Tekstweergave van GA-1917_MB004_00071
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
-1686
gedaan
tot
een
ouderdoms-pensioen
te
komen;
de
opheffing
van
het
gild
en
de
in
-
voering
van
nieuwe
indirecte
belastingen,
waar
-
door
verviel
het
recht
op
de
waag
en
daardoor
ook
de
verplichte
weging
der
goederen,
waarbij
de
handel
toch
belang
had;
het
ingrijpen
in
1826
en
1827
te
dezer
zake
door
het
provin
-
ciaal
Bestuur.
Ook
worden
mededeelingen
ge
-
daan
over
het
zich
specialiseeren
der
veemen:
het
Leidsche
veem
verwerkt
tabak,
het
Geel
-
hoedenveem
suiker,
hetTexelsche
veem
huiden
en
terpentijn
enz.
Wel
het
belangrijkste
is
de
beschrijving
van
den
invloed
dien
het
Blauw
-
hoedenveem
sinds
een
70
jaar
ondergaan
heeft
van
het
moderne
zakenleven.
Nog
bestond
het
uit
10
vennooten,
die
de
zaken
onderling
huiselijk
regelden.
Ook
dit
veem
had
het
ver
-
trouwen
van
den
handel
en
heeft
zich
beschik
-
baar
gesteld
niet
alleen
voor
het
verwerken
der
goederen,
maar
ook
voor
het
verschaffen
van
pakhuisruimte.
Sedert
lang
bestond
de
gewoonte
dat
pakhuismeesteren
van
de
koffie
ceelen
aan
toonder
uitgaven:
dit
handelspapier
nu
zou
de
Nederlandsche
Bank
aannemen
en
beleenen,
als
het
Veem
zich
reorganiseerde
in
een
Vennootschap
onder
firma.
Aldus
geschied
-
de
(1857).
In
het
volgende
jaar
1858
trad
het
Veem
in
relatie
tot
de
Nederlandsche
Handel
-
maatschappij
in
zake
haar
koffie-aanvoeren.
De
malaise
inden
amsterdamschen
handel
reflecteert
zich
ook
door
achteruitgang
van
het
Veem,
dat
verminderde
op
zes
leden,
waarvan
het
meerendeel
zeer
bejaard
was,
zoodat
drie
er
van
moesten
aftreden.
Nieuw
bloed
krijgt
de
organisatie
door
het
in
het
Veem
opgegane
Roodhoedenveem,
vooral
door
het
toetreden
van
J.
C.
A.
Hol,
op
wiens
aandringen
in
1878
een
filiaal
te
Rotterdam
werd
gesticht.
De
grootste
stuwkracht
om
de
oude
corporatie
tot
moderne
ontwikkeling
te
brengen
bleek
te
zijnde
opening
van
het
Noordzee-kanaal,
waardoor
Amsterdam
beter
aangesloten
werd
aan
het
wereldverkeer.
Naast
de
installaties
der
Maatschappij
Neder
-
land
kwamen
in
1883
aan
de
Handelskade
de
pakhuizen
der
N.
V,
Handelskade,
opgericht
door
W.
J.
van
Haren
Noman
Jr.,
J.
C.
enE.
B,
Scheuer.
Die
vennootschap,
met
haar
ruime
pakhuizen,
gelegen
aan
diep
water,
met
ge
-
legenheid
tot
directe
overlading
in
spoorwa
-
gens,
geoutilleerd
met
machinale
helmiddelen,
die
tevens
optrad
als
Lagerhaus
en
als
Spediti
-
onsgeschdft,
bleek
een
uiterst
gevaarlijke
con
-
current.
Door
toevallige
omstandigheden
kon
het
Veem
zich
in
1884
met
deN.
V.
Handelskade
associee
-
ren,
niet
weinig
daarbij
geholpen
door
denbree
-
den
kijk
van
den
heer
G.
J.
P.
la
Bastide,
die
zij
in
haar
firma
had
opgenomen.
Zoo
kreeg
het
Veem
beschikking
over
opslagruimte
aan
de
haven,
in
1886
een
moderne
bedrijfsorganisa
-
tie
als
de
N.
V.
