Tekstweergave van GA-1918_JB016_00053
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
En
op
6
Februari
1586
werd
alweer
besloten
„dat
men
die
fortificatie
tot
op
den
Regulyerendijck
volgende
tproject
zall
voltrecken
ende
dat
men
die
aens
vanghen
zall
in
Martio
toecomende”.
En
weer
wordt
tot
dekking
van
de
kos=
ten
besloten
tot
heffing
vaneen
halven
stuiver
op
eiken
gulden
inden
100
sten
penning,
en
tot
verhooging
van
den
impost
„opt
Engels
byer,
Rijnse
ende
franse
wynen”.
Voorts
wordt
nu
(21
Maart)
op
verzoek
van
Burgemeesteren
voor
die
geheele
fortificatie
„vande
Haerlemmerdijck
tot
aen
den
Amsteldijck
toe”
door
den
Graaf
van
Leycester
als
Gouverneur
en
Capitein
generaal
der
Vereenigde
Nederlanden
octrooi
verleend
voor
het
onteigenen
van
al
de
erven,
binnen
de
fortificatie
gelegen.
Van
deze
onteigening,
die
tallooze
moeielijk*
heden
gaf,
is
ook
inde
latere
resoluties
herhaaldelijk
sprake.
En
kort
daarna
(18
April
1586)
werd
ook
de
keur
die
het
bouwen
binnen
de
50
roeden
buiten
de
verbiedt,
officieel
van
toepassing
verklaard
op
de
nieuwe
omwalling.
De
overweging,
waarin
de
reeds
gemaakte
en
de
nog
te
maken
wal
nauwkeurig
wordt
aangeduid,
luidt
aldus:
„Also
by
voorgaande
Keure
van
myne
Heren
van
den
Gerechte
enen
igelyken
belast
ende
bevolen
is,
binnen
de
50
roeden
van
deser
stede
oude
buytengraften
niet
te
timmeren,
ende
myne
heren
dese
stad
hebben
doen
fortificeren
van
de
Haerlemmerdijck
af
streckende
tot
voorby
Jan
Rodenpoorte,
en
noch
van
meeninge
syn
desen
somer
voorts
te
fortificeren
tot
den
Amstel-dijck
toe,
ende
buyten
de
nieuwe
Grafte
te
doen
maken
een
cingel
ende
een
sloot,
tesamen
wyt
50
voeten”,
.
.
.
zoo
wordt
alle
timmeren
binnen
50
roeden,
van
die
sloot
af
te
meten,
ver*
boden;
wat
er
reeds
staat
moet
óf
terstond
worden
afgebroken,
of
zal
„subiect
blyven
den
brant”.
Zoo
was
men
met
het
werk
reeds
gekomen
tot
aan
den
Amsteldijk,
en
er
bleef
nog
een
klein,
maar
belangrijk
en
moeielijk
stuk
over,
de
verbinding
van
de
vestingwallen
aan
de
Nieuwe
Zijde
met
die
aan
de
overzijde
van
den
Amstel.
Het
besluit
dat
deze
verbinding
regelt
is
van
28
April
1586.
Het
volgt
hier
onverkort.
~Op
den
28
n
Aprilis
1586
hebben
myne
Heren
de
Burgermeesteren
den
36
Raeden
voorgedraghen
tbesteck
op
nyeus
gemaeckt
van
de
fortificatie
deser
stadt
streckende
van
voorby
Jan
Rodenpoort
tot
aen
die
Regulyersdijck.
Ende
hoe
dat
nootelick
noch
een
bolwerck
voorby
die
Regulyerspoort
streckende
tot
aen
’t
Lasarus
huysken
gemaect
zall
moeten
worden
met
een
wall
streckende
van
t’
bolwerck
thyen
roeden
inden
Aemstel,
ende
dat
van
de
andere
zyde
van
15