Tekstweergave van GA-1917_MB004_00072
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
res
voor
met
gezichten
op
verschillende
steden
o.a.
Amsterdam.
Den
14
Juni
1732
schrijft
Boerhave
een
briefje
aan
prof.
Willem
Röell
over
twee
medische
consulten.
Inde
corres
-
pondentie
van
den
nuntius
Fabio
Chigi,
den
lateren
paus
Alexander
VII,
is
allerlei
te
vinden
over
het
katholieke
Amsterdam
der
zeventiende
eeuw;
meer
dan
eens
is
sprake
van
den
bekenden
pastoor
van
het
Begijnhof,
Leonardus
Marius,
den
vriend
en
biechtvader
van
Vondel;
ook
de
strijd
over
het
orgelspel
inde
kerken,
die
destijds
hevig
gaande
was,
trok
de
aandacht
van
den
kardi
-
naal.
Merkwaardig
is
een
brief
van
den
kar
-
dinaal
aan
Marius
van
16
Februari
1644
over
aangelegenheden
van
wetenschappelijken
aard.
Ineen
anderen
bundel
komen
voor
elf
brieven
van
Nicolaas
Fontanus,
geneesheer
te
Amster
-
dam,
aan
den
kardinaal
van
1643
en
1644.
Wij
noteeren
verder
een
brief
van
Marius
aan
denzelfden
kardinaal
van
26
Februari
1642
over
het
werk
van
Grotius
Annotata
ad
Cassandrum.
Inde
brieven
van
Nihusius
aan
Chigi
en
anderen
is
allerlei
te
vinden
over
Vossius
en
andere
nederlandsche
geleerden,
over
de
drukkerij
van
Blaeu,
over
Bontius
en
zijn
vertrek
naar
Groningen,
óver
het
eeredicht
van
Vondel
aan
paus
Innocentius
X,
overeen
onderhoud
met
Barlaeus,
enz.
H.
B.
Markten
en
Postzegelbeurs.
Inde
Leeuwarder
Courant
van
28
April
schreef
Amstelodamus:
„Zoo
geeft
de
maandagsche
marktdag
aan
het
straatleven
inde
hoofdstad
een
eigen
-
aardige,
locale
kleur.
Overal
inde
binnenstad
is
dat
waar
te
nemen.
Allereerst
natuurlijk
inde
Kalverstraat
en
omgeving,
waar
de
straatbeurs
van
aannemers,
houthandelaars
en
in
ons
waterland
overal
tegenwoordige
schippers
sedert
menschenheugenis
de
passage
verspert.
Vervolgens
op
de
Nieuwmarkt
en
het
Amstel
veld,
waar
menigeen
op
dien
dag
met
zijn
„handeltje”
een
goeden
slag
weet
te
slaan.
Daar
op
het
Amstelveld,
verkoopt
men
naast
de
meest
uiteenloopende
artikelen
van
zoolleer
af
tot
oude
boeken
toe,
de
twee
echt
amsterdamsche
artikelen:
duiven
en
ghijn.
De
eerste
worden
hoofdzakelijk
uit
de
Jordaan
aangevoerd,
waar
de
duivenmelkerij
voor
velen
niet
alleen
een
liefhebberij
maar
ook
een
stuk
kostwinning
is.
Het
tweede
artikel,
de
ghijn,
wordt
eigenlijk
niet
verkocht
maar
op
den
koop
toegegeven,”
En
dan
na
nog
gesproken
te
hebben
over
de
Maandagmarkt
op
de
Nieuwmarkt,
Wa
-
terlooplein.
Noordermarkt,
schrijft
hij:
„Een
geheel
eenige
plaats
neemt
ten
slotte
de
straat
-
beurs
der
postzegelhandelaars
van
alle
groot
-
ten
in.
Eiken
middag,
vooral
des
Zaterdags,
kan
men
op
den
N.
Z.
