Tekstweergave van GA-1917_MB004_00077
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
geveer
dezelfde
voordeelen
als
die
van’den
mond
der
Rotte.
Benevens
dezelfde
nadeelen.
De
eerste
kolonisten
kwamen
dan
ook
aan
den
Amstel
bij
Ouderkerk,
gelijk
aan
de
Rotte
bij
Hillegersberg.
Meer
aantrekkelijk
werd
de
Amstelmond
pas
omstreeks
1275,
toen
de
Dam
gelegd
werd,
volgens
spreker
in
verband
met
de
groote
bedijking
onder
Floris
V,
die
een
standbeeld
zou
verdienen,
zoowel
te
Am
-
sterdam
als
te
Rotterdam.
Die
bedijking,
die
o.a.
Haarlem
tot
binnenstad
maakte,
stond
in
verband
met
het
ontstaan
der
Zuider
-
zee,
dat
nu
door
de
onderzoekingen
van
Wintgens,
Norlind,
Ramaer
en
Beekman
wel
vrij
zeker
op
dezen
tijd
kan
gesteld
worden.
Dit
ontstaan
der
Zuiderzee
heeft
de
natuur
-
lijke
voorwaarden
voor
Amsterdam
op
alle
wijzen
zeer
verbeterd,
waarop
de
historici
weinig
gelet
hebben.
Het
dwong
vooreerst
tot
geheele
afsluiting
van
Holland’s
Noorder
-
kwartier
met
dijken
en
dammen,
waardoor
het
IJ
de
eenige
goede
toegang
in
Holland
van
het
Noordoosten
uit
werd.
Het
moest
nu
ook
het
water
vóór
Amsterdam
diep
maken
en
diep
houden,
daar
het
IJ
als
spuikom
moest
werken,
die
een
geregelden
getijstroom
ver
-
oorzaakte
inde
smalle
geul
tusschen
Damrak
en
Volewijk.
Tengevolge
van
het
ontstaan
der
Zuiderzee
werd
het
oude
Medemblik
„dood
gewaaid”.
Ook
werd
toen
waarschijnlijk
de
mond
van
de
Vecht
verstopt
door
hetMuiderzand,
zoodat
de
oude
weg
van
Hamburg
c.a.
naar
Utrecht
-
zeehaven
verlegd
moest
worden
naar
Am
-
sterdam.
De
Oostzijde
der
Zuiderzee
moest
over
't
algemeen
nog
veel
meer
van
den
wind
te
lijden
hebben
dan
de
Westzijde;
Stavoren
en
Harderwijk
werden
erdoor
bedorven.
Kampen
alleen
bleef
inde
14e
eeuw
nog
eenigszins
mededinger
van
Amsterdam.
Zoo
is
het
wonderlijk
feit
te
begrijpen,
dat
Amsterdam,
inde
14e
eeuw
groeit
van
een
kleine
visschersplaats
tot
de
eerste
handels
-
stad
van
Holland.
De
politieke
factoren,
als
stadrecht,
tolvrijdom,
annexatie
van
Amstelland
door
de
hollandsche
graven,
bezetting
der
utrechtsche
handelswegen
door
Holland
(afsluiting
van
de
Vecht,
voorlooper
van
de
latere
afsluiting
van
de
Schelde)
konden
dit
alléén
niet
verklaren.
Het
ontstaan
der
Zuiderzee
met
zijne
gevolgen
geeft
een
beter
houvast;
het
maakt
begrijpelijk,
dat
de
groote
weg
der
wadden,
plassen
en
kreeken
van
het
Noordoosten
uit
bijna
geheel
naar
Amsterdam
geleid
wordt.
Had
de
amsterdamsche
haven
nu
ook
van
nature
een
goed
achterland
gekregen
?
Twee
duitsche
schrijvers.
Vogel
en
Wilken,
hebben
gedisputeerd,
of
de
scheepvaart
van
de
noord-duitsche
havens
uit
naar
Brugge
inde
14e
eeuw
over
Amsterdam
ging.
Dr.
Smit
in
zijn
Opkomst
van
den
amsterdamschen
handel
ontkent
dit,
dr.
