Tekstweergave van GA-1918_MB005_00077
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
platen
en
teekeningen
met
betrekking
tot
de
grachten
en
verdwenen
grachten
te
Amster
-
dam,
welke
in
het
stedelijk
Museum
is
ge
-
houden.
De
heer
Visser
noemt
het
een
bij
uitstek
goede
gedachte
van
den
gemeente
-
archivaris
dat
hij
tot
het
houden
van
deze
tentoonstellinkjes
besloot,
omdat
hij
daarin
een
middel
ziet
om
belangstelling
te
wekken
èn
voor
den
rij
leen
voorraad,
welken
de
historisch-topographische
atlas
van
onze
stad
bevat,
èn
voor
het
schoon
van
de
stad
zelf.
Een
woord
van
lof
verkrijgt
ook
de
conser
-
vator
van
den
historisch-topografischen
atlas,
de
heer
Gimpel,
die
ook
de
beide
vorige
ten
-
toonstellingen,
de
Geschiedenis
van
den
Dam
en
Langs
den
buitensingel
organiseerde,
vooral
om
de
wijze
waarop
hij
zich
in
het
geëxpo
-
seerde
wist
te
beperken
en
daardoor
het
ge
-
heel
aan
overzichtelijkheid
deed
winnen.
Na
een
korte
vermelding
van
het
voor
-
naamste
w
7
at
er
te
zien
is,
schrijft
de
heer
Visser;
„Hoe
vreemd,
we
merkten
het
reeds
op
bij
het
gedempte
Damrak,
staan
de
smalle
huizen
aan
de
thans
te
breede
straat!
Niet
gaarne
echter
zouden
wede
meening
onderschrijven,
welke
meermalen
wordt
gehuldigd,
als
zoude
de
oude
ontwerpers
bij
het
bepalen
van
de
afmetingen
der
te
bouwen
huizen,
rekening
hebben
gehouden
met
de
afmetingen
van
straat
of
gracht:
De
geheel
verschillende
hoogten
van
huizen
aan
eenzelfde
straat
of
gracht
gelegen
zijn
daar
o.i,
evenveel
bewijzen
tegen.
De
harmonie,
welke
desondanks
ont
-
stond,
is
veeleer
een
gevolg
van
het
eenvoudig
voldoen
aan
de
behoefte
van
hen,
welke
het
huis
deden
bouwen.
En
aan
de
breedere
straten
en
grachten
woonden
stadgenooten
met
meerdere
behoeften
dan
aan
de
smallere,
vandaar,
dat
er
eene
evenredigheid
tusschen
straatbreedte
en
huishoogte
bestond.
„De
rijke
kooplieden
deden
hunne
huizen
bouwen
zoo
hoog
en
zoo
groot
zij
deze
noodig
hadden,
langs
grachten
in
ruime
mate
vol
-
doende
aan
daaraan
te
stellen
eischen.
Wij
meenen
dat
daardoor
de
voorname
evenredig
-
heid
ontstond
waarvan
onze
grachten
nog
op
zoo
menig
punt
getuigen.”
D.
S.
Grachtenschoon
noemt
Corn.
J.
G.
een
artikel
in
Buiten
van
29
Juni,
waarin
hij
aan
de
hand
van
oude
prenten
en
teekeningen
uit
de
atlas
van
het
gemeente-archief
metterdaad
laat
zien
dat
Amsterdam
meer
nog
dan
eenige
andere
hollandsche
stad
daaraan
te
-
trekkelijk
rijk
is.
Onherstelbare
verliezen
zijn
geleden
de
keienwoestijn
van
den
Nieuwe
-
zijds
Voorburgwal,
de
Martelaarsgracht,
niet
te
vergeten
het
Damrak
van
Dam
tot
Oude
-
brug
•
maarde
Reguliersgracht
is
behouden,
„een
verrassend
schoon
stadsgezicht
is
geble
-
ven
en
behoeft
niet
meer,
als
zooveel
andere
dingen
van
stadsschoon,
alleen
gekend
te
worden
uit
afbeeldingen.
