Tekstweergave van GA-1918_MB005_00089

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR BEZOEK AAN HET R.C. MAAGDENHUIS Het Bestuur bericht dat eene verandering noodig is geworden inden datum van het bezoek aan het R.C. Maagdenhuis, zoodat dit niet op den gden November e.k. zal worden gebracht. Tengevolge van de groote belangstelling die er onder de leden van het Genootschap voor de bezichtiging dezer stichting bleek te bestaan was het onmogelijk alle bezoekers op één dag te ontvangen. Dank zij de bijzondere welwil - lendheid van H.H. Regenten en Mevrouwde Moeder der stichting kan de bezichtiging thans geschieden in vier groepen, en wel achtereenvolgens op Woensdag 6, 13, 20 en 27 November, telkens te 2 ure des namiddags. De bewijzen van toegang zijn aan de aanvragers verzonden. NIEUWE LEDEN Sinds de vorige opgave zijn tot het Genootschap toegetreden : als donateurs: de heeren J. C. van de Blocquery en A. van der Pot, en als gewone leden; mej. A. M. C. Kienhuizen en de heeren mr. L. del Baere, H. J. W. Becht Jr., jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn, ir. A. Boeken, W. A. L. Domis, prof. dr. A. Goslinga, P. N. Höweler en F. C. J. Los. HET ROOMSCH-KATHOLIEKE MAAGDENHUIS .Onder de weinige katholieke stichtingen, die te Amsterdam nog dagteekenen van vóór 1578, het jaar der overgang van de stad tot de nieuwe religie, bekleedt het Maag - denhuis een bijzondere plaats, omdat het oorspronkelijk geheel gesticht is uit parti - culiere fondsen van de katholieke familiën Spieghel en Foppens. Omstreeks 1573 schonken Mary Laurens Spieghel, de zuster van den beroemden dichter-humanist Hendrik Laurens Spieghel, en Aeltgen Pieter Foppens, de eerste / 100, de laatste / s°. jaarlijks ten behoeve van het „Arme Meyskenshuys”, en in hetzelfde jaar ver - maakte Laurens Pietersz Spieghel, de vader van Mary en van den dichter, eveneens / 50 aan deze stichting, die evenwel reeds vóór 1570 door de beide vrouwen ineen huis op den Dam, later bewoond door Jacob Bontenos, begonnen was. In 1578 of 1579 sloten de zusters van het S. Margaretha-Convent inde Nes, die uit hun kloos - ter verdreven waren, een overeenkomst met Aeltgen Foppens en Jan Loeff, als „besorghers van de arme meyskens”, waarbij het gebouw aan laatstgenoemden verhuurd werd door de verdreven zusters om door de weesmeisjes betrokken te wor - den. Maar toen het Margaretha-klooster in 1585 door de stedelijke regeering werd be - naderd, gingen de weesjes over naar het huis van Jan Deyman op den N.Z. Voorburg - wal bij de Lijnbaansteeg, waar zij verbleven tot 1629, toen op het Spui een nieuw gebouwd gesticht voor haar werd geopend, ongeveer ter plaatse van het tegenwoordi - ge, dat in 1783 —1787 werd opgetrokken volgens de plannen van den stadsbouw - meester A. van der Hart. Gedurende den bouw werden de weesmeisjes tijdelijk ondergebracht in het pas verlaten Spinhuis op den O.Z. Achterburgwal bij de Spin - huissteeg, dat vervangen was door het Werkhuis, eveneens een bouwwerk van Van der Hart. In September 1787 kwamen zij voorgoed in het tegenwoordige gebouw. Het werd geheel bekostigd uit giften van particulieren en uiteen inzameling bij de katholieken, die gezamenlijk / 230.000 opbrachten. De bouwkosten bedroegen f 3 2 6-000. Opmerkelijk is het, dat Amsterdam in staat van beleg verkeerde, toen het gesticht werd geopend, wegens den inval der Pruisische legers onder den Hertog van Brunswijk naar aanleiding van de beleediging der gemalin van den Stadhouder Wil - lem V, Wilhelmina van Pruisen, aangedaan bij de Goejanverwellesluis. 81