Tekstweergave van GA-1918_JB016_00051

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Burgermeestere van Alckmaer gedaen maecken hebben zeecker projecten, te weten van tleggen van drye forten, als een voor de Haerletnmer poort, een voor off omtrent Jan Roden poort ende een voor de gasthuysmolen plach te wesen, mitsgaders noch een ander project vaneen fort te leggen voor de Haer* lemmer poort wydex uuytstreckende, ende oick ter voornoemde plaetsen tusschen die zelffde forten besloten met een wall streckende tot voor de gasthuysmolen plach te wesen. Ende de Raeden gevraecht zijnde off men zall legghen die drye forten volgende voorgaende resolutie ende ’t cleyne project dan off men die fortificatie van de Haerlemmerpoort off tot voor de Gasthuysmolen plach te wezen zall doen. Ende naer lange discoursen daerop gevallen hebben de Raeden die zaecke uuytgestelt in delibera[tie] tot des naer noens te een uuyere. Ten wekker tyde den Raeden weder versamelt zijnde aengesproken wesende op de hoochste boeten. Ende die zaecke weder geleyt zijnde in communicatie, oick mede hyerop gehoort tadvys vanden voornoemden Mr. Adriaen Anthonisz. die den Raeden opentlick thoende (als den Raeden oick verstonden) dat die Stadt met tlegghen vande drie bolwercken ter voornoemder plaetsen nyet en can gedefendeert worden, maer tusschen de bolwercken grotelick can worden ges crenckt ende dye muyeren neder geschoten, es by den Raeden geresolveert, dat men zall volgen ’tgroote project, te weten dat men zall legghen voor de Haars lemmer poort, voor Corsgenspoort plach te wesen off daer omtrent, ende voorby Jan Roden poort, ende tusschen den bolwercken wallen slaen ende den wall voor de gasthuysmolen plach te wesen sluyten, voor deser tijt, mits dat men tfort buyten de Haerlemmer poort zoe vele des doenlick zy zall in trecken, dat die braeck daer buyten blyve ende dat men nochtans tfort zoe maecke dat den houck van de cromte van den dijck daer uuyt gepreserveert off gedefendeert mach worden. Ende dat mynen heren den Burgermeesteren die erffven tot de forten ende gracht nodich ende binnen tfort blyvende, aen deser stede zullen nemen tot taxatie van Schepenen . Daar de teekeningen ontbreken, is voor ons het verschil tusschen de beide projecten niet duidelijk. Men krijgt den indruk, dat het kleine project bestond uit op zich zelf staande bolwerken voor de poorten, waartusschen men voor verdediging op den ouden muur bleef rekenen, die echter tegen modern ges schut niet bestand was. Ook de verhouding van het reeds bestaande fort voor de Haarlemmerpoort tot de nieuwe fortificatie is niet goed te begrijpen. Duis delijk is echter, dat het goedgekeurde groote project bestaat uit bolwerken 13