Voorburgwal
bij
de
Gravenstraat
een
kleiner
of
grooter
clubje
mannen
en
jongens
van
eiken
leeftijd
aan
-
trefïen,
die
levendigen
handel
in
dit
artikel
drijven.
Zoo
druk
is
zelfs
de
toeloop,
dat
er
een
agent
noodig
is
om
’t
trotti
ir
vrij
te
houden,
„Waarom
juist
deze
plaats
is
uitgekozen
is
onverklaarbaar,
tenzij
het
winkeltje
tegen
de
Nieuw
ekerk
inde
Gravenstraat,
waarin
een
bekend
’postzegelhandelaar
gevestigd
is,
de
trekpleister
is
geweest.”
J.
W.
E.
VRAGENBUS
(Antwoorden
in
te
leveren
Heerengracht
68).
VRAGEN.
Kalverstraat.
—■
Een
mijner
vrienden,
die
veel
in
Duitschland
reist,
deelde
mij
mede,
dat
notabele
personen
in
het
wurtembergsche
stadje
Calw
hem
hebben
gezegd,
dat
de
naam
der
amsterdamsche
Kalverstraat
aan
dien
hunner
stad
is
ontleend.
Vandaar
zouden
n.l.
voorheen
de
vlotten
heipalen
afgezonden
zijn,
die
inden
Amstel
werden
gemeerd
en
ver
-
deeld,
vlak
vóór
de
straat,
die
dfiarom
Kalver
-
straat
werd
genoemd.
Men
vertelde
mijn
vriend,
dat
ten
stadhuize
te
Calw
zich
docu
-
menten
bevinden,
waaruit
een
en
ander
zou
blijken.
Is
daarvan
hier
iets
bekend
?
Henri
Polak.
Buitenplaats
van
Soloffihoff
inden
Haarlemmerhout.
In
het
vorige
nummer
wordt
medegedeeld
(bl.
51),
dat
in
1717
Ca
-
tharina,
de
russischc
Tsaritsa
ook
verbleef
op
de
buitenplaats
inden
Haarlemmerhout
van
den
amsterdamschen
koopman
Dmitri
Soloffi
-
hoff,
Heerengracht
bij
de
Vijzelstraat.
Welke
was
deze
buitenplaats?
J.
W.
E.
ANTWOORDEN.
Horretje.
Nog
een
paar
oude
exem
-
plaren
signaleert
mij
onze
donateur
de
heer
J.
Jonkman
voor
de
vensters
van
perceel
Singel
210,
hoek
Drie
Koningenstraat.
J.
W.
E.
Maatschappij
tot
redding
van
drenke
-
lingen.
Omtrent
Johan
Goll
van
Franken
-
stein
zijn
ongetwijfeld
nadere
inlichtingen
in
te
winnen
ie
bij
de
familie
Insinger,
Heem
-
stede
bij
Haarlem,
waarvan
eender
leden
voor
circa
8
jaren
als
laatste
nakomelinge
der
Goll’s
van
Frankenstein
is
overleden
en
2e
bij
den
heer
Marius
Willet,
Stadhouders
-
kade,
neef
van
wijlen
den
heer
Henri
Luden,
den
laatsten
firmant
van
het
in
1889
geliqui
-
deerde
oud-vermaarde
bankiers-
en
koop
-
manshuis
Goll
&
Co.,
Keizersgracht
708,
bij
de
Reguliersgracht.
H.
L.
Lijfstraffelijke
rechtspleging.
In
antwoord
op
deze
vraag
maak
ik
opmerk
-
zaam
op
Koning
Lijfstraffelijke
Regtsoe/ening
te
Amsterdam
(Amsterdam
1828.
pp.
78
—80),
waarin
wordt
vermeld
dat
zelfs
nog
in
1708
men
misdadigers
den
tong
heeft
doorstoken
en
verwezen
wordt
naar
bet
Sententieboek
van
dat
jaar
no.
65.
A.
J.
J.
Ph.
Haas.
64