Tekstweergave van GA-1917_MB004_00103

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM walvischvaart; men vindt er nog dein den grond aangebrachte groote traanreservoirs. „Intusschen vernamen wij kort na den ver - koop dat het inde bedoeling van de firma Bührmann lag mettertijd de Groenlandsche pakhuizen te sloopen en inde plaats ervan een nieuw gebouw te zetten, verbonden met de gebouwen welke zij reeds exploiteert aan de Keizers- en Prinsengrachten. Ditmaal inderdaad gelukkig, maakte echter de oorlogs - omstandigheden het onmogelijk om reeds met den bouw te beginnen, en zoo bleef het ge - vaar voorloopig afgewend. „Wel echter is de firma begonnen haar nieuwe panden wat meer geschikt te maken voor haar bedrijf dan zij uit den aard waren. Die verandering bepaalt zich evenwel in hood - zaak tot de achterhuizen, welke zijn ingebouwd tusschen de huizen aan de Keizers - en Prinsen - grachten. Het is daar, zooals overigens veelal in oud-Amsterdam, een zeer dicht bebouwd terrein, met kleine binnenplaatjes en minuscule tuintjes, die maar luttel licht en lucht geven. Zoo ligt er ook een binnenplaatsje binnen het door firma Bührman nieuw gekochte gak - huizencomplex. De bedoeling is, dat binnen - plaatsje min of meer tuinachtig te versieren met een pomp in het midden. Dit zeker is een van de verschijnselen van den algemeenen indruk, dat de heer Bührmann, —• en dat geeft goede hoop van goeden wille is. Trouwens, dat blijkt ook uit de wijze waarop hij de achterpakhuizen, onder leiding van den architect H. A. J. Baanders, heeft laten ver - bouwen. Zooveel mogelijk is gezorgd, dat het oude karakter behouden bleef, en bij ver - grooting der magazijnruimten is gebruik ge - maakt van het oude materiaal. „Inde eigenlijke Groenlandsche pakhuizen zelven is ook een en ander vertimmerd, wat ook al weer hoop geeft, dat de gevels nog wel eenigen tijd zullen blijven staan. Het plan bestaat bovendien om het ingangspoort} e van no. 40 te verbeteren. Met vertrouwen verwachten wij, dat de heer Baanders dat op waardige wijze zal weten te doen. „’t Meest verheugend zou ’t intusschen zijn, indien de firma Bührmann ertoe kon be - sluiten de bestaande gevels definitief te be - houden. Wij weten ’t, dat brengt moeilijk - heden met zich in verband met de moderne bedrijfseischen, maarde piëteit, welke de heer Bührmann, naar ons bleek, heeft voor oude gebouwen van esthetische en historische waarde, en de goede smaak, welken wij kennen van den heer Baanders, geven het vertrouwen, dat bouwheer en architect wel ampel overleg zullen plegen ten aanzien van de mogelijkheid om de kostbare gevels te behouden”. H. B. UIT BOEK EN TIJDSCHRIFT Duurte te Amsterdam in 1698. In de Augustus-aflevering van Onze Eeuw geeft dr. J. G. van Dillen een historische schets van de duurte van het jaar 1698. is geput uit amsterdamsche gegevens. Am - sterdamwas destijds de voornaamste graan - markt van Europa ; van daar uit moest dus ook de graanvoorziening van de Republiek worden gedirigeerd. 1698 was het noodjaar, daar de graanaanvoer uit de Oostzee zoo goed als geheel was stopgezet. Dat blijkt vooral uit het feit, dat Amsterdam, anders krachtig voor vrijen handel, zelf aan de Staten van Hol - land voorstelde den uitvoer van graan te verbieden. Den 14 October hadden de voor - naamste graankoopers daarop met klem aan - gedrongen in het algemeen belang ; nog den - zelfden dag werd een expresse naar Den Haag gezonden. Reeds den volgenden dag werd het gewenschte besluit door de Staten van Holland, nog een dag later door de Staten Generaal genomen. Ook nog andere maatrege - len kwamen inde Staten ter tafel en werden voor een deel goedgekeurd ; zoo werd het ma - ken van stijfsel tijdelijk verboden. Daarnaast werden pogingen gedaan om nieuwen aanvoer te verkrijgen. Maatregelen werden genomen ten aanzien van den termijnhandel, die zelfs bij plakaat van 17 October 1698 door de Staten-Generaal werd verboden; in verband daarmede werden regels getroffen ten opzichte van reeds gesloten transactiën. In het bijzonder staat dr. Van Dillen stil bij den toestand te Amsterdam en de daar genomen maatregelen. Eender eerste maat - regelen was het doen vaneen onderzoek naar den aanwezigen graanvoorraad, wat aan de kapiteins der burgerwacht werd opgedragen. Den 24 October besloot de Vroedschap om voor rekening der stad graan, erwten, boonen, rijst en andere levensmiddelen aan te koopen. Voor den graanhandel werden den 5 Novem - ber strenge voorschriften uitgevaardigd. De speculatieve tusschenhandel werd onmoge - lijk gemaakt door de graanhandelaren te verbieden anders te verkoopen dan aan wie het koren zelf noodig hadden of aan hen, die door Burgemeesteren waren aangesteld „om het gekochte aan de bakkers en de andere nering - doende te distribueeren”. Deze laatste personen kregen 18 October hun instructie, waarop zij ook werden beëedigd. Bovendien beperkte Amsterdam zooveel mogelijk den uitvoer naar de andere steden en dorpen der Republiek. Ook werd het oude middel der broodloodjes weer toegepast; aan behoeftigen werden lood - jes uitgereikt, waarop zij goedkoop brood bij de bakkers konden verkrijgen; de stad betaalde dan het tekort. Evenals thans met de broodkaarten was er destijds veel met de loodjes te doen; er werd handel ingedreven enz. ; ook toen was de bevolking alles behalve tevreden met den maatregel. Toen de tijd vorderde en de invoer van nieuw graan uitbleef, besloot Amsterdam „de hand te sluiten” en niet meer naar andere 95