Tekstweergave van GA-1919_MB006_00068

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Amsterdam door de automatische uit de be - gane fout voortvloeiende gedeeltelijke demping van het Oosterdok grootendeels verloren ? „Wordt het niet hoog tijd alarm te slaan tegen de doorzetting van het systeem, dat als sluipmoord tegen de typische schoonheid van Amsterdam kan worden gebrandmerkt ? Het is geen forsche aanval; voetje voor voetje kruipt het kwaad voort. Dan eens hier, dan eens daar worden partieele veranderingen voorgesteld en doorgedreven. Al die schijn - baar onschuldige veranderingen, loopen, samen met de automatische gevolgen, op karakter - loosheid uit. „In plaats van op internationale tentoon - stellingen als lokmiddel een namaaksel van historische stadsbeelden te maken, is het ver - standiger levende schoonheid op eigen bodem niet onnoodig te schenden, doch als psychisch opvoedende factor in het levender bewoners in stand te houden. Dit is geen antiquarisch betoog, doen bet begrijpen van de geestelijke waarde vaneen schoone stad”. Hoewel een desbetreffende voorstel nog niet aanhangig gemaakt was, werd niettemin over de Rokin-demping gesproken inde zitting van den Gemeenteraad van 16 Juli, „Er is gistermiddag, schreef de correspondent van de N. Roti. Crt., in onzen Raad eene korte gedachtenwisseling geweest, naar aanleiding van twee ingêkomen stukken : een adres van de Commissie voor het stadsschoon ten geleide van hare brochure inzake de voorgenomen gedeeltelijke demping van het Rokin en een adres van de vereeniging Hendrick de Keyser om, ook op grond van de door de Commissie voor het stadsschoon aangevoerde «ronden, een eventueel voorstel tot gedeeltelijke dem - ping van het Rokin te verwerpen. De heeren Fabius en Loopuit namen het voor dit bedreig - de .stadsschoon op en wethouder De Vlugt noemde hun optreden in deze wel wat voor - barig, Er is immers nog geen voorstel van B. en W. in het Gemeenteblad verschenen, zeide hij. „Intusschen meenen wij dat beide raadsleden goed hebben gedaan met reeds nu hun stem tegen dit vandalenwerk te*verheffen. De vóór - geschiedenis van deze zaak noopt ons, noopt den Raad, noopt alle vrienden van het stads - schoon, tot voorzichtigheid. Want langzaam maar zeker, haast stelselmatig, is het Rokin inden loop der jaren „rijp” gemaakt voor demping. Men heeft het aan ééne zijde be - snoeid tot het niet meer dan een nauwe grachtje was geworden : men heeft het zóó laten ver - vuilen tot het ineen stinksloot w’as veranderd. Van de schoonheid van die strook water midden inde oude stad ; de levendige, kleurige, schit - terende werking van dien waterspiegel; gevoelt men blijkbaar niets en evenmin voor de histo - rische waarde van deze eigenaardige boomlooze gracht in het hart van oud-Amsterdam, De boulevard-waanzin heeft te Amsterdam nog niet volkomen uitgewoed. Velen meenen nog altijd dat een stad metropolis wordt zoodra ze dooreen of meer z.g.n. „boulevards” door - sneden wordt. Alsof het leergeld dat wij b.v. met den Overtoom betaald hebben (terecht wijst de Commissie voor het stadsschoon hierop) en met den N. Z. Achterburgwal (de tegenwoor - dige Spuistraat) gelijk de heer Fabius be - toogde nog niet duur genoeg is geweest. Men schijnt nog altijd niet te begrijpen dat de schoonheid vaneen stad is haar bijzonder karakteristiek. En men houdt vast aan het standpunt dat waarachtig nu toch eindelijk wel overwonnen mocht worden. Achter den rug van het gebouw Industria de inconse - quentie ligt voor het grijpen zal men een boulevard gaan aanleggen, een boulevard, met natuurlijk een „alderliefst” plantsoentje aan „de stille zijde”, en die aan den Binnen- Amstel doodloopt in het water. Zeer tersnede merkte prof. Fabius op, dat men daar metter - tijd dan wel een hek mag zetten. Men zou, zoo pardoes, van den boulevard in het water kunnen stappen ! „Om deze redenen is het goed geweest dat de beide raadsleden nu re?ds de koe bij de horens hebben gepakt. De ondervinding leert dat het beter is vóór dan achter de feiten aan te loopen. „En nog eens : men kan in deze niet te voor - zichtig zijn !” J. W. E. Het orgel uit Met Paleis voor Volks - vlijt. Amsterdam heeft een kunstwerk van internationale bekendheid verloren, n.l. het orgel in het Paleis voor Volksvlijt. Inder - tijd was, op initiatief van Charles Marie Phil - bert, den kanselier bij het fransche consulaat hier te lande tot stand gekomen een Amsier - damsche Vereeniging ter bevordering van orgel - muziek die een geldleening groot / 50 000 plaatste, uit dat fonds dit concsrtunstrument aankocht uit de fabriek van Cavaillé-Coll te Parijs en het tegen een jaarlijksche aflossing afstond aan het Paleis voor Volksvlijt. Het werd daar opgesteld en 27 October 1875 in ge - bruik genomen, toen Amsterdam’s zeshonderd - jarig bestaan feestelijk herdacht werd. De bedoeling van Philbert was tweeledig. Inde eerste plaats wilde hij propaganda maken voor fransche kunst en fransche orgelmuziek, maar ook wilde hij aan onze inheemsche orgel-industrie metterdaad toonen, wat de toenmalige moderne orgelbouw vermocht in zijn meest geperfectioneerde uiting. De ver - dere geschiedenis van het Paleis is oorzaak geweest, dat van zijn bedoeling niet veel te - recht is gekomen, maar nutteloos is zijn streven toch niet geheel geweest: het Paleis - orgel is immer als een superieur instrument erkend, hoewel de ontwikkeling van ons mu - ziekleven eenerzijds, anderzijds onze econo - mische handelsbetrekkingen met het buiten - land, waardoor ons orgelbouw-wezen hoe 60