Tekstweergave van GA-1917_MB004_00068
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
eenkomst
aan
met
een
slooper,
geeft
Bouw
-
en
Woningtoezicht
„kennis”
van
zijn
voor
-
nemen,
wacht
„24
uur”
en
haalt
den
boel
naar
beneden.
De
heer
Visser
wil
dit
niet
beletten.
Maar
de
gevels
mogen
niet
verdwijnen,
zonder
dat
voor
hun
behoud
al
het
mogelijke
is
gedaan.
Zonder
dat
ze
in
elk
geval
opgemeten,
ge
-
fotografeerd
en
geteekend
zijn.
En
dit
alles
vraagt
tijd,
niet
véél
tijd,
maar
toch
enkele
weken.
„Zoodat,
besluit
de
heer
Visser,
m.i.
Art.
285
der
bouwverordening
zou
moeten
lui
-
den
:
Het.
is
verboden
te
sloopen,
zonder
dat
vooraf
aan
Burgemeester
en
Wethouders
van
het
voornemen
daartoe
is
kennisgegeven
en
dertig
dagen
na
deze
kennisgeving
zijn
ver
-
loopen,
tenzij
Burgemeester
en
Wethouders
binnen
dezen
termijn
toestaan
tot
slooping
over
te
gaan.
„Deze
dertig
dagen
kunnen
den
gevel
worden
gewijd.
In
dit
tijdsverloop
kan
hij,
staat
zijn
val
vast,
opgemeten,
geteekend
en
gefotogra
-
feerd
worden,
kunnen
pogingen
tot
behoud
worden
gedaan,
of
tot
aankoop
van
overheids
-
wege”.
Mij
dunkt,
dit
is
een
zaak
die
wel
alle
over
-
weging
verdient.
Amsterdam
is
overrijk
aan
oude
schoonheid,
zóó
rijk
dat
het
groote
publiek
de
geleidelijke
verdwijning
dier
schoon
-
heid
haast
niet
bemerkt.
Maar
vooral
inde
laatste
jaren
zijn
er
prachtige
brokken
weg
-
gevallen.
Wij
worden
in
dit
opzicht
voort
-
durend
armer.
Welk
lid
van
den
Raad
neemt
het
initiatief
voor
eene
wijziging
van
de
bouw
-
veordening
in
bovengenoemden
geest
?
D.
K.
Hooge
hoeden.
„Zonderling
is
het,
dat
al
die
busjes-heeren
in
dienst
van
kerkge
-
nootschappen
en
andere
instellingen
altijd
met
hoogen
hoed
hun
ommegang
langs
de
huizen
doen;
de
aansprekers
en
heel
weinige
makelaars,
elïectenmannen,
professoren
dragen
hem
nog;
overigens
is
hij
zoo
goed
als
ver
-
dwenen
in
het
gewone
dagelijksche
leven;
van
de
hooge
grijze
hoeden,
zooals
mr.
Pier
-
son,
en
wijlen
de
tooneelspeler
|
udels
die
droegen,
is
er,
als
ik
mij
niet
vergis,
nog
slechts
één
over,
nl.
die
van
Henry
Engelen,
bij
gelegenheid
van
het
artisten-zomerfeest
in
het
Stadion.
„Een
categorie
van
hooge-hoedendragers
heb
ik
vergeten,
nl,
de
snorders;
ze
zitten
tegenwoordig
weer
op
den
troon,
dien
de
auto
onder
hen
weggehaald
heeft;
dat
is
ge
-
schied
tengevolge
van
de
benzine-schaarschte”.
Aldus
de
amsterdamsche
correspondent
van
de
Prov.
Overijsselsche
en
Zwolsche
Crt.
van
12
Mei
1917.
j,
w.
E.
Querido’s
Jordaan.
—,
De
uitgever
J.
Emmering-Amsterdam
zond
ons
ter
bespre
-
king
een
bij
hem
verschenen
studie
van
D.
M.
J.
Ch.
Breebaart
:
Is.
Querido’s
Jordaan
als
episch
kunstwerk
(51
p.
prijs
f
0.50).
