Tekstweergave van GA-1918_MB005_00097
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
MEDEDEELINGEN
VAN
HET
BESTUUR
NIEUWE
LEDEN
Sinds
de
vorige
opgave
zijn
tot
het
Genootschap
toegetreden
als
donateurs
de
heeren
C.
W.
Crone,
D.
Kappelle
en
P.
W.
Sluyterman
van
Loo,
en
als
gewone
leden
de
heeren
dr.
L.
P.
Ie
Cosquino
de
Bussv,
C.
J.
H.
Wieling,
C.
J.
J.
Winterink
en
H.
J.
de
Wit.
DE
FEESTELIJKE
STEMMING
NA
DE
RESTAURATIE
VAN
1787
Nu,
na
jaren
van
spanning,
de
wapenstilstand
tusschen
de
oorlogvoerende
mogend
-
heden
gesloten
werd
en
de
vrede
in
het
zicht
kwam,
en
daarna,
na
een
week
van
onrust,
het
revolutiespook
smadelijk
versmolt,
heeft
het
Nederlandsche
volk
en
heeft
ook
Amsterdam
terecht
feest
gevierd.
De
dagen
van
dankbare
vreugde,
die
achter
ons
liggen,
zullen
voor
ieder,
die
er
in
medeleefde,
onvergefelijk
blijven.
Eene
betooging,
zooals
die
op
Zaterdag
23
November
door
Amstels
straten
trok,
is
wellicht
eenig
in
de
geschiedenis
onzer
stad.
Onwillekeurig
gingen,
bij
het
zien
voorbijtrekken
van
dezen,
voor
een
groot
deel
uit
arbeiders
bestaanden,
schier
eindeloozen
stoet,
mijne
gedachten
terug
tot
een
tijd,
die
meer
dan
eene
eeuw
achter
ons
ligt,
toen
de
burgerij
ook
een
schaar
van
werklieden
door
de
stad
zag
trekken
;
ik
dacht
aan
de
Bijltjes
van
de
„Eilanden”,
die
na
de
Restauratie
van
1787
in
Amsterdam
de
eerste
rol
speelden
bij
het
feestbetoon.
Het
jaar
1787
is
het
crisisjaar
geweest
inden
strijd
tusschen
Patriotten
en
Prins
-
gezinden.
Gewapend
stonden
de
partijen
tegenover
elkander
;
steeds
driester
trad
al
wat
patriottisch
dacht
tegen
den
uit
Holland
verdreven
Stadhouder
en
zijn
aan
-
hang
op,
totdat
de
beleediging,
prinses
Wilhelmina
in
het
laatst
van
Juni
bij
de
Goejanverwellesluis
aangedaan,
aanleiding
gaf
tot
het
ingrijpen
van
den
Kóning
van
Pruisen.
Toen
viel
ineen
ommezien
de
beslissing.
Reeds
den
aosten
September
was
de
Prins
in
Den
Haag
terug
en
kon
hij,
uitbundig
toegejuicht
door
het
jubelende
volk,den
verbluften
Raadpensionaris
toevoegen;
„dat
is
nu
de
volksstem,
mijnheer
Van
Bleiswijk!”
Ook
Amsterdam
had
in
1787
veelbewogen
dagen
doorgemaakt.
In
het
laatst
van
Mei
was
het
tot
een
formeelen
burgeroorlog
inde
stad
gekomen
;
een
groot
aantal
huizen
enkele
van
Patriotten,
maar
verreweg
de
meeste
van
Prinsgezinden
was
geplunderd
;
Kattenburg
was
door
de
Patriotten
belegerd,
beschoten
en
ver
-
meesterd
;
de
Oranjegezinde
burgemeesters
Beels
en
Dedel
waren
afgezet,
evenals
de
Schout
en
een
aantal
leden
der
Vroedschap,
en
op
informeele
wijze
door
Patriotten
vervangen.
Een
college
van
burgergeconstitueerden
trachtte
zijn
wil
aan
den
Raad
op
te
leggen.
Patriottische
burgerwachten
bewaarden
de
rust
en
hielden
het
„Oranje
-
vee”in
toom.
En
toen
bekend
werd,
dat
pruisische
troepen
het
land
binnenrukten,
besloot
men
tot
eene
krachtige
verdediging,
daarbij
inde
eerste
plaats
rekenend
op
fransche
hulp.
Werkelijk
kon
men
een
paar
dagen
de
Pruisen
tegenhouden,
doch
toen
alle
voorposten
in
hunne
handen
waren
gevallen
en
van
fransche
zijde
duidelijk
was
uitgesproken,
dat
op
geen
tusschenkomst
te
rekenen
viel,
besloot
de
Regeering
op
3
October
zich
niet
langer
te
verzetten
en
zich
weder
bij
het
overige
deel
van
Holland
aan
te
sluiten.
Na
eenige
onderhandelingen
gaf
de
stad
zich
op
den
loden
October
aan
den
opperbevelhebber
van
het
pruisische
leger,
den
Hertog
van
Bruns
-
wijk,
over
:
tot
de
voorwaarden
van
het
verdrag
behoorde,
dat
de
Pruisen
de
Leidsche
poort
zouden
bezetten,
doch
overigens
buiten
de
stad
blijven.
Onder
algemeen
ge
-
juich
werd
nu
den
uden
October
van
de
pui
van
het
stadhuis
de
reeds
drie
weken
vroeger
uitgevaardigde
publicatie
van
de
Staten
van
Holland
afgekondigd,
waarbij
89