Tekstweergave van GA-1918_JB016_00074
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
in
witte
perken
zijn
verdeeld
geweest,
ongeveer
zooals
Rapenburg,
Marken
en
Vloonburg
op
de
latere
plaat.
De
palen
in
het
IJ
zullen
zich
oostelijk
hebben
omgebogen
bij
Montelbaan,
met
aansluiting
aan
de
palen
inde
toen
nieuwe
singelgracht
(de
Oude
Schans),
en
aan
den
Kadijk
daar
buiten.
Het
zeevlak
zal
er
eenigszins
anders
uitgezien
hebben
dan
later;
andere
schepen
en
minder
in
aantal
immers
een
vignet
nam
heel
wat
ruimte
in,
en
links
zien
we
nog
dat
grootere
weggeradeerde
schip
—;
ook
andere
vlaggen
rechts
zien
we
bij
de
palen
een
vlag
met
drie
kruisen,
die
nog
dooreen
latere
vlag
heen
te
onderscheiden
is.
Kleine
wijzigingen
bij
Kampersteiger
en
Haringpakkerij
zijn
nog
zichtbaar,
maar
waarin
ze
bestaan
hebben
is
niet
te
gissen.
Eindelijk
heeft
inden
rechterbovenhoek,
waar
nu
het
voor
de
ruimte
te
groote
vignet
met
de
legende
staat,
het
wapen
van
Holland
gestaan,
als
tegenhanger
van
dat
van
Amsterdam
aan
den
linkerkant.
OVERZICHT
VAN
HET
LEVENSWERK
VAN
DEN
KUNSTENAAR.
Met
het
nieuw
gewonnen
inzicht
inde
geschiedenis
van
de
afbeelding
van
Amsterdam
krijgen
we
ook
een
vollediger
kijk
op
het
leven
en
de
werkzaams
heid
van
den
kunstenaar.
Zijne
gedateerde
werken
en
de
weinige
uit
archief*
stukken
gepubliceerde
gegevens
lagen
alle
tusschen
de
jaren
1596
en
1603.
Nu
weten
we
dat
hij
reeds
vóór
1590
te
Amsterdam
aan
het
werk
geweest
is;
hij
moet
daar
zelfs
verscheidene
jaren
verblijf
gehouden
hebben.
En
daar
hij
uit
Antwerpen
afkomstig
is,
zooals
op
den
plattegrond
van
Emden
staat,
en
ook
in
zijn
Leidsche
trouwakte,
ligt
de
veronderstelling
voor
de
hand,
dat
hij
als
zoo
velen
na
de
inneming
van
zijn
geboortestad
door
Parma,
om
het
geloof
is
uitgeweken
en
een
toevlucht
in
Amsterdam
gevonden
heeft.
Daar
kwam
hij
dan
juist
toen
de
groote
aanleg
van
den
nieuwen
vestingwal,
die
zulk
een
belangrijke
vergrooting
van
de
stad
zou
brengen,
in
vollen
gang
was.
Hij
maakte
natuurlijk
kennis
met
de
houtsneekaart
door
Cornelisz
Anthonisz,
die
te
voren
een
trouw
beeld
gaf
van
de
stad,
maar
nu
bij
den
nieuwen
toestand
niet
meer
paste.
En
zoo
was
het
natuurlijk
dat
het
plan
bij
hem
opkwam,
zelf
voor
het
nieuw
aanbrekende
tijdvak
een
soortgelijke
afbeelding
te
geven.
Omstreeks
1589
was
de
vergrooting
van
de
stad
geheel
tot
stand
gekomen;
de
vestingwal
was
klaar,
en
de
daardoor
ingesloten
nieuwe
terreinen
waren
36