Tekstweergave van GA-1917_JB015_00037
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
gelden,
en
in
bevordering
van
moderne
orgelmuziek
in
onderlinge
concurrentie
een
stedelijk
belang
werd
gezien.
De
keus
vaneen
orgelmaker
was
stellig
niet
moeielijk.
Met
Gemier
Galtusz
van
Hagerbeer,
die
de
leidsche
en
haarlemsche
instrumenten
had
uitgebreid
en
aan
wien
de
voortzetting
van
den
bouw
van
het
alkmaarsche
instrument
toevertrouwd
was,
werd
28
December
1645
gecontracteerd.
Zoo
spoedig
doenlijk
zou
hij
een
nieuw
groot
orgel
maken
overeenkomstig
het
daarvoor
opge*
maakte
bestek,
dat
jammer
genoeg
niet
bewaard
schijnt
gebleven.
Hij
zou
daartoe
ergens
in
Amsterdam
een
werkplaats
voor
eigen
rekening
huren
en
het
orgel
daar
construeeren
met
de
materialen
hem
door
Burgemeesteren
en
Thesaurieren
te
leveren,
en
dat
tegen
dagelijksche
betaling
van
ƒ
5
voor
hem
zelf
en
ƒ
3
voor
zijn
knechts.
Het
contract,
door
hem
onderteekend
in
het
resolutieboek
van
Thesaurieren
luidt
aldus
1
:
Den
28
decemb.
1645
heeft
Germer
van
Haegelbeer
orghelmaeker
aenghenoomen
een
groot
orgel
inde
nieuwe
kerk
alhier
te
maeken
ende
volkomenlijk
gemaekt
aldaer
te
stellen
ende
fatsoeneeren,
gaende
te
maeken
naar
eysch
der
konst
ende
dat
opt
aller*
spoedigste,
waer
voor
hij
voor
zijne
moeyten
ende
opzicht,
ook
arbeydt,
sal
genieten
vijff
gld.
’s
daeghs,
ook
drie
gld.
voor
zijn
knechts,
ende,
nae
behoorlijcke
overleveringh
noch
een
goede
vereeringh;
dies
sal
hij
geen
huychuer
genieten,
maar
zelffs
zijn
huer
moeten
betaelen,
beneffens
tot
vuyr,
licht,
kaerssgens
ende
bier;
ende
sullen
de
heeren
Burghermeesteren
ende
Thesaurieren
hem
tot
het
werck
moeten
leveren
alle
de
materialen
daer
toe
noodigh,
sulcx
hij
Germer
moeten
doen
arbijden
de
voorsz.
materialen
tot
het
voorsz.
werck,
ende
volghens
de
modelle,
onder
hen
berustende
bij
de
Secretaris
geteeckent.
Actum
uts.
German
van
Hagerbeer.
Dit
contract
kwam
ten
slotte
niet
tot
uitvoering
door
het
kort
daarop
ge*
volgde
overlijden
van
Van
Hagerbeer.
Zijn
neef
Jacobus,
aan
wien
de
re*
paratie
van
het
kleine
nieuwekerks*orgel
was
opgedragen,
wat
hij
zelf
voor
den
kerkbrand
nog
voor
ƒl2OO
had
aangenomen
2
,
achtte
men
blijkbaar
niet
berekend
voor
dit
soort
werk
en
andere
eerste
rangs
orgelmakers
waren
destijds
hier
te
lande
niet
te
vinden.
Terecht
of
ten
onrechte,
het
is
zeer
moeielijk
nu
na
zoo
vele
jaren
te
beoordeelen,
meende
men
de
leverantie
aan
een
Duitscher
te
moeten
opdragen;
hetzelfde
dus
wat
in
1642
geschied
waste
Rotterdam,
1
Res.
Thes.
ord.
I
fol.
130
Vgl.
Amsterdamsch
Jaarhoekje.
1897,
19.
2
Amsterdamsch
Jaarboekje.
1897,
22.
5