Tekstweergave van GA-1917_MB004_00090
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
HET
WALE-WEESHUIS
Het
„Male-Weeshuis”,
zooals
het
Wees-
en
Oude
Vrouwenhuis
der
Waalsch
Hervormde
Gemeente
inde
wandeling
wordt
genoemd,
is
gebouwd
onder
leiding
van
den
architect
Adriaan
Dorsman,
inde
jaren
1669
—1671.
De
buurt
waar
het
gesticht
verrees,
was
toen
juist
in
aanbouw.
Het
erf
werd
door
de
stad
geschonken.
Den
22
sten
April
1671
verlieten
de
weezen
het
sinds
1631
bestaan
hebbende
weeshuis
inde
Laurierstraat,
dat
te
klein
geworden
was.
Oorspronkelijk
alleen
bestemd
tot
opneming
van
ouderlooze
kinderen,
werd
het
gebouw
in
1683
vergroot
met
een
vleugel
aan
de
Eerste
Weteringdwarsstraat,
welke
voor
oude
vrouwen
werd
ingericht,
terwijl
in
1726
de
vleugel
aan
de
Prinsengracht,
die
op
zich
zelf
stond
en
tot
diaconale
bakkerij
diende,
met
het
Huis
werd
vereenigd
en
gedeeltelijk
werd
vertimmerd
tot
een
woning
voor
oude
mannen.
Het
gebouw
heeft
aan
de
Vijzelgracht
twee
ingangen,
waarvan
thans
alleen
die
bij
de
Prinsengracht
wordt
gebruikt.
Door
de
poort
komt
men
ineen
ruime
vestibule,
en
vandaar
inde
lange
gang,
die
evenwijdig
met
den
voorgevel
loopt
en
waaraan
achtereenvolgens
zijn
gelegen
de
regentenzaal,
de
kamer
der
directrice,
de
spreekkamer,
de
regentessen
-
zaal
en
de
receptiezaal.
Verschillende
dezer
kamers
zijn
met
regenten-stukken
versierd;
men
vindt
er
een
schilderij
van
Bartholomeus
van
der
Helst
uit
1637,
en
voorts
werk
van
Van
den
Tempel,
A.
Hacker,
Van
Someren,
Boonen,
enz.
tot
19e
eeuwsche
stukken
toe.
Eigenaardig
is
het
de
verandering
van
het
type
inden
loop
der
eeuwen
na
te
gaan.
Vermelding
verdient
nog
het
portret
van
Agneta
dele
Becq,
echtgenoote
van
Melchior
de
Ruyscher,
geschilderd
door
C.
de
Moor.
Deze
dame
was
van
1719
—■
1741
regentes
en
vermaakte
bij
haar
overlijden
in
1747
een
aantal
huizen
aan
het
gesticht,
terwijl
zij
voorts
bepaalde
dat
jaarlijks
op
haren
sterfdag
een
feestelijke
maaltijd
moest
worden
gehouden,
die
ook
tegenwoordig
als
„Ruyscher
-
dag”
in
eere
is.
De
geheele
schilderijen
verzameling
bestaat
uit
n
regentenstukken,
10
groote
portretten
en
2
miniatuurportretten.
Aan
het
einde
der
gang
vindt
men
een
groote
zaal,
die
tot
huiskerk
is
ingericht.
In
het
midden
der
gang
is
een
uitbouw,
waarin
zich
de
keuken
bevindt,
met
een
merkwaardige
schouw.
De
tweede
verdieping
bevat
rechts
de
zit-
en
slaapkamers
der
meisjes
en
links
die
der
jongens.
De
oude
vrouwen
bewonen
de
beide
vleugels;
oude
mannen
worden
sinds
1904
niet
meer
opgenomen.
Boven
deze
verdieping
zijnde
ruime
zolders
onder
den
stevigen
eikenhouten
kap.
Van
niet
minder
degelijken
bouw
getuigen
de
groote
kelders
onder
het
gebouw.
Inden
tuin
werd
in
1867
een
schoolgebouw
gezet,
dat
echter
thans
niet
meer
wordt
gebruikt.
Ten
slotte
zij
hier
nog
gewag
gemaakt
van
eene
overlevering,
dat
Piet
Hein,
de
veroveraar
der
Zilveren
vloot,
belangrijk
zou
hebben
bijgedragen
tot
de
stichting
van
het
eerste
Wale-weeshuis.
Ineen
der
portretten
meent
men
zijne
beeltenis
te
herkennen.
Historische
zekerheid
is
omtrent
een
en
ander
niet
verkregen.
Een
rijk
geïllustreerde
beschrijving
van
het
gesticht,
van
de
hand
van
André
Vlaanderen,
is
opgenomen
in
Het
Huis,
Oud
en
Nieuw
van
1909,
afl.
8
en
9.
❖
*
*
HET
DEUTZEN-HOFJE
De
stichtster
van
dit
hofje,
Agneta
Deutz,
werd
27
Juni
1633
geboren.
Zij
was
eender
negen
kinderen
van
Johan
Deutz
(1581
—1638)
en
Èlisabeth
Coy
-
mans
(1595
—1653)
Van
1651
tot
1668
was
zij
gehuwd
met
Gerrit
Meerman
en
82