Tekstweergave van GA-1918_JB016_00064

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
over den Amslel tot de Fortificatie aende Nieuwe syde geleyt, te verheden”. Wij zien dat hetgeen bij de Raden als hoofdmotief voorop gesteld was, de dringende behoefte aan ruimte voor scheepswerven en wat scheepvaart en handel verder eischten, bij de Staten niet eens genoemd werd. Daarentegen kwam een geheel andere overweging op den voorgrond, waarvan bij de vroeds schap niet gerept was, namelijk de gebrekkige staat van den vestingwal aan de oostzijde van de stad. Zoo wisten de Burgemeesteren overal die argumenten te kiezen, die de meeste kans hadden, bij de hoorders indruk te maken. Hoe zou nu dat uitgestrekte stuk grond en water, dat door de uitvoering van het plan binnen den wal zou komen, ingedeeld worden? Ook daarop waren Burgemeesteren bedacht. „Op den naestlesten Meye anno 1592” droegen zij aan de 36 Raden voor „seeckere minute by Mr. Wilhelm Baerdesen burgers meester geconcipieert opt verdeden van de werven, wateren ende anders vant nyeuwe innegehaelde parck by Monckelbaen buyten Sint Anthoenis poorte, luydende deselve minute soe hyer nae volcht Doude vesten van Monckelbaen wijdt 250 voeten den opslach tot Deventer hout . 100 daeraen een straet van 20 daeraen huysen van 50 ~ daeraen een tweede straet van gelijcke 20 daeraen timmerwerven van 150 ~ daeraen het middelste water in breete 350 ~ daerop timmerwerven in gelijcke diepte van 150 daeraen een straet van 20 ~ een regel huysen van 50 ~ daer achter aen een straet van 20 ~ daeraen een houtcade van 100 ~ tderde water ofte graft van 220 ~ daeraen een houtkae van 100 daeraen een straet van 20 ~ daeraen wooningen diep 50 ~ 1670 voeten rest noch tot lijnbaenen boven de barmt van den wal 94 voeten 26