Tekstweergave van GA-1918_MB005_00069
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Niessius,
Eyckelsbeecq,
een
verwerij,
achter
-
huis
en
erf,
genaamd
de
Jodenhal
met
den
hout
-
wal
daarvoor,
gelegen
op
de
Nieuwe
Hout
-
gracht
over
Vloonburg
(thans
Waterlooplein)
voor
/
8000.
Daarop
bouwden
zij
in
1657
de
suikerbakker!],
die
in
1658
gereed
was.
„
Het
is
het
gebouw,
welks
gevel,
vermoedelijk
nagenoeg
geheel
inden
oorspronkelijken
toe
-
stand
nog
thans
te
zien
is
op
het
Waterloo
-
plein
nr.
11
met
het
woonhuis
daarnaast
nr.
13,
waarin
zich
een
gevelsteen
bevindt
met
het
hebreeuwsche
opschrift
waarvan
de
ver
-
taling
luidt:
„Ik
stel
mij
God
steeds
voor
oogen”.
Daaronder
het
jaartal
5422
=
1661.
„Ineen
aanteekening,
voorkomende
in
het
archief
derPortugeesche
Israëlietische
gemeente
te
Amsterdam,
vindt
men
van
de
broeders
De
Pereira
melding
gemaakt
als
personen
van
grooten
invloed
en
rijke
kooplieden,
aan
de
beurs
van
beteekenis.
Isaac
de
Pereira,
eerst
kortelings
uit
Spanje
hierheen
gekomen,
stichtte
in
vereeniging
met
zijn
broeder
Abraham
te
Amsterdam
in
het
jaar
5404
=
1644
een
academie
tot
wetsbeoefening,
waar
-
van
hij
als
hoofd
benoemde
den
opperrabbijn
Menasseh
Ben
Israël,
den
persoon,
die
later
de
vestiging
der
Joden
in
Engeland
bewerkt
heeft.
Aan
Isaac
de
Pereira,
die
door
deze
be
-
noeming
wist
te
verhinderen,
dat
Menasseh
aan
zijn
voornemen,
om
naar
Brazilië
te
ver
-
trekken
gevolg
gaf,
waardoor
hij
voor
het
europeesche
Jodendom
behouden
bleef,
achten
de
Israëlieten
zich
derhalve
thans
nog
ver
-
plicht,
en
te
dezer
zaken
werd
aan
hem
een
gedicht
gewijd
door
Jona
Abrabanel.
Abra
-
ham
de
Pereira
was
eender
Parnassijns
der
gemeente
onder
wien
de
plannen
gemaakt
zijn
voor
den
bouw
der
nieuwe
portugeesche
syna
-
goge,
die
in
1675
voltooid
was.
„Hebben
de
Pereira’s
dus
aandeel
gehad
inde
vestiging
en
uitbreiding
dezer
industrie
in
Amsterdam,
langen
tijd
hebben
zij
de
exploitatie
daarvan
niet
in
handen
gehouden,
want
reeds
in
1664
verkochten
zij
de
gezamenlijke
ge
-
bouwen
voor
ƒ42
000
en
de
gereedschappen
voor
/
3500
aan
Jan
Dericx,
ook
wel
genaamd
Diercquens,
een
zeer
vermogend
koopman,
afkomstig
uit
Middelburg,
waar
hij
ook
een
raffinaderij
bezat,
genaamd
de
Rosbeyer
op
de
Haringplaats,
alsmede
te
Vlissingen,
ge
-
naamd
de
Wijnburgh
op
de
Wijnbergsche
Kaay.
De
raffinaderij
te
Amsterdam,
die
door
en
naar
den
vroegeren
eigenaar
Diercquens
Paradijs
gedoopt
was,
werd
in
1817
in
pu
-
blieke
veiling
verkocht”.
J.
W.
E.
Stadsschoon.
De
Commissie
voor
het
Stadsschoon
te
Amsterdam
verzond
haar
rijk
geïllustreerd
jaarverslag
over
igiöemgij.
Het
doel
dier
commissie
is
bekend;
zij
tracht
door
minnelijk
overleg
het
bouwen
van
lee
-
lijke
huizen
te
voorkomen
en
wandaden
op
het
gebied
van
stadsschoon
te
verhinderen.
