Tekstweergave van GA-1917_MB004_00094
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
van
journalistiek
talent.
Op
5
Januari
1828
gaf
hij
’t
eerste
nummer
van
’t
Algemeen
Handelsblad
uit,
een
dingie
van
vier
bladzijden,
dat
begon
met
een
opgaaf
van
binnengekomen
en
uitgezeilde
schepen,
handelsberichten,
prijzen
der
effecten
(een
lijstje
van
38
regels)
en
een
vertoog
over
handelsrecht.
Eindelijk
een
rubriekje
gemengde
berichten
waaronder
een
stukje
Het
eerste
gebruik
van
thee,
een
titel
die
aanlokt
ineen
tijd,
waarvan
we
ons
af
-
vragen
of
hij
het
laatste
gebruik
van
thee
zal
meebrengen.
„Het
krantje
verscheen
toen
alleen
Woens
-
dag
en
Zaterdag
en
werd
gedrukt
ineen
letter
waartegen
alle
hedendaagsche
couranten
-
lezers
ten
sterkste
zouden
protesteeren.
Van
der
Biesen
kon
dat
niet
helpen.
Hij
moest
rekening
houden
met
het
mogelijke
en
dit
was
begrensd
door
het
zegel,
dat
destijds
voor
ieder
vel
moest
worden
betaald.
Geen
wonder
dat
de
stof
inde
kleinst
mogelijke
letter
werd
samengedrukt,
„Toch
was
dit
de
eenige
en
licht
de
voor
-
naamste
zorg
van
Vander
Biesen
niet.
Het
vak
van
de
journalistiek
was
destijds
weinig
in
aanzien,
het
moest
min
of
meer
worden
geschapen.
Ik
weet
geen
tweede
voorbeeld
van
wat
den
uitgever
van
het
Algemeen
Handelsblad
overkwam,
toen
hij
een
paar
berichten
geplaatst
had
over
den
toestand
van
België,
waar
toen
het
verzet
tegen
het
neder
-
landsch
gezag
aan
’t
broeien
was.
Door
kooplui
en
makelaars
verwoed
als
ze
Waren
over
die
tijdingen,
aangevallen
en
van
de
Beurs
gedrongen
werd
hij
dooreen
bende
gepeupel
aangevallen
en
verder
mishandeld,
en
’t
zou
zeker
slecht
met
hem
afgeloopen
zijn,
wanneer
bij
niet
na
menig
hachelijk
moment
ergens
een
toevlucht
gevonden
had
en
ten
slotte
onder
militaire
bescherming
gekomen
was.
Naderhand
bleek,
dat
hij
volkomen
recht
had
gehad
om
de
berichten
te
plaatsen.
„Op
3r
Maart
1828
wordt
schuchter
en
aar
-
zelend
het
eerste
steentje
gelegd
van
wat
later
de
pijler
van
het
dagbladwezen
worden
zou
:
de
advertentie.
Midden
tusschen
de
berichten
in,
bijna
weggestopt,
vinden
wede
annonce
vaneen
deugdzamen
jongen
man,
die
voor
het
overnemen
vaneen
goede
zaak
„een
somma
„van/
20.000
ter
leen
verlangt”.
Dit
is
zeker
dat
deze
eigenaardige
opening
vaneen
nieuwe
baan
al
gauw
navolgers
vond:
in
no.
86
komen
al
advertentien
voor
over
veiling
van
boeken
en
prenten,
vermiste
coupons
en
zoon
eer.
„Er
zat
dus
voortgang
inde
onderneming.
Bij
no.
150
verscheen
het
eenmaal
méér
per
week,
dus
drie
keer:
Dinsdags,
Donderdags
en
Zaterdag;
ofschoon
de
prijs
in
onze
oogen
nogal
hoog
was
:
/
5.25
per
kwartaal
voor
Amsterdam
en
f
6.
daar
buiten.
De
fiscus
met
zijn
remmend
zegel
was
daar
natuurlijk
schuldig
aan.
