Tekstweergave van GA-1917_MB004_00084

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM eerste bestuurders der Maatschappij, vijf gouden rijders inde kas gestort, terwijl daarenboven nog door de heeren De Clercq, Verbrugge, Goll, Noortwijck en Vollen - hoven te samen 2000 gulden werd geschonken, om hieruit een voorloopig fonds te vormen. Met de uitbreiding van de werkzaamheden der Maatschappij vermeer - derden echter ook hare financieele zorgen en begrepen bestuurderen dat het, gezien haar snellen en sterken groei, noodig werd, een fonds te stichten, waaruit alle uit - gaven konden worden bestreden en waarmede het behouden der Maatschappij ook voor de toekomst beter gewaarborgd zoude zijn. Zij stelden daartoe een con - tract van tontine of lijfrente in, bestaande uit 400 aandeelen, van 250 gulden elk. Een vierde deel van de interest van het kapitaal zou aan de Maatschappij komen en % aan de deelnemers. Bij overlijden zou de interest van den overleden deelnemer aan de nog inleven zijnde komen. De Maatschappij zou als ééne portie of langst - levende worden aangemerkt, met dien verstande dat zij nimmer meer dan één vierde van de interest zou genieten. Zoo het getal der nog levende deelnemers tot 20 of daar beneden was geslonken, zou onder dezen 50.000 gulden, naar rato van ieders aandeel, worden verdeeld en zou de Maatschappij eigenaresse van het overige kapi - taal worden. In enkele dagen waren alle aandeelen geplaatst, en was de toekomst der Maat - schappij dus verzekerd ! De door de Maatschappij aanbevolen, op drenkelingen toetepassen middelen waren oorspronkelijk ; het aanbrengen van warmte, wrijvingen, klisteeren, prik - kelende middelen, aderlating enz.. Inden loop der tijden zijn die middelen, in ver - band met de ontwikkeling der wetenschap, verbeterd. Sinds 1877 heeft de Maat - schappij ook de kunstmatige ademhaling volgens Silvester (die nog altijd wordt toegepast) onder hare middelen opgenomen. Het zou ons te ver voeren op een en ander uitvoerig in te gaan. Wie een overzicht wil nemen van de sinds de oprichting toegepaste middelen verzoeke vergunning aan bestuurders om het gebouw der Maatschappij, op het Rokin, naast Arti, te bezoeken. In eene kast op de groote boven - zaal zal hij alle werktuigen tot wederopwekking der levensgeesten en tot redding van drenkelingen, bijeen vinden. Alhoewel principieel door de Maatschappij alleen premies werden toegekend aan hen die drenkelingen zonder teekenen van leven hadden gered en bijgebracht, werd bij de reglementswijziging van 2 Februari 1837 in art. 63, bepaald, dat aan elk, die met werkelijk levensgevaar of op eene bijzonder kloekmoedige wijze een drenkeling uit het water heeft opgehaald, een zilveren medaille zou worden gegeven. Bovendien werden in bijzondere gevallen aan de z.g. waterspringers ook premies in geld gegeven. De uitkeering dier gelden geschiedde door den stadsontvanger op vertoon vaneen door het Bestuur der Maatschappij afgegeven mandaat. Ter tegemoetkoming in deze door de stedelijke regeering gemaakte kosten, werd door de Maatschappij aan de stad eene jaarlijksche subsidie verleend van 300 —400 gulden. Nadat in 1857 de buurt- en wijkmeesters vervangen waren door buurt-commissa - rissen, liet de vereischte constateering van reddingsgevallen echter zooveel te wen - schen over, dat in 1860 de 'belooning ter zake van redding van met teekenen van leven opgehaalde drenkelingen uit het Reglement der Maatschappij geschrapt werd. Eerst in 1913 werd deze bepaling weder in eere hersteld. Ten slotte nog een paar woorden over het gebouw. De vergaderingen der Maat - schappij werden inde eerste jaren na hare oprichting gehouden inden Doelen op de Gamalenmarkt. Toen in het begin van 1845 door den kastelein van den Doelen verhooging van zaalhuux was gevraagd en verkregen werd omgezien naar eene eigen lokaliteit. Men had eerst het oog gericht op het in veiling komend perceel genaamd de Drie Suykerbrooden, met de daarbij behoorende pakhuizen, Driemond 76