In
veel
gevallen
gelukte
haar
dit
in
beide
verslagjaren;
met
instemming
maakt
zij
ge
-
wag
van
haar
bemoeiingen
in
zake
de
per
-
ceelen
Sint-Nicolaasstraat
5,
Reguliersbree
-
straat
39,
Nieuwe
Heerengracht
7,
Geldersche
kade
65,
Leidschestraat
hoek
Keizersgracht
598,
Rozengracht
n,
Egelantiersstraat
140;
elders
bereikte
zij
weinig
of
hoegenaamd
geen
resultaat:
Korte
Dijkstraat
2,
Korte
Prinsen
-
gracht
38,
Spuistraat
334
hoek
Heisteeg,
Korte
Korsjespoortsteeg
9.
Het
verslag
merkt
daarbij
op
(blz.
34)
hoe
dooreen
opzettelijk
onjuist
geteekende
opmeting
de
aanvrager,
die
de
slooping
vaneen
perceel
beoogt,
vaak
den
indruk
wil
geven,
dat
wat
hij
gaat
sloo
-
pen
niet
belangrijk
en
dus
het
sloopen
er
vaneen
onbeteekenend
feit
is.
Over
het
veel
-
besproken,
thans
gesloopte
perceel
Keizers
-
gracht
198
en
Westermarkt,
zegt
het
verslag:
„Zoo
staat
alweder
een
belangrijk
stadsbeeld
op
’t
puntte
worden
geschonden.
Ware
er
een
monumentenwet,
dan
zou
zulk
een
huis
behouden
zijn
gebleven”.
J.
W.
E
De
e.k.
kerk
het
Duifje.
Op
blz,
51
van
Amstelodamum
vraagt
D.
K.:
„Waar
is
de
kerk
het
Duifje?”
en
hij
meent,
dat
deze
verdwenen
is
uit
de
Kalverstraat.
De
kerk
het
Duifje
staat
echter
nog
veilig
en
wel
op
de
Prinsengracht
over
het
Amstelveld,
maar
het
Boompje
is
inde
Kalverstraat
afgebroken.
Vreemd,
dat
die
roomsche
kerken
steeds
ver
-
ward
worden!
J.
F.
M.
Sterck.
Een
verdwaalde
amsterdamsche
gevel
-
steen.
De
Bergensche
Badbode
van
13
Juli
j.l.
bericht:
„Naast
de
boerderij
Zuilenhof
staat
een
koetshuis
waarin
een
fraai
bewerkte
gedenk
-
steen
is
aangebracht,
waarop
de
woorden
gebeiteld
staan:
„De
Oude
Schans”.
„Een
wandelaar,
die
hier
dikwijls
voorbij
komt
en
wiens
aandacht
op
dezen
gedenksteen
was
gevallen,
vroeg
ons
naar
de
herkomst
en
de
beteekenis
der
woorden.
„Wij
wendden
ons
om
inlichtingen
tot
den
eigenaar,
den
heer
Maschmeijer
alhier,
die
zoo
vriendelijk
was
het
volgende
te
melden:
„Wat
den
in
mijn
wagenhuis
geplaatsten
„steen
Inden
ouden
Schans
aangaat,
kan
ik
„U
niet
veel
mededeelen.
„Jaren
geleden
kocht
ik
te
Amsterdam
aan
„de
Bloemgracht
een
groot
perceel,
waarin
„vele
jaren
eene
houtkooperij
van
fijne
hout
-
poorten
gevestigd
was.
Bij
de
verbouwing
„vond
ik
dien
steen
en
liet
deze
naar
mijn
„huis
brengen.
„Daar
heeft
hij
meerdere
jaren
op
den
„zolder
gelegen
en
toen
ik
in
Bergen
mijn
„wagenhuis
verplaatste
dat
oorspronkelijk
in
„den
tuin
van
Zuilenhof
stond,
heb
ik
den
„steen
naar
Bergen
gestuurd
en
hem
in
het
„geveltje
een
plaats
gegeven”.
Weet
iemand
dezen
verdwaalden
steen
terecht
te
brengen
?
F.
R.
61