Tekstweergave van GA-1917_MB004_00069

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM huizen aan den Nieuwezijdsvoorburgwal in 1884 voor de demping dier gracht, en het perceel Oudezijdsvoorburgwal 57 van Hendrik de Keyser, 1615. J. W. E. Amsterdam omstreeks 1560. Aan Jacob Roelofs van Deventer, overleden in 1575, landmeter en kartograaf, werd kort voor 1558 door koning Filips opdracht gegeven platte - gronden te maken van alle nederlandsche steden en dorpen. Van die subtiele, omvang - rijke, tevens kostbare taak kweet hij zich op schitterende wijs; de kaarten die te Madrid berusten, bewijzen het, maar ook bewijzen het de minuten, welke hij als werkapparaat ge - bruikt had. Hiervan kwamen in 1859 152 bladen te ’sGravenhage inde veiling der handschriften van Frangois van Aerssen, be - kend uit het proces van Oldenbarneveldt. Ze werden daar gekocht door Frederik Muller, die de noord-nederlandsche een paar jaar later, meest provinciegewijs, overdeed aan de gewestelijke archieven en besturen, ook wel aan een particulier verzamelaar (W. Eekhoff). Om het groote belang welke die kaaiden hebben ook voor ons locaal geschiedkundig onderzoek, is de uitgave indruk overwogen; en na lange voorbereiding zijnde twee eerste afleveringen (a 8 bladen) verleden jaar ver - schenen onder leiding van denalgemeenen Rijks - archivaris, prof. mr. R. Fruin. Inde jongste, juist verzonden, vijfde aflevering is opgeno - men de plattegrond van Amsterdam, die even - als de andere bladen ook los te verkrijgen is a f 2.50 bij de uitgeefster de N. V. Martinus Nijhoff te ’s Gravenhage. Het blad is groot hoog 43 bij breed 35 cM., beide in dagmaat. Op de beteekenis van deze kaart behoeft nauwelijks de aandacht gevestigd tepvorden. Deze stedekaarten hebben reeds sedert lang een welverdienden roep wegens nauwkeurig - heid, niet slechts in het stadsplan maar ook in liet omringende land. Dat deze amster - damscbe kaart nu algemeen toegankelijk ge. maakt is, daar de oudere van Cornelis Antho - nisz van 1544, en de jongere van Pieter Bast van c. 1600 de leden weten dat deze laatste een uitgaaf van ons Genootschap is het reeds waren, kan niet anders dan be - vorderen de studie onzer stadsontwikkeling inde laatste helft der zestiende eeuw. De kaart is in kleuren-lithografie als facsi - mile uitgevoerd door de firma J. Smulders & Co. te ’s Gravenhage. Zij geeft het origineel goed weer als ik raadpleeg mijn herinnering van de haarlemsche minuut, die inde pro - vinciale atlas ter griffie van Noord-Holland berust, welke ik meer dan eens in handen heb gehad. De tint der waterverf-kleur is goed getroffen, terwijl ook zijn overgenomen als reeksen puntjes, de prikgaten in het origineel, die destijds gediend hebben om van de minuut de definitieve kaart voor den spaanschen Koning te vervaardigen. Als drukstof is gebruikt modern geschept papier; er is geen poging gedaan na te bootsen bet origineele fransche papier van Edmond Denise te Troyes. J. W, E. Omzet van levensmiddelen per straat - verkoop. Men kent de ijskarretjes op straat. „Naar ik vermoed zal zoo’n ijskarretjesman wekelijks wel niet minder verdienen dan een koopman in „versche waar” uit den Jordaan. En die doet ’t inden regel niet onder de dertig gulden per week”. Aldus de brief uit de hoofdstad inde Leeuwarder Crt. van 28 Juni. J. W. E. UIT BOEK EN TIJDSCHRIFT Rembrandt. Bij Kurt Wolff te Leipzig, dezelfde uitgeversfirma die in het licht gaf Das grüne Gesioht, de amsterdamsche roman een paar maanden geleden besproken, ver - scheen onlangs een „Kunstphilosophischer Versuch” door Georg Simmel over Rembrandt. Aan hetgeen R. Lasch vertelt inde Monat - schrift für Gottesdienst und kivchliche Kunst van April, ontleen ik een en ander. „Bei Rembrandt isr das primare Erlebnis des Kunstwerks mehr als anderswo mit dem Cha - rakter des Irrationalen behaftet”. De men - schen op zijn schilderijen haben nicht Reli - gion als einen subjektiven Lebensinhalt, sondern sie sind religiös”. En verder: „End - lich behandelt Simmel das Licht bei Rem - brandt, seine Individualstik und Immanenz. Es ist etwas durchaus sinnlich-irdisches und doch als solches ein Ueberempirisches, die metaphysische Verklarung des anschaulichen Seins, es ist als natürliche Wirklichkeit reli - giös. Wo j edoch das Licht diese Gesamtdeu - tung erfabrt, da ist im Bilde die Ablehnung alles dogmatischen Inhalts gegeben. Rem - brandt’s Bilder, sagt Simmel, gehören nicht inden Kult, sind keine Kirchenbilder”. „Die Frage bleibt aber doch wohl offen, zegt re - ferent, ob nicht trotzdem der Protestantismus Raum für sie hatte, da er von seinen Kirchen - bildern keine dogmatischen Fixierungen, son - dern ein religiöses Berühtwerden, ein Erieben erwartet”. J. W. E. Droogscheerderssynode. Inde Werken van het Historisch Genootschap gaf prof. N. W. Posthumus uit de bescheiden betreffende de provinciale organisatie der hollandsche lakenbereiders, de zoogenaamde Droog - scheerderssynode. Daarbij was Amsterdam als belangrijke industriestad natuurlijk ook betrokken. Reeds in Juli 1637 kwamen de dekens en hoofdlieden van de lakenbereiders - gilden van Amsterdam, Delft, Gouda, Haarlem, Leiden en Rotterdam te Leiden en elders bijeen om te beraadslagen over het volgen van eenzelfde gedragslijn tegenover de ar- 61