Tekstweergave van GA-1918_MB005_00081

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR BEZOEK AAN HET ROOMSCH-KATHOLIEK MAAGDENHUIS Door de welwillendheid van H. H. Regenten van het Roomsch-Katholiek Maagdenhuis is het Bestuur in slaat gesteld den leden van het Genootschap met hunne dames gelegenheid te geven tot bezichtiging van deze zeer oude en belangwekkende stichting. Het bezoek is bepaald op Zaterdag 9 November. leder lid kan hoogstens twee dames introduceeren. Leden, die aan dat bezoek wenschen deel te nemen, wordt verzocht daarvan vóór 15 Octoher e. k. mededeeling te doen aan den secretaris dr. Joh. C. Breen, Keizersgracht 18, met opgave van het getal toegangsbewijzen, dat door hen wordt verlangd. NIEUWE LEDEN Sinds de vorige opgave is als donatrice tot het Genootschap toegetreden: Mevr. Th. van Duyl —Schwartze. EENE CRISIS OP DE AMSTERDAMSCHE EFFECTENBEURS VOOR HONDERD JAREN In het laatst van 1818 werd de amsterdamsche beurs in beroering gebracht dooreen plotselinge crisis, die een oogenblik voor den geheelen nederlandschen handel het ergste heeft doen vreezen. In October van dat jaar had het congres te Aken plaats gevonden, waarop het fransche koninkrijk weder in het europeesch concert der groote mogendheden was opgenomen en waar de door Frankrijk nog te betalen oorlogsschatting was bepaald op een bedrag van tweehonderd vijf en zestig millioen francs. Van deze som zouden honderd millioen voldaan worden in inschrijvingen op het grootboek der fransche publieke schuld, terwijl de overige honderd vijf en zestig millioen in negen maandelijksche termijnen, te beginnen met den 6den Januari 1819, zouden worden af betaald door middel van wisselbrieven op de huizen Hope & Co. en Gebr. Baring & Co., af te geven door de fransche schatkist op het tijdstip van de algeheele ontruiming van het grondgebied van Frankrijk door de geallieerden, dat op 30 November was gesteld. De fransche regeering moest dus leeningen sluiten, die door de bankiers Baring en Hope aan markt werden gebracht. Eene plotselinge daling der fransche fondsen was het gevolg. Inde Amsterdamsche Courant van Dinsdag 10 November, die Maandagavond verscheen, vindt men een berichtje uit Parijs van den 4den November, dat' aldus luidt: De groote geld-contrakten, die met den aftogt der vreemde troepen uit Frankrijk in verband staan, hebben, hoe voordeelig ook op den duur voor de natie en de schatkist, naar het schijnt eene kortstondige schaarschte aan gereed geld veroorzaakt, en. eene daling der fondsenten gevolge gehad. De bank heeft hare esconteringen eerst beperkt en vervolgens gestaakt. Natuurlijk heeft zulks veel beweging onder de geldhandelaren teweeg gebragt. De Moniteur behelst, ter geruststelling, her volgend artikel; „Gewaagde speculatiën hebben onrust op de beurs verwekt. De meening van eenige geldspelers had, om zoo te spreken, alle onze hoop en verwachtingen bij de ontruiming van ons grondgebied geësconteerd. Ongelukken konden het gevolg dier berekeningen zijn. Het kwaad is hersteld, de rente moet onmisbaar haren natuurlijken koers hernemen ; zij rust op onwrikbare grondslagen. Te midden dezer soort van crisis is 'het crediet der Koninklijke Schatkist onaangetast gebleven ; de bons der dienst-kas staan pari o hooger dan het beste handelspapier, namelijk 5 op 3 maanden en 5J op zes. De betalingen ge - schieden met de gewone regelmatigheid. Alle deze beweging zal niets anders achterlaten, dan eene nuttige les voor de spelers”. De Amsterdamsche Courant van 13 November bevatte opnieuw eene officieele geruststelling, inden vorm vaneen artikel uit den Moniteur van 7 November, 73