Tekstweergave van GA-1916_MB003_00115
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
wordt
hieraan
dus
onder
voortdurend
toezicht
de
grootste
aandacht
geschonken.
Elk.;
motor
-
wagen
komt
hier,
na
pl.m.
35.000
K.M.
te
hebben
afgelegd.
Naast
de
revisieremise,
en
van
deze
geheel
gescheiden,
bevinden
zich
de
exploitatieremises
met
een
daaraan
grenzende
werk-
en
berg
-
ruimte.
Het
overige
gedeelte
van
het
hoofdgebouw
wordt
ingenomsn
door
decentrale
werk
-
plaatsen
en
het
magazijn,
door
de
groote
traverseerhal,
wasch-,
schaft-
en
andere
dienst
-
lokalen
en
door
de
voor
den
dienst
der
ge
-
leidingen
en
automobielen
noodige
ruimten,
Een
inden
loop
der
jaren
buiten
het
hoofd
-
gebouw
verkregen
uitbreiding
is
in
hoofdzaak
voor
den
dienst
van
het
lijnwerk
bestemd.
Een
en
ander
groepeert
zich
dus,
hoewel
met
een
bepaald
gewenschte
zelfstandigheid,
om
decentrale
werkplaatsen.
Decentrale
werkplaatsen
zijn
belast
met
alle
werkzaamheden,
welke
ter
vereenvoudi
-
ging
van
de
werkwijze
inde
verschillende
afdeelingen,
niet
door
deze
zelf
geschieden.
Naast
het
zeer
omvangrijke
onderhoudswerk
van
elk
onderdeel
van
het
bedrijf
wordt
veel
nieuw
werk
verricht.
Ook
worden
artikelen
aangemaakt,
welke
wel
elders
verkrijgbaar
zijn,
maar
welke,
omdat
bijzondere
eischen
van
deugdelijkheid
worden
gesteld,
beter
onder
eigen
toezicht
door
eigen
werkkrachten
worden
vervaardigd.
Te
midden
van
decen
-
trale
werkplaatsen
ligt
het
magazijn.
Juist
de
werkzaamheden
en
bemoeiingen
van
werkplaatsen
en
magazijnen
zijn
door
de
z
er
sterke
uitbreiding
van
het
bedrijf
zoodanig
gestegen,
dat
de
hiervoor
in
oor
-
spronkelijke
plan
bestemde
ruimten,
die
alle
gelijkvloers
liggen,
te
klein
zijn
geworden.
Pogingen
om
meer
ruimte
te
vinden
door
aankoop
van
achter
de
hoofdremise
gelegen
huizen
leden
schipbreuk.
Er
is
daarom
beslag
gelegd
op
een
deel
van
één
der
exploitatiere
-
mises.
De
ruimte,
die
aldus
voor
wagenberging
verloren
ging,
is
voor
een
groot
deel
terug
-
gevonden
d
or
het
bebouwen
van
het
vroeger
met
verdeelspoor
belegde
open
voorterrein.
Boven
een
gedeelte
van
de
tweede
exploita
-
tieremises
en
boven
eenige
andere
gedeelten
van
het
gebouw
is
een
verdieping
gelegd.
Aan
de
hand
vaneen
plattegrond
werd
vervolgens
een
en
ander
medegedeeld
omtrent
de
onderscheidene
werkplaatsen
c.a.
en
de
daar
verrichte
werkzaamheden.
J.
W.
E.
UIT
BOEK
EN
TIJDSCHRIFT
R.
A.
Veldhuizen.
Op
het
tweede
ge
-
deelte
zijner
veiling
werden
hooge
prijzen
besteed,
dank
zij
de
enorme
belangstelling,
schrijft
de
Maasbode
van
21
October.
