Tekstweergave van GA-1919_MB006_00093

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Gelegenheid tot uitgaan bestaat des Zondags van 9 —9 uur en verder op Woensdag van ’s namiddags 3J uur tot 9 uur, (des zomers na ’s middags 1 uur), en ’s Zaterdags - namiddags van 2 —6 uur. Inden zomer wordt bovendien nog uitgaan toegestaan des Vrijdagsavonds van 5 tot 9 uur. De invaliden en zwakken mogen ten slotte nog Dinsdags- en Donder - dagsmiddags eenige uren gaan wandelen. Alleen in huis wordt gestichtskleeding gedragen ; voor het uitgaan heeft ieder zijn eigen plunje en bij gebreke daarvan wordt hierin door het gesticht voorzien. Wegens dronkenschap, verstoring der orde enz. moeten wel eens straffen worden toegepast, welke bestaan in het verbod tot uitgaan gedurende zekeren tijd. Verpleegden, die vaste inkomsten bezitten als pensioenen, enz., moeten 2 / s deel daarvan afstaan ten bate van het gesticht; ouderdoms-rentetrekkers dragen dus / 2 per week inde kosten bij en ontvangen zelf / I. De kosten voor de voorziening inde algeheele behoeften vaneen zoo groote be - volking zijn natuurlijk belangrijk. De uitgaven bedroegen in 1900 rond / 76000 maar stegen toen reeds in verband met de vermeerderde bevolking in 1910 tot /130000. In 1915, het jaar waarin de oor - logsduurte nog bijna niet merkbaar was, weder tot / 207000. Over 1918 bedroeg dit cijfer bijna / 410000. De subsidie der gemeente (uitgaven verminderd met de inkomsten) was over dezelfde jaren resp : rond / 62000, / 115000, / 177000 en / 369000. Het personeel aan het huis verbonden, bestaat, dat der ziekenzalen medegerekend, uit 86 personen. J. J. Th. POEDERBACH A’dam, 22 Oct. 1919. LANGS DEN WEG Fransche scholen te Amsterdam. Onlangs promoveerde aan de universiteit van Parijs de heer K. J. Riemens tot doctor in de letteren na verdediging vaneen proefschrift Esquisse historique de l’enseignement du fran - cais en Hollands du X Vl e au XIX e siècle. Daaraan ontleenen wij een en ander over het onderwijs in het Fransch te Amsterdam. Het blijkt, dat in het begin der zestiende eeuw reeds in Amsterdam een school bestond voor leerlingen van iederen leeftijd, waar, behalve lezen, schrijven en rekenen geen Latijn, maar Fransch werd onderwezen, waarin men een soort hoogere burgerschool kan zien. Dat blijkt uit de resolutie van Burgemeesteren van 26 April 1503, waarbij aan Jacob van Schoonhoven van Brugge werd vergund zulk een school te houden; dat recht werd hem voor den tijd van drie jaren gegeven. Den 10 December 1505 werd dat verlof voor nog drie jaren verlengd. De school schijnt even - wel niet te hebben gebloeid. Burgemeesteren besloten althans den 19 April 1509 naar aan - leiding vaneen ingekomen rekest van Jacob van Schoonhoven dezen voor zes jaren na afloop der geldende concessie een monopolie te verleenen; uit de resolutie blijkt, dat ook meisjes les werd gegeven, maar in afzonder - lijke lokalen, en dat de jongens ook onderwijs kregen in „’t gene dat tot coopmanscape dienen mach”. Duidelijk blijkt, dat het hier onderwijs betreft voor jonge koopmanszoons, voor wie de kennis van het Fransch ook van groote beteekenis was in dien tijd. Later vernemen wij niets meer van meester Jacob. In 1533 komt een Philips van Halle als „walsche meester” voor, in 1535 Philips Jansz., blijkbaar dezelfde, misschien de op - volger van meester Jacob. Of hij dezelfde rechten had als deze, blijkt niet. In 1564 verkrijgt Jan Anraedtvan Antwerpen, „school - mester van den walsche spraecke”, het bur - gerrecht, in 1566 Johannes le Penheur uit Rijsel. In dat jaar wordt ook een Jacques Leau uit La Roebelle genoemd. In later tijd, in 1595 woonde te Amsterdam Antonie Smij - ters van Antwerpen, die genoemd wordt „tres - excellent poëte, maistre escrivain, grand arith - meticien et professeur de la langue framjoise a Amsterdam”. Wij kennen uit de zestiende eeuw ook enkele fransche schooldrama's, die in Amsterdam zijn gespeeld. Inde zeventiende eeuw nam het getal fransche scholen in Holland zeer toe; ieder beschaafd man sprak en schreef Fransch. In dat opzicht had de refuge der fransche Pro - testanten nauwelijks invloed; dat was niet meer noodig. Inde zeventiende eeuw komen dan ook te Amsterdam tal van fransche schoolmeesters voor: wij noemen Willem Bartjens, Lieven Willemsz. van Coppenol, den vriend van Rembrandt, Jérémie Quien, 85