Tekstweergave van GA-1919_MB006_00086

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Hij steeg op te 6.25, dreef over het IJ, en daalde te 7.18 inde vlakte van Termiet, tusschen Schouw-Buiksloot. Ditmaal verleende het landvolk goede hulp aan den luchtreiziger, die denzelfden avond naar Amsterdam kon terugkeeren, en zich naar den Schouwburg begaf, waar hij met algemeen gejuich werd be - groet. Later heeft Augustin nog herhaalde malen te Amsterdam „gevlogen”. De luchtreis van Augustin op 3 September 1806 schijnt dus de eerste „vlucht” vaneen mensch boven Amsterdam te zijn geweest. Na een tweede opstijging heeft een dichter (J. B.) dit feit aldus bezongen: Gij hebt. ó wakkere Augustijn! Geen Danshuis, Wafel-, Pofïerkraam, Door ijver tot de kunst gedreeven. Geen Nagthuis kan ons zoo vermaaken, En Reiziger ter Lugt te zijn Met al hun pragt en grooten naam. Ons weer een nieuwe proef gegeeven; Als ’t vliegen over kerk en daken. Daar gij in dezen Kermistijd, Lang leeve dus uwe Eedle kunst, Zijt wederom omhoog gevloogen. Gij doet een ieder van U spreeken, En met Uw 80l de wolken snijdt, Gij hebt den Amstelaar zijn gunst Daar ieder van staat opgetoogen; Die in 't gevaar van d’ hals te breeken, Terwijl dat men, alhier op aard, Zijn medemensch, zoo diverteert, In Schouwburg, Pop- en Beestenspellen, Is waard dat ieder hem moet roemeh. Met springen op de koord en paard, Ja zelfs hem met den naam vereert. Een ieder doet zijn duiten tellen. Hem Ridder van de Lugt te noemen. Het is een gedicht, dat in menig opzicht ook nu nog, in dezen tijd van geperfectioneerde moderne vliegtechniek, actueel mag heeten. D. K. LANGS DEN WEG De Stadsschouwburg. Eén September ■sas het 25 jaar geleden dat de Stadsschouw - burg op het Leidscheplein geopend werd. Inden nacht van 19 op 20 Februari 1890 was het vorige gebouw verbrand. Er kwam toen aan de orde de vraag of van gemeente - wege al dan niet een nieuw gebouw gesticht zou worden. Een voorstel van B. en W. dat, na de stichting van de Stadsschouwburg - maatschappij, waarbij de burgerij een offer bracht van bijna vier maal honderdduizend gulden door deel te nemen ineen leening tegen abnormaal lage rente, terwijl daartegen - over de gemeente slechts een geringe garantie jaarlijks had te geven, mocht niet op alge - meene instemming bogen. Het desbetreffende voorstel, dat, dank zij het krachtig initiatief van mannen als A. C. Wertheim, G. A. baron Tindal en H. J. de Marez Oyens, reeds vrij spoedig na den brand door B. en W. kon worden ingediend, behaalde inden raad de meerderheid van 25 tegen n stemmen. Een der toonaangevende dagbladen meende, dat het aannemen van het voorstel „op de over - eroote meerderheid der burgerij een zeer ongunstigen indruk moest maken”. Van wege dit feit, dat „geheel onnoodig ten minste twintigduizend gulden ’s jaars ter beschikking werden gesteld voor den bouw en de exploi - tatie van den nieuwe schouwburg”. Vooral werd mr. J. N. van Hall aangevallen over zijn ontboezeming, dat men niet mocht na - laten een nieuwen stadsschouwburg te bouwen, aangezien de oude, gedurende een eeuw, was samengegroeid met het amsterdamsche volksleven. Gelukkig heeft de meerderheid van den Raad geen kortzichtigheid getoond en haar r medewerking der Overheid niet onthouden, en het mogelijk gemaakt dat de traditioneele Gijsbreoht- opvoering weer gegeven konden[wor - > den. Nu moge men het betreuren, dat de i schouwburg als een sta-in-den-weg op het Leidscheplein is gekomen, in plaats van daar - ; aan, nu moge op de architectuur misschien veel zijn af te dingen, toch zal ieder moeten erkennen, dat hetgeen in het afgeloopen tijd - perk van vijf en twintig jaren in dien schouw - burg is vertoond, in menig opzicht ten zegen gestrekt heeft voor de ontwikkeling van gansch het volk. : Onafgebroken heeft de Koninklijke Ver - eeniging het Nederlandsch Tooneel den schouw - burg bespeeld. Ook andere gezelschappen hebben er voorstellingen gegeven, waar - onder stellig niet inde laatste plaats genoemd moet worden, wat de Wagner- Vereeniging onder directie wat mr. Henri Viotta er te zien en te hooren gegeven heeft; trouwens zijn mijn inlichtingen juist, dan is de inrichting aan de tooneelruimte indertijd gegeven, mede geweest om een waardige opvoering van Wagner’s muziek-drama’s mogelijk te maken. De Nieuwe-Rotterdamsche Courant van 29 Au - gustus, waaraan deze beschouwingen ont - leend worden, laat niet na dit te accentueeren. „De muziek, schrijft het blad verder, vond er een glanzend onthaal door de Caecilia - concerten, die er tweemaal ’s jaars sedert 1897 onder de leiding van Willem Mengelberg worden gegeven. „Naast de Maatschappij Caecilia, die de verzorging van de weduwen en weezen als materieel doel beoogt, heeft de Maatschappij 78