Blaauwhoedenveem
onder
directie
van
deheerenSterba,
Klijn,
La
Bastide
en
Hol,
versterkt
door
de
amalgamatie
in
1891
met
de
N.
V.
Handelskade.
De
Vennootschap
beschikt
thans
overeen
kleine
50
panden,
waar
een
hoeveelheid
goederen
opgestapeld
ligt
voor
omstreeks
30
millioen
gulden
geas
-
sureerd.
Vertakkingen
heeft
zij
te
Rotterdam,
Antwerpen
en
Londen.
„Zoo
gaat
de
naam
der
oude
Blaauwhoeden,
voortlevend
ineen
steeds
groeiende
onderneming,
ook
inden
vreemde
getuigen
van
de
herleefde
energie
van
ons
volk”.
J.
W.
E.
Bij
de
pen.
ln’t
Aprilnummer
(pag.
31)
is
sprake
van
vrijheden
die
werkten
„bij
de
pen”.
Wat
dat
precies
beteekent
staat
niet
vast.
Zou
’t
kunnen
zijn
dat
het
beduidde
:
„bij
een
weekbriefje”
?
De
arbeiders
kunnen
zoo’n
briefje,
met
de
pen
geschreven,
een
„pennetje”
genoemd
hebben.
Zeker
is
dat
thans
de
uitdrukking
„een
pennetje”
nog
gang
-
baar
is
Een
los
werkman
zal
u
b.v.
vertellen,
dat
hij
thans
werkeloos
is
en
geen
twee
weken
een
pennetje
gehad
heeft.
L.
Nooter
Kolenschaarschte
en
gasverbruik.
ln
de
jongste
vergadering
van
de
Vereeniging
van
Gasfabrikanten
in
Nederland,
in
Juni
te
Zwolle
gehouden,
deelde
de
heer
J.
van
Rossum
du
Chattel
mede,
dat
in
Amsterdam
tengevolge
van
de
kolenschaarschte
het
gebruik
van
gas
vooruit
gaat.
Evenals
in
Duitschland
is
ook
in
ons
land
in
het
gasdebiet
nog
niet
het
laatste
woord
gesproken,
zooals
de
aansluitin
-
gen
hier
ter
stede
aantoonen.
Alleen
in
April
en
Mei
1917
hadden
590
gewone
en
1895
muntgas-aansluitingen
plaats.
Voor
het
ge
-
heele
jaar
1916
bedroegen
deze
cijfers
148
on
2865.
J.
W.
E.
Amstelodamensia.
De
onlangs
ver
-
schenen
Bescheiden
in
Italië
omtrent
neder
-
landsche
kunstenaais
en
geleerden,
beschreven
door
dr.
G.
J.
Hoogewerff,
dl.
111,
bevatten
ook
een
en
ander
over
Amsterdam.
Wij
teeke
-
nen
het
belangrijkste
aan.
Cuperus
vertelt
ineen
brief
van
15
Juni
1704
vaneen
chinee
-
schen
schotel,
dien
hij
bij
burgemeester
Nicolaas
Witsen
had
gezien.
Ineen
brief
van
10
Sep
-
tember
1704
betreurt
hij
het
sterven
van
den
hoogleeraar
Francius.
Er
is
inde
Bibliotheca
Angelica
een
Statenbijbel,
in
1652
bij
Paulus
van
Ravesteyn
gedrukt,
met
een
inschrift
van
den
Augustijn
Heckius.Op
12
Augustus
1661
wenscht
de
boekhandelaar
Joannes
Jansonius
te
Amsterdam
den
geleerden
Leo
Allatius
geluk
met
zijn
benoeming
tot
prefect
der
vaticaansche
bibliotheek.
Wij
vinden
hier
twee
bundels
met
brieven
van
Bartholdus
Nihusius
aan
Leo
Allatius
van
1643
tot
1656.
Daarvan
zijn
verschillende
uit
Amsterdam
geschreven
en
voor
de
geschiedenis
der
Katho
-
lieken
van
die
dagen
van
gewicht.
Ook
een
brief
van
Isaac
Vossius
aan
denzelfde
van
11
Maart
1645,
is
gedagteekend
uit
Amsterdam.
In
een
handschrift
van
±
1675
komen
kopergravu-
AMSTELODAMUM
63