Tekstweergave van GA-1918_JB016_00063

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
destineren tot braeuwerffven ende andere scheepsneringhe, dat die onder die conditiën van dat zy daertoe subiect zullen blyven, overgedaen zullen worden. Ende alzoe men een merckelicke somme van penningen tot opmaeckinge van tvoorsz. fort noodich zall hebben ende myne heren nyet raetsaem en vijnden enighe penninghen uyt de burgerie tot opmaecken van de voorsz. fortificatie te collecteren, es geresolveert dat m.h. de Burgermeesteren zullen verwerffven octroye omme dese stadt te mogen beswaren met losrenten tegens den penn. ses ende op twe lijffven tegens den penning acht” tot een hoofdsom van 40.000 gulden. In dit uitvoerige besluit zien we een veel grooter en beter opgezet plan dan in dat vaneen jaar vroeger. Alles is nu wel overwogen en behoorlijk ont* worpen, en het is ook in der daad dit plan dat vervolgens uitgevoerd is, en als de vergroeiing van 1593 bekend is. Het ligt hier in zijn geheel reeds voor ons, met de regels voor de onteigening van de erven, met de maatregelen om de noodige penningen voor de uit* voering te krijgen, en zeer spoedig na het besluit is ook het octrooi, dat Burgemeesteren op zich namen te verwerven, werkelijk verkregen. Het is reeds op 8 Maart 1591 verleend door de Staten van Holland; men vindt het afge* drukt inde Handvesten op blz. 4. Wat den inhoud betreft, herhaalt het stuk de omschrijving die we inde resolutie vonden, vrij nauwkeurig, maar merk* waardig is de afwijking inde overwegingen: „Also Burgermeesteren ende Raden der Stadt Amstelredamme Ons vertoont hebben, dat niet tegenstaende syluyden ende hare Voorsaten in Officio veel arbeyts, moeytcn ende kosten inden voorleden Jaren aenghewent hebben omme met voorgaende Octroy ende advijs van eenige Architecten ofte Ingenieurs de voornoemde Stadt sulcx te fortifieren dat sy in tyde van noodeden ghemeenen Vaderlande ten besten, der Vyanden gewelt met Godes hulpe souden mogen wederstaen, syluyden sedert een Jaer herwaerts ooghenschijnlijck bevonden hebben, groot gebreck inde voorsz. Fortificatie, ende de selfde sulcx aen d’een syde verhonghert te sijne, dat de voorsz. Stadt daer door soude moghen vallen in groote inconvenienten ende perijckelen, ten ware in tijts daer inne voorsien worde. Sulcx dat Burgermeesteren ende 36 Raden der selver Stede tot meermalen daer op gelet ende gedelibereert hebbende, eyntlijck geresolveert waren tvoorsz. defect eerstdaeghs te doen suppleren ende de voorsz. Fortificatie t’ extenderen tot op den Noorderhouck van de Wale, ende van daer door ’t buyten ende binnens Dijcx*Lant ende 25