Tekstweergave van GA-1919_MB006_00094

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM J. J. la Grue. Bovendien werd op de beide latijnscbe scholen Fransch onderwezen. Ook inde achttiende eeuw gaf in Holland het Fransch den toon aan; het aantal fransche docenten breidde zich dan ook voortdurend uit. Ook te Amsterdam komen verschillende voor, die door dr. Riemens in zijn lijst zijn opgenomen; ook waren er in dien tijd fran - sche scholen voor jonge meisjes. Natuurlijk waren er bovendien tal van gouverneurs en gouvernantes, van -wie uit den aard der zaak inden regel geen gegevens zijn te vinden. H. B. Sterfte. In zijn vier en veertigste hy - giënische brief in het Nieuws van den Dag 30 Aug. Ocht., dit keer over de Geneeskundige praktijk, schrijft prof. Saltet; ~In Amsterdam sterven tegen woord ig 40 pet. van het geheele aantal ineen zieken - huis, tegenover 10 pet. in mijn studententijd”. J- W. E. OUD EN NIEUW UIT AMSTERDAM’S VERLEDEN Nederlandsche Scheepsbouw-Maat - schappij. In 1891 werd de Koninklijke 'Fabriek van Stoom- en andere Werkhtigen, meer bekend als de fabriek van Vander Made, overgenomen door de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmate - rieel (Werkspoor). Het krachtige initiatief van den heer J. T. Cremer, die zich met de heeren jhr. L. P. D. np ten Noort, toen direc - teur van de Stoomvaart Maatschappij Neder - land, en D. Goedkoop Jr., destijds eigenaar van de werf ’t Kromhouten de Hoogte Kadijk, in verbinding stelde, om tot een weder in werking brengen van het scheepsbouwbedrijf op Oostenburg te geraken, deed zich vrij spoe - dig: gelden ; 26 Augustus 1894, 25 jaar geleden, kon de acte van oprichting gepasseerd wor - den en reeds op 29 Augustus 1894 de aan - besteding plaats hebben van de noodige gebomven en werfinrichtingen. Het werfterrein was voor tien jaren van Werkspoor gehuurd, zoodat men op histo - rischen bodem bleef voortarbeiden. De oude hellingen werden eerst verbeterd en later geheel vernieuwd. Toen de koopvaardij - vloot naar steeds grootere schepen bleef omzien, werd het aantal hellingen uitgebreid. Een geheel nieuwe helling werd in 1899 ge - bouwd en in 1905 zoodanig verlengd, dat daarop de grootste schepen, die de Ooster - doksbrug zouden kunnen passeeren, gebouwd konden worden. Op deze helling zijn dan ook de grootste door de Nederlandsche Stoom - boot Maatschappij afgeleverde schepen ge - bouwd, als de Prinses Juliana, de Koningin der Nederlanden, de Prins der Nederlanden, de Jan Pieterszoon Coen en de Johan de Witt. Eender specialiteiten, op welke de onder - neming zich heeft toegelegd, is het bouwen van drijvende droogdokken. Zoowel het Wilhelmina-dok (1897) als het Juliana-dok (1910) zijn van baar afkomstig. Het droogdok van 14000 ton lichtvermogen voor de haven van Soerabaya moest, omdat het de sluis te IJmuiden niet zou kunnen passeeren, ge - bouwd worden op een terrein buiten de Oranje - sluizen te Schellingwoude. Toen het gereed was moest het over de Zuizerzee en door het Marsdiep naar de Noordzee worden ge - sleept. In 1914/15 werd op hetzelfde terrein het Wilhelmina-dok met een lichtvermogen van i3Oootons gebouwd voor Wilton's Scheeps - werf en Machinefabriek te Rotterdam. De lijst van afgeleverde schepen vermeldt thans 151 nummers; daaronder zijn ook eenige tankschepen voor de petroleum-maat - schappijen. De steeds grootere eischen die aan de af - metingen der schepen worden gesteld waren oorzaak, dat, met het oog op het feit, dat de schepen steeds door de Oosterdoks-doorvaart naar buiten moesten worden gebracht, er altijd kunst- en vliegwerk noodig was om dit laatste te doen slagen. In 1913 echter moest er weer gepast en ge - meten worden om door de toen alweer te nauwe ruimte heen te kunnen komen. De Nederland kwam toen met de bestelling van haar Jan Pieterszoon Coen, een mailschip met een breedte van 6o'-4" over de buiten - kantspanten. Het gelukte echter het schip door de brug te brengen, maar verplaatsing naar een ter - rein, waar deze industrie onafhankelijk werd van genoemde doorvaart, was gebiedend noodzakelijk. In 1915 werd een erfpachts - contract gesloten, waarbij aan de Maatschappij ongeveer 15 H.A. grond en 45 H.A. water werden afgestaan op een terrein aan de over - zijde van het IJ en het zij kanaal I met een optie voor een aansluitend terrein van onge - veer gelijke grootte. Op dit terrein zal een geheel modern inge - richte scheepswerf worden gezet, waarop schepen gebouwd kunnen worden tot een maximum lengte van 900 engelsche voet. Er zullen zeven hellingen worden aangelegd, van welke er reeds drie in aanbouw zijn. Eén dezer hellingen is berekend voor schepen tot 450 voet lengte, terwijl op de beide andere schepen kunnen gebouwd worden tot 600 voet lengte en 75 voet breedte. Aldus vertelde, met nog andere bijzonder - heden de N. Rort. Crt. bij gelegenheid van het vijfentwintig-jarig jubileum dezer maat - schappij. J. W. E. Regüi.ierseree- en dwarsstraat. Over deze straten vertelt de heer C. J. Gimpel in het Handelsblad van 8 September. Evenals het Rembrandt- oudtijds Reguliersplein, heeten deze straten naar het Reguliersklooster, dat er oudtijds vlak bij was; zij dateeren van de 86