Tekstweergave van GA-1917_MB004_00076

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Uit deze Academie is in 1637 de Schouwburg ontstaan. Voor de inwijding schreef Vondel zijn Gysbreght van Aemstel. In 1645 werd het gebouw vergroot en vernieuwd. Op 11 Mei van het jaar 1772 werd het tijdens een voor - stelling geheel door brand vernield, waarbij zestien personen zijn omgekomen. Van dien brand bestaan vele platen en een geïllustreerde beschrijving. Nog in 1772 is de Stadsschouw - burg voor goed naar het Leidscheplein ver - huisd. De plaats van den ouden schouwburg is nog altijd aangeduid dooreen poorthek met loodrechte metalen stijlen, dat de open plaats vóór perceel Keizersgracht 384 van den open - baren weg afsluit. De oorspronkelijke poort in doriscben stijl had slechts in het midden een toegang. Op de cartouche in het fronton stond het woord: Schouwburg. Op die plaats staat thans de naam van de stichting welke hier eigenaar is sedert 1772 ; R. C. Oude Armen - kantoor. Op de architraaf daaronder las men voorheen het bekende versje van Vondel: De werelt is een speeltooneel Elk speelt zijn rol, en krijgt zijn deel. D. K. Het plan-Zuid en „het ontstaan van Amsterdam”. De Zaterdagsche correspon - dent te Amsterdam van het Utr. Dagblad, de hier meer geciteerde Habis Minggoe, heeft in zijn causeerenden trant den nieuwsten uitleg van onze stad in verband gebracht met het boek van den heer C. G. ’t Hooft. Het volgende geeft reeds een denkbeeld van het vertoog : „De peer groeit, van haar steel uit, in har - monische evenwichtigheid. „Zoo, eenmaal, is de goede stad, om haar kern gezwollen, tot een pleizier van allen die ’t aanschouwden. „Volgens de oude lezing zou die kern be - staan hebben ineen dam, gelegd inden Amstel ter plaatse van den hedendaagschen Dam, scheidende het binnenwater en het buiten - water. Men voer van het ruime IJ het rak binnen, dat nog thans het Damrak wordt genoemd, al is een groot deel van het water verdwenen, «n kwam zoo het rak-in, dat wil zeggen in het water binnen de sluis. Daar heet het historiegetrouw Rak-in of Rok-in. „Deze theorie had alles voor, de historie - vorschers legden er zich bij neer, zich be - palend tot het vinden van documenten welke haar bevestigden en illustreerden. Nu is echter de heer 't Hooft komen aantoonen, dat de zaak er anders moet hebben uitgezien! De oudste Amstel-dam, die Amsterdam haar naam gaf, zou niet ter plaatse van den tegen - woordigen dam gelegen hebben, maar veel verder buitengaats, omtrent de plek van het Sint Olofpoortje. In die contrije liep de zeedijk, die het land tegen de stoutigheden van het IJ beschermde heden oord van zeemanspleizieren zooals men weet en deze dijk voortzettend over den Amstel - mond, zouden de eerste Amsterdammers zich beveiligd hebben tegen het waterrisico daar, en een rustige plek gevonden voor de ligging hunner schepen. „Deze theorie komt ten gunste van mijn beeldspraak over de peer met haar steeltje. Want nog meer dan de vroegere voorstel - ling verklaart zij den concentrischen aan - groei van het stadslichaam : van den Amstel - dam (aan het IJ dus gelegen) uit, begonnen de visschers en varensgasten te bouwen, eerst langs het water aan den zeedijk en het rak langs naar binnen, allengs, nadat dooreen tweede deeling der rivier bij den tegenwoordigen Dam een havenkom ge - kregen was, ook inde breedte. In halve ellipsen zien we nu de stede groeien....” d. B. V. Natuurlijke voordeelen der ligging van Amsterdam. In het in April 1.1. in Den Haag gehouden Natuur- en Geneeskundig Congres sprak dr. C. te Lintum over dit onderwerp. De N. Rott. Crt. van 13 April Av. A gaf daarvan het volgende overzicht: De geographie is een algemeene wetenschap die zich bezighoudt met het plaatselijk samen - zijn van allerlei natuurlijke en menschelijke verschijnselen. Zij is te lang eenzijdig als onderdeel der natuurwetenschappen beschouwd. Daardoor is de studie der bevolkings-centra er wat ver - waarloosd. De studie is zoodoende meest aan de historici overgelaten, die geneigd zijn, wegens hun meest litteraire richting, de be - volkings-centra geheel als scheppingen van den menschelijken geest te beschouwen. Alsof de zwakke stervelingen bergen kónden verzetten, rotsen opheffen en golven be - heerschen ! Dr. Brugmans heeft b.v. van Amsterdam getuigd, dat het alleen groot geworden is door de energie van de bewoners en hunne regeerders. Geographen, onder den invloed der natuur - wetenschappelijke richting, hebben daar - entegen beweerd, dat Amsterdam a. h. w. gegroeid is als een Wilde plant, omdat de plek harer ligging ertoe voorbeschikt was. De juiste weg voor den geograaf moet zijn die van den genialen Elisée Reclüs : éérst de natuurlijke voordeelen, dan het werk van den mensch. ledere stad, ook Amsterdam, is te beschouwen als een kolonie, van buitenaf gesticht, gelijk ook Pirenne het opvat voor de vlaamsche „poorters”. Welke natuurlijke voordeelen bezit nu de Amstelmond inden beginne, d.i. inde 11e of 12e eeuw ? Niet veel. Een modderig water, aflekking uit de venen, een vrij diepe plek van het IJ en dan twee zandplaten, één bij de tegenwoor - dige Warmoesstraat en een inde Volewijk. On- 68