
voor,
en
is
zooveel
overgebleven
van
de
on
-
schuld
van
vroegere
eeuwen?”
Descartes
werkte
te
Amsterdam
aan
zijn
Traité
du
Monde
en
vooral
aan
zijn
Méteores
een
werk
dat
in
1637
te
Leiden
verscheen,
voorafgegaan
door
de
Discours
de
la
Méthode.
Hij
bestudeerde
de
anatomie
der
dieren
om
den
bouw
van
den
mensch
te
leeren
kennen,
vroeg
in
slagerswinkels
kalfsborsten
en
ossen
-
tongen
om
de
geheimenissen
van
den
bloeds
-
omloop
en
het
gezicht
te
bestudeeren.
Descartes
woonde
inde
Kalverstraat
in
het
hotel
de
Oude
Prins
bij
den
Dam.
Later
woonde
hij
dicht
bij
de
Westerkerk,
bij
het
hoofd
vaneen
z.
g.
fransche
school.
Daar
heeft
hij
ongetwijfeld
Helena
Jans
ontmoet,
die
hem
een
dochter
schonk,
Francine,
die
echter
dooreen
ongeluk
te
Amersfoort
om
het
leven
kwam
in
1640.
De
amsterdamsche
Uni
-
versiteit-bibliotheek
bezit
den
eenigen
eigen
-
handig
geschreven
brief
van
Descartes,
waarin
over
Helena
en
Francine
gesproken
wordt.
H.
B.
Hier
is
eene
onjuistheid
ingeslopen.
Descartes
heeft
inde
Kalverstraat
gewoond
ten
huize
vaneen
onbekenden
lakenhandelaar,
en
hij
heeft
ook
gewoond
inde
herberg
de
Oude
Prins,
die
echter
niet
inde
Kalverstraat
stond,
maar
op
den
Dam
inde
huizenrij
tus
-
schen
het
oude
stadhuis
en
den
Nieuwendijk,
welke
ten
behoeve
van
den
bouw
van
het
nieuwe
stadhuis
is
gesloopt.
Joh,
C.
B.
93