Demp
niet,
maar
als
de
eischen
van
het
verkeer
het
werkelijk
eischen,
verbreedt
dan
een
parallel-weg;
het
voorbeeld
van
de
Vijzelstraat
is
een
oplos
-
sing
inde
goede
richting;
de
grachten
met
hun
boomen
blijven
dan
gespaard.
Wat
een
gracht
zonder
boomen
beteekent,
dat
leeren
ons
b.v,
een
Looiersgracht,
een
zoo
goed
als
boomloos
Rokin
en
een
Heerengracht
bij
de
bocht,
kort
na
den
aanleg.
Voor
misschien
een
tiental
jaren
zijn
op
datzelfde
grachtge
-
deelte
de
kankerig
geworden
oude
iepen
ver
-
vangen
door
jonge
teere
iepenstammetjes,
zeer
tot
verlichting
van
de
grachtbewoners
onge
-
twijfeld,
maar
toen
niet
tot
verfraaiing
van
den
stadswal.
Wie
daar
evenwel
thans
pas
-
seert,
bemerkt
niets
van
het
verschil
tusschen
dit
gedeelte
gracht
en
andere
zwaarbeboomde
stadsgedeelten.
lets
dergelijks
is
het
geval
met
een
stuk
aan
den
Nieuwezijds
Voorburg
-
wal,
nog
wel
de
vroegere
Boommarkt:
in
1905
werden
hier
de
hooge
oude
boomen
wegens
hun
wrakheid
geveld,
de
tegenwoor
-
dige
doen
niet
’t
minst
vermoeden
dat
er
slechts
een
tijdvak
van
dertien
jaren
ligt
tusschen
deze
en
de
tijdelijk
boomlooze
Boom
-
markt”.
J.
W.
E.
Het
huis
van
Potgieter.
Wij
lezen
in
het
Makelaars-weekblad
:
„Maandag
9
September
a.s
zal
het
huis
van
Potgieter
in
veiling
komen,
Wanneer
wij
zeggen
„het
huis
van
Potgieter”,
dan
bedoe
-
len
wij
daarmede
het
perceel
aan
de
Lelie
-
gracht,
dat
door
den
bekenden
hollandscben
dichter
de
laatste
twintig
jaren
zijns
levens
is
bewoond
geweest
en
waar
hij
ook
is
over
-
leden,
in
Februari
1875.
Want
Potgieter
heeft
op
meerdere
plaatsen
in
Amsterdam
gewoond
o.a.
aan
de
Keizersgracht
308
bij
de
Beeren
-
straat,
doch
in
het
huis
aan
de
Leliegracht
heeft
hij
gewoond
inde
jaren,
dat
hij
in
zijn
groote
kracht
was.
Inden
gevel
van
zijn
sterfhuis
werd
in
Januari
1879
een
gedenk
-
steen
geplaatst
met
het
opschrift;
„E.
J.
„Potgieter
woonde
in
dit
huis
van
1
Mei
1855
„tot
zijnen
sterfdag
op
3
Februari
1875”.
„Het
perceel
is
echter
niet
geheel
in
den
-
zelfden
toestand
gebleven;
de
heer
Gautzsch
heeft
het
in
1881
doen
verbouwen
naar
de
plannen
van
den
architect
J.
W.
Meijer
en
dein
1879
aangebrachte
gedenksteen
is
bij
die
verbouwing
onbruikbaar
geworden.
Toen
is
echter
aan
vrienden
en
vereerders
van
Pot
-
gieter
toegestaan
diens
borstbeeld
inden
gevel
te
plaatsen,
dat
zich
nog
steeds
daar
bevindt.
„De
levensgroote
witmarmeren
buste,
rus
-
tende
op
een
voetstuk
gevormd
door
boeken,
is
het
werk
van
den
beeldhouwer
H.
A.
Teixeira
de
Mattos.
Ze
werd
in
bet
ver
-
bouwde
huis
geplaats
op
6
Mei
1882,
tevens
werd
toen
een
nieuwe
gedenkplaat
aange
-
bracht.
69