Tekstweergave van GA-1918_MB005_00100

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM e ene beschrijving vaneen amsterdamsche Sint Nicolaasmarkt uit de vijftiende eeuw. Daarin vertelt hij o.a. : Tusschen de Waag en de Vischmarkt, van het Damrak tot het Rokin, staan de koekkramen ineen dubbele rij, en een stroom van poorters en poorteressen golft er vroolijk tusschen door. En bijna geen kraam, of gij ziet er een goede petemoei of een rijke bestemoêr voor staan, die uitzoekt, proeft en haar korfje volpakt met „St. Nicolaescoeck , „amandelbroot”, „honinctaert” en „masse - peyn”. En daar, langs de huizen tusschen den Middeldam en ’t Roóleeuwssteegje, staan de kruiwagens, waar de minder-man ook voor zijn kroost de noodige „slickerdemickj es” op - doet, Aan vroolijke zingende kinderen geen gebrek. In troepen trekken ze rond met papieren vaantjes, waarop gekleurde af - beeldingen van Sinterklaas geplakt zijn, die ze bij den hondenslager van de Oudekerk gekocht hebben. En ook de schippers en varens - gasten van het „Dammerack” en brugghe” en de „burchwall op tije” wdllen hun deel aan het feest niet missen ; maar nu zitten ze inde bierkroeg. Eerst later komen ze op de proppen om Dam en Kalverstraat van hun zeemansliedjes te doen weergalmen. Meen niet, dat de vroolijkheid vóór midder - nacht eindigt - integendeel, zij duurt den gahschen nacht. Als gij, deftig burger, reeds lang onder de dekens ligt, dan hoort ge nog daar buiten de lustige feestvierders met tamboerijnen en trommelen voorbij gaan, en ze zullen u den slaap wel uit de oogen houden. Het jonge volk wil zijn Sint Nicolaas alle eer geven, die hem toekomt. En daar de bisschep den ganschen nacht van schoorsteen tot schoor - steen rijdt, willen zij hem den moeilijken tocht met muziek wel vervroolijken, W. H. M. Martin Berden. Het eerste nederlandschk stereos - coopplaatje. In 1843 werd door Brewster het instrument geconstrueerd, sedert circa 1850 algemeen bekend als stereoscoop. Reeds in 1844 werd de fotografie te hulp geroepen om stereoscoop-prentjes te maken. Het duurde veertien jaar eer zulks ook in Nederland ge - schiedde. Nu zestig jaar geleden, tegen Sint Nicolaas 1858, verzond de haarlemsche uitgever A. C. Kruseman een nieuwen jaargang van zijn Praktische volks-almanak „met photographisclx stereoskopische plaat”. „De uitgever van dit boekje, schreef de haarlemsche physicus W. M. Logeman, besloot korten tijd na.het verschij - nen der reisbeschrijving van prof. Piazzi Smyth en het daarop gevolgde Stereoscopic magazine, om, vóór dat dit nog in andere landen was nagevolgd, in ons land een photographie - druk te doen verschijnen, en wel om dadelijk met het moeijelijkste, met eene stereoskopische figuur te beginnen. Hij vond spoedig inden heer P. Oosterhuis te Amsterdam een man. die geschikt en bereid was om dezen arbeid aan te vatten, om dit genoegzaam braakliggend veld te ontginnen, en die de moeijelijkheden en opofferingen, aan zulk eene eerste schrede verbonden, wel met hen deelen wilde. De keuze van het voorwerp, dat hij afbeelden wilde, v erd hem vrijgelaten ; hij nam wat aan zijn kunstenaarsgevoel het teekenachtigst, het dankbaarst voorkwam, en wat hij tegelijk niet ver behoefde te zoeken, en zoo komt bet, dat een gedeelte van het hoofdplein der hoofdstad afgebeeld is als titelvignet voor dezen almanak’ ’. Inderdaad staat tegenover de titelbladzijde een zeer verbleekte „stereographie of dubbel - photographie” van hetMonument op den Dam, Naatje zaliger, toen onlangs dóór Koning Willem 111 onthuld en aan het Gemeente - bestuur ovérgedragen, met de Algemeene post-onderneming, het Wapen van Medemblïk en de Bisschap op den achtergrond. J. W. E. Het nieuwste boek van Gimpel. „Goede wijn behoeft geen krans” en zoo zou ik kunnen volstaan met de simpele mededeeling, dat er bij J. M. Meulenhoff te Amsterdam in kloek quarto-formaat verschenen is een boek over Amsterdam oud en nieuw, stemmingen en studies door Corri. J. Gimpel, geïllustreerd naar teekeningen van H. Heuff. De schrijver, die als behéerder van de gemeente-atlas op het stedelijk archief in bijzonderheden op de hoogte is van de oude- en nieuwe topografie van onze stad en geeft allerlei aesthetische, historische bijzonderheden over de 92 plaat - sen door Heuff en anderen in beeld gebracht, over het oude en nieuwe profiel d.i. gezichten langs en op het IJ, over het open havenfront en zijn toegangen, over de oude hoofdstraten Kalverstraat, Nieuwendijk, Haarlemmer - straat en -dijk, Warmoesstraat, Zeedijk, Joden - breestraat, Leidschestraat en Utrechtsche - straat over grachtimpressies en grachtsil - houetten, over de Jordaan waaruit blijkt dat Gimpel niet medegaat met de naamver - klaring door dr. Beets onlangs in ons Jaarboek gegeven over de pleinen en over allerlei dat hij samenvat onderden titel „Verscholen Amsterdam” : gangen en steegjes alshet Hemel - rijk, de Zwarte Bijlsteeg, het Hol, Uilenburg enz. „Zoo is er nog veel, o heel veel dat Am - sterdam, zelfs aan eigen stadgenooten, zoo zij maar niet stelselmatig immer denzelfden weg van buis naar kantoor wandelen (als zij al -wandelen en niet trammen !) merkwaar - digs biedt, wanneer zij slechts de moeite willen doen het op te zoeken”. Ineen voor - woord schrijft de heer R. W. P. de Vries, de uitnemende"kenner van amsterdamsche pren - ten en boeken, een en ander wat vroegere ge - slachten op dit gebied hebben gedaan; Bast, Claes Jansz. Visscher, Commelin, Dapper, Doroselaer en Von Zesen inde zeven - tiende, De Lafeuille en Wagenaar inde acht tiende, Vander Vijver en Ter Gouw inde 92