Tekstweergave van GA-1917_MB004_00009

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR L. S. Bij den aan vang van den vierden jaargang van het maandblad Amstelodamum, vraagt het Bestuur een oogenblik de aandacht van de leden van ons Genootschap. Niettegenstaande het voortdurend blijkt, dat het Maandblad met belangstelling wordt ontvangen en zeer inden smaak valt, heeft het Bestuur toch ernstig over - wogen of de uitgave wel kon worden voortgezet Zoowel de papierprijzen als het drukkersloon stijgt, en naar alle waarschijnlijkheid zullen de kosten van ons blaadje in 1917 niet minder dan duizend gulden bedragen. Het Bestuur heeft echter besloten voort te gaan en ook geene verandering te brengen inden tot dusverre gevolgden regel, dat aan de leden niets voor het Maandblad wordt in rekening gebracht; niettegenstaande de verhoogde exploitatie-kosten, zal ook nu geene bijdrage voor dit doel van de leden worden gevraagd. Toch wenscht het Bestuur eene opmerking te maken. Amstelodamum telt thans ongeveer 880 leden. Van dezen zijn er ruim 200, die als donateurs en donatrices eene jaarlijksche bijdrage van / 5. of meer betalen. De overigen zijn gewone leden, wier contributie / 3. tot 4.50 bedraagt. Zeer zeker zijn er onder deze gewone leden velen, zeer velen, die zonder eenig bezwaar als donateurs zouden kunnen optreden ; en onder de donateurs zullen er wel zijn, die bereid zijn hunne bijdrage te vermeerderen. Tot deze allen richt het Bestuur nu met aandrang het verzoek: maakt het ons mogelijk zonder zorgden nuttigen arbeid van ons Genootschap voort te zetten, door uwe contributie iets hooger te stellen. Wanneer er 200 onder onze eden zijn, die ieder hunne jaarlijksche bijdrage met / 2. verhoogen, is de kas reeds vierhonderd gulden rijker. Welnu dan, laat dit verzoek niet vruchteloos zijn ! Moge de Secretaris, —dr. Joh. C. Breen, Keizersgracht 18 —, van menig lid de mede - deeling ontvangen, dat in het nieuwe boekjaar over eene verhoogde contributie kan worden beschikt! NIEUWE LEDEN Het bestuur bericht, dat tot het Genootschap zijn toegetreden als donateur de heer P. F. A. Luytjes Jr. en als gewone leden mejuffrouw E. Plate en de heeren A. Hemsing Jr., W. J. Herman, H. Lamsvelt en N. A. Zilver Gzn. DE OUDE TURFMARKT De oostzijde van het Rokin, tusschen den Grimburgwal en de Nieuwe Doelenstraat, die bij Raadsbesluit van den 2den September 1913 den schilderachtigen naam van Oude Turfmarkt, dien zij bijna twee en een halve eeuw had gedragen, heeft verloren, zal eerlang door de voorgenomen verbouwing en vergrooting der Neder - landsche Bank geheel van aanzien veranderen. Dit stadsgedeelte heeft inden loop der eeuwen reeds heel wat wijzigingen ondergaan, en zijne geschiedenis verkondigt luide de waarheid van het „niets bestendig hier beneên”. Er is een tijd geweest dat deze plek buiten de stad lag. Tot een goed eind inde vijftiende eeuw werd Amsterdam ten oosten en westen door de O. Z. en N. Z. Achter - burgwallen en ten zuiden door den Grimburgwal en het Spui begrensd. Eerst omstreeks 1430 werden de Gelderschekade en de Kloveniersburgwal als stadssingel gegraven, en kwam de oppervlakte tusschen die gracht en den Amstel feitelijk binnen de toen nog niet bemuurde stad. Onbebouwd was het ten zuiden van den Grimburgwal gelegen land toen al niet meer. Aan den kant van den Kloveniersburgwal stond sinds het laatst der 14e eeuw een nonnenklooster, het convent van Sint-Mariënvelde, en daarnaast was in het begin der 15e eeuw aan de Amstelzijde het klooster „ter 1