Tekstweergave van GA-1918_JB016_00011
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ZEVENTIENDE
JAARVERSLAG,
1916-1917,
UITGEBRACHT
DOOR
DEN
SECRETARIS
AAN
DE
ALGEMEENE
LEDENVERGADE*
RING,
OP
WOENSDAG
DEN
9
DEN
MEI
1917,
IN
HET
AMERICAN
HÓTEL
Wanneer
wij
uwe
belangstelling
vragen
voor
het
zeventiende
jaarverslag
van
ons
Genootschap,
het
derde,
dat
moet
uitgebracht
worden
sinds
de
wereld*
oorlog
is
ontbrand
ontwaren
wij
bij
onszelven
onwillekeurig
eenigen
schroom.
Heeft
het
nog
zin,
om,
te
midden
van
de
wereldhistorische
gebeurtenissen,
waarvan
wij
getuigen
zijn,
te
spreken
van
de
kalme
geschiedenis
van
onzen
kring?
En
is
het
niet
bijna
belachelijk,
terwijl
wij
dagelijks
vernemen
van
duizenden
onzer
medemenschen,
die
gedood
ol
verminkt
worden,
nog
te
komen
met
eene
opgave
van
het
aantal
leden,
dat
Amstelodamum
telt?
Dat
dergelijke
gedachten
oprijzen,
is
verklaarbaar;
maar
toch
zou
het
verkeerd
zijn
aan
zulke
opwellingen
geboorte
geven.
Evenals
wij,
bij
een
geweldig
onweder
met
eerbiedig
ontzag
de
bliksemstralen
zien
neêrschieten
en
luisteren
naar
het
rollen
van
den
donder,
maar
ondertusschen
toch
trachten
met
onzen
arbeid
voort
te
gaan
zoo
mogen
wij
ook
thans
voorzeker
allerminst
het
oor
sluiten
voor
de
stem,
die
inde
wereldschokkende
gebeurtenissen,
welke
wij
doorleven,
tot
ons
spreekt;
maar
desniettegenstaande
hebben
wij
voort
te
werken
aan
iedere
taak,
die
ons
op
de
handen
is
gezet.
En
zoo
durven
wij
ook
nu
weder
een
oogenblik
uwe
aandacht
vergen
voor
een
overzicht
van
de
fata
en
facta
van
Amstelodamum
gedurende
het
thans
afgesloten
genootschapsjaar.
Uitvoerig
behoeft
trouwens
dit
verslag
alweder
niet
te
zijn.
De
arbeid
van
ons
Genootschap
ging
rustig
voort.
Precies
op
den
eersten
van
elke
maand,
verscheen
dank
zij
de
goede
zorg
en
de
onafgebroken
bemoeienis
van
onzen
medebestuurder
J.
W.
Enschedé
een
nummer
van
het
maandblad
Amstelo*
damum;
en
het
mocht
ons
herhaaldelijk
blijken,
dat
het
bij
voortduring
door
onze
leden
met
ingenomenheid
werd
ontvangen.
Ofschoon
de
belangrijke
stijging