Tekstweergave van GA-1918_JB016_00039
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTERDAM
IN
HET
EINDE
DER
ZESTIENDE
EEUW
STUDIE
BIJ
DE
UITGAAF
VAN
DEN
GROOTEN
PLATTEGROND
VAN
1597
DOOR
DR.
C.
P.
BURGER
JR.
Pieter
Bast
heeft
Amsterdam
afgebeeld
ineen
tijd
van
overgang.
Slechts
weinige
jaren
heeft
de
stad
er
zoo
uitgezien
als
op
zijn
plattegrond,
en
het
is
niet
dit
beeld
dat
ons
voor
oogen
staat
als
we
aan
het
oude
Amsterdam
denken.
Veel
beter
zijn
we
vertrouwd
met
het
Amsterdam
van
het
midden
der
16
de
eeuw,
deels
door
het
meesterwerk
van
Cornelis
Anthonisz.,
de
groote
houtsneesafbeelding
die
sinds
lang
in
goed
verzorgde
reproductie
in
ieders
handen
is,
deels
door
de
gedaante
zelve
van
de
door
muur
en
torens
oms
geven
en
door
den
fraai
gebogen
singel
omspoelde
stad,
die
men
nog
tegens
woordig
in
het
stratenplan
gemakkelijk
herkent.
Ook
is
in
meer
dan
een
ges
schiedwerk
van
onzen
tijd
die
16
de
eeuwsche
stad
uitvoerig
beschreven;
zoo
door
J.
ter
Gouw
in
het
sde5
de
deel
van
de
Geschiedenis
van
Amsterdam,
en
onlangs
door
M.
G-
de
Boer
in
Een
wandeling
dooreen
stad.
De
keus
van
de
schrijvers
viel
heel
natuurlijk
op
dat
tijdperk,
de
groote
houtsneesplattegrond
bood
hun
daar
een
voortreffelijken
grondslag,
en
ze
konden
zoo
de
stad
schilderen
ineen
bloeitijdperk
dat
geruimen
tijd
heeft
geduurd,
zonder
dat
er
belangrijke
veranderingen
kwamen.
De
opstand
tegen
Spanje
bracht
wijziging,
al
was
dit
aanvankelijk
voor
Amsterdam
slechts
achteruitgang
of
ten
minste
stilstand.
De
jaren
1572
—1578,
toen
de
stad
de
Spaansche
zijde
hield,
terwijl
het
omliggende
land,
zoowel
als
de
zee,
in
handen
van
de
geuzen
was,
deden
den
handel
verloopen
en
dreven
de
ondernemendste
burgers
in
ballingschap.
Met
den
overgang
van
1578
kwam
de
herleving,
en
in
enkele
jaren
volgde
er
een
zoo
sterke
ontwikkeling
en
uitbreiding,
dat
men
inde
afbeelding
van
het
midden
der
16
de
eeuw
de
stad
al
spoedig
niet
meer
kon
herkennen.
En