Tekstweergave van GA-1918_JB016_00061
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ons
nu
niet
breed
voorkomt,
dan
ligt
dat
aan
die
geerfden,
die
kwamen
~doleren
dat
die
straet
ende
den
burchwal
aen
de
gracht
te
zeer
wijt
zijn
ges
ordonneert”,
waarop
de
Raad
„regardt
genomen
op
de
breete
van
de
hoochs
straet
ende
den
burchwallen
binnen
de
stadt”
besloot
dat
men
„die
straet
ende
de
burchwal
nyet
wyder
zall
maecken
dan
30
voeten”.
Ook
inde
jaren
1589
en
1590
gaat
aan
alle
zijden
het
werk
voort,
telkens
zijn
er
weer
kwesties
met
geerfden
die
zich
benadeeld
achten,
soms
zijn
wijs
zigingen
in
rooiing
van
straten
noodig.
Joost
Jansz.
doet
nog
meer
opmetingen
en
maakt
nog
kaarten;
hij
werkt
er
letterlijk
aan
tot
zijn
dood
op
8
Nov.
1590
de
laatste
betaling
over
1590
wordt
gedaan
aan
zijne
vrouw
Trijn
Claesz.
Ook
aan
de
fortificatie
zelf
wordt
nog
gewerkt;
op
18
April
1589
besluit
men
„tfort
buyten
Haerlemmerpoort
inden
Ye
te
doen
sluiten
buiten
’s
dijcks
met
stellen
van
paelen
en
leggen
van
boomen
in
sulcken
schyne
als
dese
stadt
met
paelen
ende
boomen
aen
de
zyde
van
den
Ye
es
gesloten”.
We
kunnen
wel
aannemen
dat
hiermede
de
uitleg
van
1585
geheel
uitges
voerd
is,
dat
de
vestingwal
rondom,
en
het
stratennet
daar
binnen
geheel
gereed
is.
Volbouwd
is
de
nieuwe
stad
natuurlijk
nog
niet,
hoewel
in
het
oostes
lijke
stadsgedeelte,
vooral
de
lastage,
de
bebouwing
al
ver
gevorderd
is.
DE
TWEEDE
VERGROOTING.
PLANNEN,
UITVOERING,
VOLTOOIING
1590-1596.
Nauwelijks
was
de
stadsvergrooting
van
1585
voltooid,
of
men
besloot
al
weer
tot
een
nieuwen
uitleg
van
den
vestingwal,
en
wel
aan
de
oostzijde.
Op
16
Januari
1590
„es
byden
36
Raeden
geresolveert,
naerdat
de
36
Raeden
heur
delibera
etlicke
dagen
hadden
genomen,
dat
men
die
fortificatie
jegens
woordelick
leggende
op
de
Lastaige
streckende
van
Montenbaen
tot
aen
Sint
Anthonisdijck
van
daer
verleggen
zall
over
twater
op
den
Cadijck,
ende
dat
men
daer
mede
metten
eersten
int
werck
zall
treden,
op
dattet
dese
toecomende
soomer
geeffectueert
mach
zijn”.
Dit
besluit
draagt,
ondanks
het
delibera
van
etlicke
dagen,
het
karakter
van
haast
en
oppervlakkigheid.
Het
aanleggen
vaneen
nieuw
bolwerk
met
wal
inden
buitenpolder
oostelijk
van
Montelbaan,
met
aansluiting
aan
het
bestaande
bolwerk
op
den
St.
Anthonisdijk
zou
een
groot
en
kostbaar
werk
geweest
zijn,
uit
vestingbouwkundig
oogpunt
zeker
geene
verbetering
gegeven
hebben,
en
slechts
eene
kleine
oppervlakte
binnen
de
stad
hebben
gebracht.
In
elk
23