„Een
woord
van
lof
mag
in
deze
zeker
niet
onthouden
worden
aan
het
werken
van
het
genootschap
Amstelodamum,
dat
op
zoo
flinke
wijze
de
kennis
van
het
heden
en
ver
-
leden
van
onze
stad
bevordert
en
daardoor
de
menschen
warm
maakt
voor
hun
stad”.
J.
W.
E.
Klokgieters.
In
het
jongste
jaarboekje
van
het
Genootschap
Niftarlake
geeft
de
Secre
-
taris,
de
heer
J.
G.
Th.
Grevenstuk,
de
op
-
schriften
van
alle
torenklokken
inde
Vecht
-
streek.
Behalve
het
Hemony-carillon
te
Weesp
worden
er
bellen
geïnventariseerd
van
deze
amsterdamsche
gieters:
Jan
Albert
de
Grave:
Loenen
(1726).
Hemony:
Weesp
(1674).
Geraert
Koster:
Westbroek
(1611).
Pieter
Seest:
Maarsen
(1763),
Weesp
(1763
en
1776)
en
Nieuw-Loosdrecht
(1769).
J.
W.
E.
Een
zwitsersch
gezant
te
Amsterdam.
—-
Ineen
dezer
dagen
verschenen
boek
van
den
zwitserschen
geleerde
dr.
Th.
Ischer,
Die
Ge
-
sandschaft
der
protestantischen
Schweiz
bei
Crom
-
well
und
den
Generalstaaten
der
Niederlande
1652/54
(Bern,
Gustav
Grunau)
wordt
uitvoerig
beschreven,
hoe
door
de
zwitsersche
protestant
-
sche
kantons
in
1653
en
1654
naar
Engeland
en
Nederland
een
gezant
werd
gezonden
om
den
vrede
tusschen
de
beide
protestantsche
volken
te
bemiddelen.
Nadat
de
vrede
was
gesloten,
keerde
de
gezant,
Johann
Jacob
Stokar,
stads
-
secretaris
van
Schaffhausen,
weer
naar
zijn
vaderland
terug.
Hij
nam
toen
zijn
weg
over
Amsterdam,
waarbij
4
Juni
1654
aankwam.
Hij
werd
door
de
stadsregeering
feestelijk
ontvan
-
gen.
Drie
dagen
duurden
de
plechtigheden
en
feesten,waaraan
Burgemeesteren
en
Raden
deel
■
namen.
„Jedes
mal,
schrijft
Stokar,
speisten
vier
Bürgermeister,
deren
12
sind,
und
8
Schop
-
pen
oder
Ratsherren
mit
uns.”
Men
ziet,
dat
onze
gezant
geen
heldere
voorstelling
had
van
den
regeeringsvorm
van
Amsterdam,
voor
een
vreemdeling
trouwens
niet
zoo
eenvoudig
te
doorgronden.
Men
toonde
den
gezant
de
merkwaardigheden
der
stad.
Hij
werd
ook
in
de
„Kcmödie”
ontvangen,
waar
aan
beide
zijden
aan
den
ingang
musketiers
opgesteld
waren,
„auchTrompeter,
diedapferbeyseynen
ankunfft
blasstend
und
so
im
aussgang
wiederumb”.
Ter
zijner
eer
werden
de
vertooningen
van
den
vrede
nog
eens
herhaald.
Ineen
sloep
der
admiraliteit
deed
hij
een
tocht
door
de
grach
-
ten
en
de
havens
„drusen
umb
die
Schiff.”
Een
te
Amsterdam
woonachtig
Zwitser
Conrad
Pestalozzi
kon
zich
niet
genoeg
verblijden
over
de
eer,
die
zijn
vaderland
genoot:
„Wunder
dass
unser
Landen
hinder
den
bergen
so
weit
abgelagen
zu
arbitriis
zwischen
den
so
mach
-
tigen
Republicis
gebraucht
werden,
ist
den
ganzen
Nation
ein
ehr.”
Van
Amsterdam
reisde
Stokar
ineen
staatsjacht
naar
Utrecht.
H.
B.
107