Schrijver,
die
zich
een
christelijk
criticus
noemt,
toetst
zijn
denkbeelden
over
de
gaven
die
een
naturalistisch
auteur,
speciaal
in
zake
naturalistisch-epische
romankunst
behoort
te
hebben
aan
de
Jordaan-studie,
destijds
ver
-
schenen
bij
de
Maatschappij
voor
goede
en
goedkoope
lectuur
en
is
vol
warme
lof,
ook
ten
opzichte
van
de
moeielijkheden,
te
over
-
winnen
bij
de
psychologische
bestudeering
van
volksgroepen.
„Wat
artistiek
schoon
voor
u
is,
dat
is
ook
voor
u
goed”,
schrijft
hij
p.
50,
maar
laat
daar
onmiddellijk
op
volgen
:
„Wanneer
ge
dit
boek
om
minder
edele
ver
-
langens,
uit
lagere
motieven
leest,
die
ge
niet
aan
een
ander
zoudt
durven
noemen,
dan
kunt
ge
uit
de
Jordaan
veel
kwaad
leeren”.
Over
de
documenteele
waarde
van
het
boek
en
de
toekomstige
waarde
(of
onwaarde)
als
geschiedbron,
laat
schrijver
zich
niet
uit.
J.
W.
E.
Zuiderspeeltuin.
Over
deze
benaming
vaneen
speeltuin,
die
men
vindt
niet
in
het
Zuiden,
maar
op
het
Barendszplein,
in
't
uiterste
Noorden
der
stad
dus,
is
mij
indertijd
van
bestuurszijde
het
volgende
meegedeeld.
Er
was
in
Amsterdam
al
een
Ooster-,
ook
een
Wester-
en
een
Noorderspeeltuin.
Toen
konden
wij
onze
nieuwe
inrichting
moeilijk
anders
dan
Zuiderspeeltuin
noemen..
.
.
Bij
dit
procédé
van
naamgeving
zijn
veler
-
lei
verrassingen
mogelijk.
L,
Nooter.
Pijp.
Inde
Theatev-gids
van
9
Juni
vertelt
Martin
Liket,
dat
deze
bijnaam
oor
-
spronkelijk
werd
gegeven
aan
de
Covert
Flinck
-
straat,
een
benaming
waartoe
de
lange,
smalle
weg
als
vanzelf
leidde.
Later
ging
de
naam
over
op
de
geheele
buurt
IJ
IJ.
J.
W.
E.
Oude
huizen,
In
het
Huis
oud
en
nieuw
zet
Corn.
J.
Gimpel
voort
zijn
beschrijving
van
Oui-amsterdamsche
huizen,
geïllustreerd
met
prenten
naar
oude
afbeeldingen.
Inde
November-aflevering
behandelde
hij
het
huis
van
Jan
Poppen,
hoofd-ingeland
van
de
Beem
-
ster,
Kloveniersburgwal
95,
door
Ph.
Ving
-
boons
gebouwd
1642,
en
het
huisde
vergulde
Dolfijn
,
gebouwd
door
De
Keyser
voor
Johan
de
Bruyn
van
Buytenwech,
later
bewoond
door
Frans
Banning
Cocq,
den
hoofdfiguur
van
Rembrandt’s
Nachtwacht.
Inde
Mei
-
aflevering
is
aan
de
orde
het
Huis
met
het
torentje,
Damrak
hoek
P.
H.
kade,
dat
plaats
gemaakt
heeft
voor
het
Victoria-hotel,
het
pand
Heerengracht
412
(Wiegman’s
Bank)
in
1664
gebouwd
door
Philip
Vingboons
voor
Guillaume
Belin
Lagarde,
twee
huisjes
in
de
Engelschesteeg,
waarvan
het
eene
heet
het
Hoorntje
van
Oranje
(1644),
en
de
sedert
lang
niet
meer
bestaande
brouwerij
het
Klaver
-
blad
c.
1700,
Singel
hoek
Brouwersgracht.—
Het
Juni-nummer
brengt
ons
de
Begijnhof-
60