Tekstweergave van GA-1918_MB005_00064
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
richt.
In
1850
trad
de
periode
in,
dat
groote
bankinstellingen
werden
opgericht,
veelal
door
het
buitenland.
Naast
de
reeds
vroeger
be
-
staande
Associatie-kas
en
de
Ontvang-
en
betaalkas
kwam
in
1853
te
Amsterdam
de
Credietvereeniging
tot
stand
en
de
snelle
ont
-
wikkeling
van
dit
bedrijf
bewijst,
dat
de
nieuwe
industrie-
en
handelstijd
behoefte
had
aan
dergelijke
instellingen,
welke
dan
ook
spoedig
werden
gevolgd
door
anderen
o.
a.
de
Gelder
-
sche
Credietvereeniging.
Ook
verdient
aandacht
de
ontwikkeling
van
het
huidige
bankwezen
met
name
de
uitbreiding
van
de
Amsterdam
-
sche,
Twentsche
en
de
Rotterdamsche
Banken
en
hunne
gesten
ten
aanzien
van
het
buiten
-
land.”
J.
W.
E.
Jantje.
„Zeer
ergerlijk
vonden
wij
in
-
dertijd
de
bekende
plaat
inde
Groene
Am
-
sterdammer.
Ook
de
krabbeltjes
van
F.
Hess
(Jantje’s
dagboek)
in
datzelfde
weekblad
strekte
om
deze
onware
voorstelling
levendig
te
houden”.
De
pseudoniem
van
Jantje,
den
teekenaar
in
het
weekblad
de
Amsterdammer
(Van
Holkema
&
Warendorf),
wordt
met
deze
woorden
opgelost
in
het
hoofdartikel
in
het
Nieuws
van
den
Dag
van
21
Juni,
Ochtendblad.
J.
W.
E.
PERSONALIA
H.
L.
Berckenhoff
f.
—
OpdenzdenMei
j.l.
is
te’s-Gravenhage
overleden,
68
jaar
oud,
de
bekende
dagbladschrij
ver
H.
L.
Berckenhoff,
die
gedurende
meer
dan
een
kwart
eeuw
redacteur-correspondent
te
Amsterdam
van
de
Nieuwe
Rotterdamsche
Courant
is
geweest.
Met
zeldzaam
talent
heeft
hij,
25
jaar
lang,
zijne
lezers
men
mag
wel
schrijven:
het
geheele
land
en
daarvan
de
meestgezag
-
hebbende
kringen
ingelicht
omtrent
het
rijk
geschakeerde
leven
van
de
Hoofdstad
des
Bands.
Hoe
goed
kende
hij
Amsterdam
en
het
amsterdamsche
volk;
hoe
uitnemend
was
hij
thuis
in
hare
geschiedenis;
hoe
ver
-
eerde
hij
haar
dichter
Vondel;
hoe
ontvan
-
kelijk
was
zijn
gemoed
voor
de
schoonheid
van
ons
Noordsch
Venetië,
en
hoe
kon
hij
toornen
tegen
de
stedenschenners
van
later
I
Hoe
heeft
hij
gestreden
voor
de
belangen
van
de
Hoofdstad,
bijv.
voor
eene
betere
regeling
van
de
verhouding
tusschen
de
financiën
van
Rijk
en
Gemeente;
en
hoe
groot
is
zijn
aan
-
deel
geweest
in
het
kunstleven
van
de
Hoofd
-
stad
gedurende
25
jaar.
Hoevelen
heeft
hij,
als
criticus,
opgevoed
inde
schoonheid!
Tot
schier
alle
faculteit
van
het
menschelijk
denken
scheen
zijn
fijne,
rustelooze
geest
zich
aan
-
getrokken
te
gevoelen.
Hij
schreef
met
dezelfde
meesterschap
over
de
vraagstukken
van
den
dag,
in
het
bijzonder
over
de
gemeente-poli
-
tiek,
als
over
kunst.
In
schouwburg
en
con
-
certzaal,
op
schilderij
eu-tentoonstellingen
of
bij
den
kunsthandel,
was
de
kleine,
grijze.
eenvoudige
man
een
even
goede
bekende
als
op
het
Prinsenhof.
En
bij
wist
voor
alles
een
schoonen,
litterairen
vorm
te
vinden.
Voor
-
naam
was
iedere
pennestreek
van
hem.
Ja,
vooral
aan
de
kunst
had
hij
zijn
hart
verpand.
Dat
was
eene
liefde
ouder
dan
die
voor
de
journalistiek.
Zij
zat
hem
als’t
ware
in
het
bloed.
En
daarom
heeft
hij
met
zoo
veel
hartstocht
voor
die
kunst
gestreden.
Vaak
met
succes!
Als
de
kunst
van
de
Marissen
in
later
j
aren
bewonderd
is,
dan
komt
voor
een
niet
gering
deel
de
eer
daarvan
aan
hem
toe.
Hij
verkende
die
nieuwe,
toen
nog
ongewone
schoonheid,
lang
vóórdat
zij
gemeengoed
was
geworden.
En
als
het
Concertgebouw
in
dien
moeilijken
tijd,
kort
na
de
opening,
toen
het
nog
veel
ruggesteun
noodig
had,
niet
bezwe
-
ken
is,
en
nu
een
wèl-gegrondvest
kunst
-
instituut
is
geworden,
dan
is
dit
alweer
voor
een
groot
deel
aan
hem
te
danken.
Vraag
Willem
Kes
maar
eens.
Met
Berckenhoff
is
een
journalistieke
kro
-
niekschrijver
par
excellence
van
de
Hoofdstad
heengegaan.
Daarom
mocht,
naar
het
oordeel
van
de
redactie,
ook
in
dit,
ons
Maandblad,
een
„In
memoriam”
niet
achterwege
blijven.
D.K.
VRAGENBUS
(Antwoorden
in
te
leveren
Heerengracht
58
)
VRAGEN
Pierement
van
de
Blauwe.
Eenige
jaren
geleden
verscheen
ineen
serie
prent
-
briefkaarten
Moment-opnamen
uit
het
amster
-
damsche
straatleven
onder
no.
8
een
draaiorgel
ineen
Jordaanstraat:
een
aantal
kinderen
dansen
op
de
tonen
der
muziek
en
het
onder
-
schrift
luidt:
„Bal
champêtre
(het
pierement
van
de
Blauwe)”.Wat
beteekenen
die
woorden
:
„het
pierement
van
de
Blauwe
?"
J.
W.
E.
Opschriften
bij
den
Baarsjesweg.
In
mijn
jonge
jaren
stonden
er
aan
den
Baarsjes
-
weg
twee
herbergen
met
een
bord
en
een
vers.
Het
eene
luidde
(onder
een
molen)
Deze
molen
kan
niet
malen.
Wie
hier
wil
drinken
moet
betalen
;
Wie
hier
wil
borgen,
Wachte
tot
morgen.
’t
Is
vandaag
een
dag,
Dat
ik
niet
borgen
mag.
’t
Andere
eindigde
met
Geef
ik
les
in
het
baarzen
vangen.
Hoe
was
het
begin
?
Wie
der
lezers
kent
het
en
wil
het
mededeelen
?
Een
eindje
landwaarts
was
een
hoveniers
-
woning.
Ook
daar
stond
een
versje
boven
den
toegang,
een
hek.
Dat
begon,
geloof
ik
Al
maakt
een....
niet
rijk
Ja
maar
hoe
was
het
ook
al
weer
?
Wie
weet
het
?
E.
Slijper.
56