Sneller
in
zijn
Middel
-
burg
inde
15e
eeuw,
is
het
eens
met
Vogel.
De
vraag
is
echter
geheel
verkeerd
gesteld
:
’t
is
niet
de
vraag,
of
er
doorgaande
scheep
-
vaart
was
tusschen
Lubeck
c.a.
en
Brugge
over
de
hollandsche
binnenvaart,
maar
of
er
goederenverkeer
bestond
met
overlading
te
Amsterdam.
Dat
nu
zal
nooit
statistisch
te
bewijzen
zijn,
want
de
tollijsten
van
Haarlem
en
Gouda,
die
Smit
aanhaalt,
geven
geen
maatstaf,
daar
de
goederen
tolvrij
waren,
zoodra
ze
in
amsterdamsche
handen
waren.
Er
kén
dus
wel
groot
vervoer
geweest
zijn
van
Am
-
sterdam
naar
Zeeland
en
Vlaanderen
ondanks
een
kleine
opbrengst
der
genoemde
tollen.
Maar
dat
vervoer
zal
verschillend
geweest
zijn
naar
gelang
der
afwisselende
oorlogen
op
Zuiderzee,
zeeuwsche
wateren
en
Noordzee.
Dat
dit
over
’t
algemeen
van
beteekenis
was
inde
14e
eeuw,
bewijst
o.a.
de
groei
van
Haarlem
en
Leiden,
Den
Haag
en
Gouda
en
ook
die
van
Amsterdam
zelf.
De
aanwas
der
steden
langs
den
weg
geeft
beter
maat
-
staf
dan
een
paar
onvolledige
tollijsten.
In
ieder
geval
staat
vast,
dat
de
binnenvaart
van
Hamburg
c.a.
naar
Holland
en
Zeeland
en
misschien
ook
naar
Vlaanderen
haar
groote
brandpunt
moest
vinden
in
Amsterdam.
De
buitenvaart
van
Skandinavië
en
de
Oostzee
moest
er
heen
gericht
worden,
voor
-
zoover
het
de
behoeften
van
Holland
enUtrecht
betrof,
ze
kon
er
heen
gericht
worden,
ook
naar
Zeeland
en
Vlaanderen,
wanneer
de
Noordzee
te
onveilig
werd
door
oorlogen
en
zeeroovers.
Door
Vlie
en
Marsdiep
konden
de
zeeschepen
de
veilige
haven
van
Amsterdam
bereiken,
ofschoon
bij
de
diepst
geladene
toen
reeds
gelicht
werd
bij
Terschelling
of
Texel.
Bij
de
vooruitgang
van
Amsterdam
in
de
15e
en
16e
eeuw
heeft
de
politieke
invloed
der
bourgondische
en
oostenrijksche
vorsten
veel
gedaan;
van
de
natuurlijke
factoren
werkte
in
’t
bijzonder
mee
de
groote
veiligheid
van
Amsterdam’s
ligging.
De
heldenstrijd
tegen
Spanje
is
vooral
te
danken
aan
de
energie
der
edele
Oranjes
en
aan
die
der
Zeeuwen,
Friezen
en
Hollanders
buiten
Amsterdam.
Maar
Amsterdam
plukt
er
de
meeste
vruchten
van
en
dat
heeft
het
weer
ten
deele
te
danken
aan
zijne
natuurlijke
veiligheid
en
aan
de
natuur
der
Zuiderzee
-
kusten,
die
de
zeelieden
helpen
leveren
voor
de
verre
tochten
naar
Indië.
Als
Amsterdam
in
dien
anderen
helden
-
strijd
tegen
Lodewijk
XIV
meer
voorop
gaat
staan,
dankt
het
met
geheel
Holland
de
redding
weer
voor
een
groot
deel
aan
die
natuurlijke
veiligheid.
En
het
krijgt
ook
in
verband
daarmee
zijn
nieuwen
toevloed
van
réfugiés.
Wanneer
de
stad
nu
inde
18e
eeuw
van
hare
verwonderlijk
hooge
positie
als
wereldmarkt
69