Tekstweergave van GA-1918_JB016_00223
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Heeft
Scorel
de
Eva
dus
naar
hetzelfde
model
geschilderd
als
de
Magdalena,
dat
zijn
kunstenaarsoog
blijkbaar
sterk
boeide,
de
binnenzijden
van
de
deuren
geven
niet
den
indruk
van
zijn
hand
te
zijn,
maar
alleen
onder
zijn
invloed
te
zijn
uitgevoerd.
Een
aan
de
binnenzijde
van
elk
van
deze
beide
luiken
zeer
nauw
verwante
voorstelling
vertoonen
de
keerzijden
van
twee
portretten
door
Scorel,
in
het
Aartsbisschoppelijk
Museum
te
Utrecht,
die
blijkbaar
zijn
over*
gebleven
vaneen
grooten
triptiek;
namelijk
een
Verrijzenis
(evenals
op
de
rechterdeur
van
den
Begijnhoftriptiek),
en
een
kruisdragende
Christus
(in
veel
opzichten
herinnerend
aan
de
linkerdeur).
x
)
Deze
overeenkomst
wijst
op
het
atelier
van
Scorel
ook
voor
de
binnenpaneelen
van
den
Begijnhoftriptiek.
Mijn
meening
samenvattend,
neem
ik
dus
aan
dat
deze
een
studie*ontwerp
is
voor
het
groote
hoofdaltaarstuk
inde
OudesKerk,
van
welk
ontwerp
hel
middenpaneel
onder
Scorels
medewerking
in
zijn
atelier
is
uitgevoerd,
en
de
zijdeuren
naar
zijn
teekening
dooreen
zijner
leerlingen
zijn
vervaardigd;
doch
waarvan
de
buitenzijden
der
deuren,
met
Adam
en
Eva,
zeker
van
’s
meesters
hand
zijn.
Toch
is
Scorels
studie
nooit
geheel
uitgevoerd.
Dit
blijkt
uit
de
beschrijving,
die
Van
Mander
geeft
van
het
Hoogaltaarstuk;
~T’Amsterdam
inde
oude
Kerck
waren
van
hem
(dat
is
van
Heemskerk)
twee
dubbel
deuren,
inwendig
Passy*stucken
en
de
Verrysenis,
van
buyten
coperich
uyt
den
ghelen,
een
werck,
dat
seer
ghepresen
was.
De
binnen
Tafel
was
een
Crucifix
van
Schoorel”.
(Fol.
164,
Schilderboeck,
1618).
Dat
niet
de
deuren
door
Scorel
zijn
uitgevoerd,
maar
alleen
het
middenstuk,
volgt
ook
uit
de
Memorie
van
Kerkmeesters
der
Oude
Kerk,
door
De
Roever
medegedeeld
in
Oud=Holland,
1885,
blz.
280.
Deze
moesten,
volgens
een
koninklijk
placaat
van
14
November
1533,
hun
inkomen
opgeven,
om
daarnaar
hun
aandeel
ineen
„mulcte”
of
belasting
te
berekenen
om
de
Turken
te
bestrijd
den.
Pas
omstreeks
1540
verklaren
zij
in
dit
stuk:
„En
hebben
noch
te
maecken
sekere
deuren
an
hoechoutaer
om
te
schilderen
en
een
nyen
orghel
ter
eeren
Goets...
al
’t
welck
wel
kosten
sal
omtrent
2430
Car.
Gld”.
Hiermede
wilden
zij
duidelijk
maken,
geen
groote
som
voor
de
Turkenbestrijding
te
kunnen
bijdragen,
Ook
Commelin,
„Amsterdam”,
vermeldt,
dat
de
twee
binnendeuren
van
het
hoogaltaar
in
1537
door
Maarten
van
Heemskerk
geschilderd
zijn;
welk
jaar
Tentoongesteld
te
Utrecht,
1913.
185