Tekstweergave van GA-1919_MB006_00012

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM De Spijskokerij heeft gedurende twaalf weken gewerkt, tot het einde van Maart. Dagelijks 11500 porties soep werden in dien tijd uitgedeeld. Behalve de inde publicatie genoemde kerkgebouwen werden ook de Zuider- en de Noorderkerk en nog vijf andere localen voor de uitdeeling aangewezen. Voor de kosten was ingeschreven tot een bedrag van f 56443:6:8. De inschrijvers hadden het recht om naar verhouding hunner bijdrage, overeen zeker aantal porties ter uit - deeling te beschikken. Velen lieten echter de beschikking aan de Directie over, die de verdeeling regelde in overleg met armbesturen en diaconien. Blijkens een verslag inden Nederlandschen Mercunus van Mei 1801 werden ontvangen door: de Regenten van het O.Z. Huiszittenhuis .... 820 portiën 1 » >. N.Z. .... 2000 .. R.C. Armencomptoir.... 1275 Diaconie der Nederd. Hervormde Gem 2550 Waalsche Gemeente 140 » ~ Doopsgezinde Gemeente .... 30 .. ~ ~ Remonstrantsche Gemeente . . 20 ~ ~ ~ Luthersche Gemeente goo ~ ~ ~ Herstelde Luthersche Gem. . . 43 ~ Aangezien Joden de door Christenen bereide spijzen niet mochten nuttigen, werd aan de Parnassijns der Portugeesch-Israëlietische Gemeente een bedrag van f 350 en aan die der Hoogduitsche Joden een som van f3906 uitgekeerd, ten einde daarvoor soep aan hunne geloofsgenooten te kunnen uitdeelen. Van het bovengenoemde bedrag van ruim f 56000 werd ruim f 34500 gebruikt voor den aankoop van levensmiddelen, terwijl bij de sluiting nog een saldo van f 4100 in kas was. Inde vergadering der Municipaliteit van 22 April 1801 verschenen Jan Ananias Willink en Framjois Hovius om rekening en verantwoording van het beheer der commissie af te leggen. Bij monde van den voorzitter, N. van Blijen - burgh, werd hun den hartelijken dank der vergadering gebracht, terwijl aan de commissie werd vergund het haar toegewezen pakhuis op de Brouwersgracht tot berging der gereedschappen voorloopig te blijven gebruiken. Den 2den October 1801 zeide de Munipaliteit opnieuw hare medewerking toe voor een volgende winteruitdeeling. Deze heeft gedurende vijftien weken gewerkt en in het geheel bijna 790000 portiën uitgedeeld. 9 April 1802 dienden Willink en Hovius opnieuw hun verslag bij de Muni - cipaliteit in, en verklaarden tevens dat zij besloten hadden, nu de vrede van Amiens, betere tijden deed hopen, voor het vervolg hunne taak neder te leggen, „laatende aan de plaatshebbende Armbesturen en weldaadige Inrichtingen de beöordeeling over. of en in hoeverre, de door ons beproefde bereiding en uit - deeling van gereedgemaakte Spijze, naarvolging en, boven andere wijzen van uitdeelingen, de voorkeur verdiene”. Inden laatsten winter had onafhankelijk van deze commissie, eene andere commissie, zonder steun der Stad, voor hetzelfde doel gearbeid. De heeren W. A. Ockerse, C. Covens en J. Konijnenburg hadden inde Haarlemmer Houttuinen eene spijskokerij opgericht, die van half November 1801 tot half April 1802 drie malen per week telkens 800 portiën spijs uitdeelde. Daaruit is voortgekomen de Inrichting tot spijs- en turfuitdeeling: Aan de Weldadigheid gewijd, wier „Soeploods” op de Heerenmarkt de meesten onzer lezers nog gekend hebben. Joh. C . B . i Het staat er niet uitdrukkelijk bij, doch bedoeld moet zijn: gemiddeld, persdag. 4