Maar
daar
succes
in
ons
vader
-
land
altijd
nabootsing
kweekt,
kwam
er
toen
ook
mededinging
inden
vorm
vaneen
nieuwe
courant
en
wel
een
dagelijksch
verschijnende
omdat,
zei
men,
door
de
gebeurtenissen
van
1
830—31
~de
volksgeest
was
ontwaakt”.
Waarschijnlijk
heeft
de
„volksgeest”
weinig
kunnen
putten
uiteen
blad,
dat
zoo
peperduur
moest
zijn.
In
ieder
geval
waren,
zooals
het
meer
gaat,
de
omstandigheden
wijzer
dan
de
menschen
en
zij
waren
het,
die
de
twee
bladen
samenvoegden
tot
één
onder
den
gezamelijken
titel
Nieuwe
Amsterdamsche
Courant
en
Alge
-
meen
Handelsblad.
Later
is
het
voegwoord
uit
den
kop
verdwenen,
maarde
dubbele
titel
bestaat
nog.
„Op
1
November
1882
vinden
we
het
eerste
ochtendblad,
waarin
een
aankondiging
met
dezen
gemoedelijken
aanhef
:
„Wij
hebben
het
„voorrecht
onzen
lezers
heden
voor
het
eerst
„goeden
morgen
te
wenschen”,
„Dat
moet
voor
het
blad
een
triomf
zijn
geweest,
want
elk
vakman
Weet
welk
een
stap
het
is
aan
een
dagblad
een
ochtendblad
te
ver
-
binden,
dat
wel
veel
kosten
maar
geen
grootere
ontvangsten
van
eenige
beteekenis
meebrengt
—althans
niet
onmiddellijk.
Hoe
komiek,
dat
er
nu
stemmen
opgaan,
om
aan
alle
journa
-
listen
nachtrust
te
verschaffen.
Ik
kan
niet
inzien,
dat
het
ontzaglijk
gemis
van
’t
ochtend
-
blad
in
evenwicht
komen
kan
met
de
nacht
-
rust,
die
daardoor
aan
een
handvol
journa
-
listen
en
typografen
zou
worden
verzekerd”.
J.
W.
E.
Het
gemeenxe-archief.
■—•
Aan
het
ver
-
slag
betreffende
het
Gemeente-archief,
opge
-
nomen
in
het
Gemeenteverslag
over
1916,
ontleenen
wij
het
volgende
wat
betreft
het
Oud-archief.
Op
22
Januari
werd
het
proces-verbaal
ge
-
teekend,
waarbij
de
notarieele
archieven
namens
het
Rijk
door
den
Rijksarchivaris
in
Noord-Holland
tot
wederopzeggings
aan
do
Stad
werden
overgedragen.
Van
het
Rijk
werd
de
toezegging
ontvangen,
dat
het
'zal
voorzien
inde
kosten
van
aan
-
schaffing
van
7230
portefeuilles,
ter
berging
van
de
losse
notarieele
akten,
nu
in
omslagen
gepakt.
De
stukken
van
de
administratie
over
het
fonds
van
het
voormalig
Korenmolenaarsgilde,
loopende
tot
1905,
werden
onder
archiefbeheer
gesteld.
Van
den
heer
mr.
G.
J.
Fabius
te
Rotter
-
dam
ontving
het
archief
verschillende
archivalia
uit
de
19e
eeuw
betreffende
de
voormalige
schutterij.
De
voornaamste
werkzaamheden
golden
in
de
eerste
plaats
de
regeling
en
de
beschrijving
van
de
oudste
notarieele
protokollen.
Deels
werd
aangevangen
met
de
oudste
registers
en
stukken
sedert
1578,
deels
met
die,
loopende
vanaf
het
jaar
1653.
Inde
eerste
serie
werden
de
protokollen
van
54
notarissen,
inde
tweede
serie
die
van
69
notarissen
geregeld.
Tevens
werd
aangevangen
met
de
noteering
op
losse
86