Tekstweergave van GA-1919_MB006_00011

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM „4° eene geschikte Bergplaats voor de aan te koopen Eetwaaren en brandstoffen : „5° vrijheid om op de Stads Drukkerij de noodige Bekendmaakingen en andere Papieren deeze Inrichting betreffende te laten drukken; „6° indien zulks noodig mogt zijnde hulp der Wijkmeesteren, tot het rond - brengen der berichten en terughaaien der Inteekeningsbilletten; „7° de nodige assistentie ter bewaring der goede Orde, zoo bij de uitdeeling der Lootjes als der Soupe zelve.” Voorts verzochten adressanten, dat de Re - genten der beide Huiszitten huizen zouden worden gemachtigd om tegen betaling het benoodigde brood (later kwam hier ook de turf bij) te verschaffen. Overeenkomstig het besluit van den vorigen dag werd al het gevraagde zonder bezwaar toegestaan. De Commissie was inmiddels met ijver aan den arbeid getogen, eenerzijds om de noodige geldmiddelen te bekomen, anderzijds om de zaak te organiseeren. Van den Agent voor de Marine verkreeg zij een groot aantal koperen ketels, terwijl de stad elf stookplaatsen en een pakhuis be - schikbaar stelde. De Commandeur der Kweekschool voor de Zeevaart, J. L. Meiners, benevens een tiental koopvaardij-kapiteins boden zich aan om het toezicht op de geëmploieerden (in elke stookplaats waren drie of vier mannen werk - zaam) en op de uitdeelingen te houden. Zoo kon op 8 Januari 1801 met de uit - deeling een begin worden gemaakt. Dat werd door het Gemeentebestuur den volke kond gedaan in eene notificatie, die als kenschetsend voor den tijdgeest hier in haar geheel een plaats moge vinden. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. Notificatie De Municipaliteit van Amsterdam, met het uiterste genoegen vernomen hebbende, dat die - zelfde liefdaadigheid, welke Amsterdams Ingezetenen, wanneer het de verzachting van het ramp - spoedig lot hunner behoeftige Natuurgenooten gold, bij voordduuring, hebben aan den dag ge - legd, ook wederom nu, niettegenstaande de drukkende tijdsomstandigheeden, op nieuw heeft uitgeblonken, daar de Inschrijving tot het aanschaffen van gezonde en voedzaame Spijze aan Be - hoeftigen, in zo eene ruime maate heeft plaats gehad, dat, welke billijke verwachting men ook van de bekende mildaadigheid van deze Gemeente heeft gehad, echter die Inschrijving, de verwachting verre overtroffen heeft: Notificeert bij deze, dat zij door de Directie tot uitdeeling van Spijze aan Behoeftigen, onder - richt is geworden dat de uitdeeling dier Spijze op Donderdag aanstaande, den Bsten dezer maand, inde Oude, Wester en Eilands Kerken, eenen aan vang neemen zal. Vermaanende dienvolgens de Municipaliteit voornoemd, allen de geenen, welken in het geval zullen zijn, om van dezelve uitdeeling gebruik te maaken, om zich, in allen opzichte, geduurende die en de volgende uitdeelingen, als stille, vreedzaame en der liefdaadigheid van hunne Stad - genooten waardige Ingezetenen te gedragen, en, wel verre van met woorden of daaden, die geenen, welken aldaar, tot instandhouding der goede orde, door de Policie, als ook tot bereiding en uit - deeling der Spijze, door de voormelde Directie zullen zijn gesteld, kwalijk te bejegenen, d ezel ven veeleer met alle welwillendheid, bescheidenheid en ondergeschiktheid voor te komen, en hun ook, zo veel mogelijk in alles, door het stil en stiptelijk naarkomen der beraamde en vastgestelde schikkingen, behulpzaam te zijn, ten einde zich ook daardoor de milddaadigheid hunner Stad - genooten waardig te maaken, terwijl dezen, aangemoedigd door den goeden uitslag hunner tegen - woordige poogingen, alzo zullen worden uitegelokt, om hunne behoeftige Natuurgenooten ook, in het vervolg, meer en meer, met derzelver weldaadigheid, te ondersteunen’; Waarschuwende de Municipaliteit wijders eenen iegelijk, om zich te onthouden, van die geenen, welke van de bedoelde uitdeeling gebruik zullen maaken, wegens deze, hun in geenen deeleont - ëerende daad, te beschimpen of bespotten, en alzo aan den goeden uitslag van de edelste bedoe - lingen, hinderlijk te zijn ; als zullende de zodanigen, die zich onverhoopt, daaraan mogten schul - dig maaken, aan zich zelven te wijten hebben, de onaangename gevolgen, welke uit dit hun on - behoorlijk gedrag/ voor hen zullen voordvloeijen. Gearresteerd en Gepubliceerd den sden Januari 1801, het zevende jaar der Bataafsche Vrijheid. D. LUBLINK, vt. Ter ordonnantie van de Municipaliteit voorr, F. J. PELLETIER. Te Amsterdam, ter Stads-drukkerij ; en te bekomen bij W. Wijnands, achter de Beurs. 3