Tekstweergave van GA-1919_MB006_00082
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
UIT
DE
GESCHIEDENIS
DER
LUCHTVAART
De
nu
alweer
geëindigde
Eerste
Luchtvaart
Tentoonstelling
Amsterdam,
kort
-
weg
genoemd
de
Elta
had
ook
eene
historische
afdeeling.
Die
was
heel
achterin
de
zaal,
als
’t
ware
weggestopt.
Zij
viel
daardoor
niet
bijzonder
op,
en
was
trouwens
ook
niet
heel
uitgebreid,
al
behoorden
er
verschillende
interessante
stukken
toe
zooals
de
prenten
uit
den
tijd
der
fabelen
op
luchtvaartgebied
en
de
portretten
van
de
wetenschappelijke
denkers,
die
later,
inden
loop
der
eeuwen,
de
oplossing
van
het
groote
vraagstuk
zouden
bevorderen.
Maar
wat
hier
te
zien
was,
was
dan
ook
slechts
een
zeer
klein
gedeelte
van
hetgeen
er
hier
te
lande
en
hier
ter
stede
over
de
geschiedenis
van
de
luchtvaart
is
verzameld.
De
hier
uitge
-
stalde
zaken
waren
voornamelijk
het
eigendom
van
den
heer
E.
Fuld,
penning
-
meester
van
de
Elta
en
bibliothecaris
der
Koninklijke
Nederlandsche
Vereeniging
voor
Luchtvaart.
Maar
hij
zelf
heeft,
naar
hij
mij
verzekerde,
nog
véél
meer.
En
daarnaast
bezit
naar
ik
een
dezer
dagen
toevallig
vernam
ook
de
aarts
-
verzamelaar,
de
heer
Hartkamp,
uitgebreide
dossiers
betreffende
de
luchtvaart,
zoodat
er
misschien
wel
reden
zou
zijn
om,
nu
de
luchtvaart
zich
dank
zij
de
Elta
in
zulk
eene
algemeene
populariteit
gaat
verheugen,
eens
eene
aparte
historische
tentoonstelling
hier
ter
stede
te
houden
van
al
wat
de
verschillende
verzamelaars
hierover
hebben
bijeengebracht.
En
in
elk
geval
geeft
die
publieke
belangstelling
mij
de
vrijmoedigheid
om
aan
de
leden
van
Amstelodamum,
dat
zijnde
lezers
van
ons
Maandblad,
iets
mee
te
deelen
uit
de
geschiedenis
van
de
luchtvaart,
en
dan
in
het
bijzonder
van
de
luchtvaart
te
Amsterdam.
Ik
doe
dat
aan
de
hand
vair
een
boekje,
dat
de
heer
Fuld
het
vorige
jaar
heeft
geschreven
*),
en
waarin
hij
den
voornaamsten
inhoud
van
zijne
collectie
heeft
verwerkt.
Uit
dat
boekje,
dan
blijkt
wat
niemand
verwonderen
zal
dat
de
publieke
belangstelling
voor
het
vliegen,
voor
de
luchtvaart,
hier
te
lande
en
hier
ter
stede
niet
van
gisteren
is,
d.
w.
z.
niet
eerst
met
de
Elta
is
gekomen.
Zij
is
al
van
heel
ouden
datum.
Het
eerste
nederlandsche
werk
over
de
Luchtvaart,
dat
de
schrijver
vermeldt
is
De
man
inde
maan
of
Een
Omstandig
Verhaat
vaneen
Seldzame
Reyze
der
-
waarts.
Gedaan
door
Domingo
Gonzales,
De
spoedige
Boode,
waarvan
anno
1700
te
Amsterdam,
bij
Philip
Verbeek,
Boekverkooper
op
de
Haarlemmerdijk
bij
de
Wieringerstraat,
reeds
de
vijfde
druk
verscheen.
Dat
is
een
heel
amusant,,
phantastisch
verhaal.
Gonzales
vertelt
erin
hoe
hij
door
de
scheepsbemanning
wegens
ziekte
op
een
onbewoond
eiland
werd
achtergelaten,
en
hoe
hij
30
a
40
jonge
ganzen
leert
met
een
zekeren
last
te
vliegen,
totdat
zij
in
staat
zijn
en
bekwaam
hem
zelf
in
het
luchtruim
mee
te
voeren!
.
Dan
vermeldt
de
heer
Fuld
kort
het
bekende
Musei
Museorum
(1714)
waar
-
in
D.
Valentini
o.
a.
schrijft:
~So
soll
auch
einmal
ein
Schuster
in
Augspurg
und
ein
anderer
in
dem
Haag
gedogen
haben
.
.
.
.”,
en
iets
langer
staat
hij
stil
bij
de
uitvinding
als
men
haar
zoo
noemen
wil
van
den
vermaarden
Braziliaan
Barthlomeu
Lourenso,
wiens
luchtschip
eveneens
in
het
Musei
Museorum
beschreven
is.
De
ruimte
verbiedt
mij
hierover
uitte
weiden.
Maar
wel
verdient
het
vermelding
dat,
volgens
de
studie
van
Balthasar
Wilhelm
S.
J.
over
den
uitvinder,
deze
kort
na
een
mislukte
proef
(1709)
naar
Holland
trok.
Maar
hier
schijnt
hem
minder
geloof
te
zijn
geschonken
dan
vroeger
in
Portugal
geschied
was;
hij
werd
door
onze
voorvaderen
uitgelachen
en
trok
weer
terug
naar
de
Taag.
Anno
1728
verscheen
te
Leiden
bij
Izaak
Severinus:
Betooging
van
Gods
(*)
Uit
de
eerste
jaren
der
Luchtvaart
in
Nederland,
1700
—1808.
(Niet
inden
handel.)
74