Tekstweergave van GA-1917_JB015_00038
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
toen
men
den
bouw
vaneen
nieuw
orgel
inde
Sint
Laurens
had
opge*
dragen
aan
Hans
Goltfus
1
,
een
Duitscher,
die
te
Antwerpen
gevestigd
nog
al
wat
werk
had
in
het
vlaamsch
sprekende
deel
der
Zuidelijke
Nederlanden.
In
1649
hadden
kerkmeesteren
van
de
Luthersche
kerkte
’s*Gravenhage
als
blijk
van
tevredenheid
over
den
bouw
van
hun
nieuw
orgel
een
schaaltje
met
drijfwerk
door
A.
van
Vianen
vereerd
aan
den
orgelmaker
Hans
Wolff
Schonat
uit
Kitzingen
bij
Frankenthal
het
schaaltje
is
door
tusschenkomst
der
Vereeniging
Rembrandt
aangekocht
voor
het
Rijksmuseum
(1882)
en
met
dien
orgelmaker
teekenden
nu
Burgemeester
en
Thesaurieren
van
Amsterdam
8
Mei
1650
een
contract
2
;
het
orgel
zou
moeten
kosten
ƒ7500,
welk
bedrag
later
in
1657
verhoogd
werd
met
ƒ
2000
wegens
veranderingen
tijdens
den
bouw
gemaakt.
In
termijnen
werd
hem
dat
bedrag
uitbetaald,
benevens
na
de
voltooiing
200
ducatons
(ƒ
630)
voor
een
vereering
en
het
is
vanzelf*
sprekend,
dat
in
deze
totaalsom
van
circa
ƒ
10000
alleen
begrepen
is
het
eigenlijke
orgelwerk,
niet
de
decoratie
van
het
front;
het
eindcijfer
zou
dan
aanzienlijk
hooger
geweest
zijn.
Zoodra
de
zaak
beklonken
was,
kwam
Schonat
naar
Amsterdam,
richtte,
ik
meen
inde
Gravenstraat,
een
werkplaats
in
geschikt
voor
groot
werk
(aanmaak
pijpen,
laden
e.d.),
huwde
hier
10
Maart
1652
op
30*jarigen
leeftijd
met
de
23*jarige
Catharina
Rudigers
3
en
in
1655
werd
het
instrument
opgeleverd,
na
gekeurd
te
zijn
door
drie
deskundigen:
Lossy,
den
organist
der
kerk,
Jhr.
van
Eyck,
klokkenist
te
Utrecht
en
Jacobus
van
Noordt,
den
organist
van
de
Oudekerk
te
Amsterdam
4
.
Ik
twijfel
of
het
orgel
toen
inderdaad
aan
redelijke
eischen
heeft
voldaan.
Vondel
spreekt
er
over
in
zijn
Inwydinghe
van
het
Stadthuis
van
1655
5
:
Het
heerlijck
orghel
noot
geen
dwaze
zanghverquisters
Maar
Wijzen,
op
’t
bancket
van
veertien
paer
registers
1
Ik
behandelde
dit
contract
en
den
orgelbouw
uitvoerig
in
het
Rotterdamsch
Jaarboekje
1911,
139.
2
Het
contract
zelf
is
niet
teruggevonden.
De
datum
blijkt
uiteen
verklaring,
14
Sep*
tember
1657
afgelegd
voor
notaris
H.
Westfrisius,
afgedrukt
in
Tijdschrift
muziekgeschie=
denis
IX
233.
Of
dit
contract
notarieel
of
onderhands
is
opgemaakt,
is
niet
vermeld.
3
Trouwboek
van
het
stadhuis
no.
946;
de
ondertrouw
had
plaats
17
Februari.
4
Dit
jaar,
alsmede
de
namen
der
keurmeesters
worden
aldus
gemeld
door
Hess,
in
zijn
Dispositien
1774,
8.
Hoewel
dit
bericht
elders
bevestigd
noch
weersproken
wordt,
is
er
geen
reden
aan
de
juistheid
te
twijfelen.
5
Vondel
Werken
ed
Westerman
IX
269.
6