Tekstweergave van GA-1916_MB003_00112
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
bruggetje
van
Hofwyck,
de
overhaal
aan
het
Polderhuisc.
1820.de
Wereringpoort
vóór
1841,
Stadlanderin
1755,
en
de
huidige
Ruysdael
-
kade
achter
het
Polderhuis.
Gimpel
verhaalt
een
curieus
voorbeeld
van
naamsverandering.
Op
het
bolwerk
Amstelveen,
bij
de
Weteringpoort
was
een
molen,
de
roo
Olymolen
of
de
Olipot,
inde
wandeling
de
Spring
in
’t
Veld.
Later
werd
dat
afgekort
tot
de
Spring
en
onbegre
-
pen,
werd
die
molen
op
de
kaarten
sedert
omstreeks
1840
de
Spiering.
J.
w.
E.
Sinterklaasviering
in
Amsterdam.
In
Vlaanderen
en
in
ons
land
is
het
een
inge
-
worteld
gebruik
geworden
het
feestte
vieren
van
Sint
her
Claes,
heilige
heer
Klaas,
saam
-
getrokken
tot
Sinterklaas.
Vooral
in
Amster
-
dam
heeft
Sinterklaas
een
groote
vereering
gevonden.
Als
schutspatroon
der
zeevarenden
volgens
de
legende
deed
hij
op
een
reis
naar
het
H.
Land
eendoor
hem
voorspelden
storm
door
zijn
gebed
bedaren
werden
er
in
zeehandeldrij
vende
plaatsen
kerken
en
kapellen
ter
zijner
eer
gebouwd
en
hem
ge
-
wijd.
Zoo
was
de
Oude
Kerk
op
het
Oude
Kerksplein,
welke
reeds
vóór
1320
gebouwd
werd
de
toren
dateert
van
1558
aan
den
H.
Nicolaas
gewijd.
In
1522
deden
de
kerkmeesters
der
Oude
Kerk
een
zilveren
St.
Nicolaasbeeld
vervaardigen,
levensgroot,
we
-
gende
948
guldens
zwaar
geld
en
waarvan
de
kosten
aan
maakloon
alleen
200
guldens
beliepen.
In
1578,
toen
Amsterdam
in
moei
-
lijkheden
verkeerde
en
er
groot
gebrek
aan
geld
was,
werd
dit
beeld
gesmolten
en
van
het
zilver
noodpenningen
geslagen.
Ook
de
kerk
het
Roode
Hert
inde
Heintjehoeksteeg
was
aan
den
H.
Nicolaas
gewijd.
Het
gasthuis,
in
1402
gesticht,
later
het
leprozenhuis,
stond
eveneens
onder
bescherming
van
den
H.
Nico
-
laa.s.
Thans
kennen
wijde
kerken
aan
de
Prins
Hendrikkade
en
Bilderdijkstraat,
welke
den
naam
van
den
H.
Nicolaas
voeren.
Brepols
in
Turnhout,
uitgever
van
volks
-
prenten,
geeft
onder
meer
een
prent
uit,
welke
de
volksheilige
voorstelt,
rijdende
over
de
daken.
Deze
plaat
brengt
in
beeld
zijn
patroonschap
over
de
stad
Amsterdam
en
is
met
het
volgende
versje
onderschreven:
Vier
eeuwen
is
het
reeds
geleden
Dat
men
in
’t
magtig
Amsterdam
Hem
tot
Patroon
of
Schutsheer
nam.
En
als
een
heilige
heelt
gebeden.
Als
patroon
der
schippers,
en
dit
heeft
er
zeker
niet
weinig
toe
bijgedragen,
dat
zijn
feest
in
Amsterdam
zoo
populair
is,
is
het
volgende
schippersliedje
bekend:
Wij
sullen
ons
scheepken
wel
stieren
Al
over
die
wilde
see.
Al
op
Sinterklaes
manieren,
Soo
gaet
er
ons
Soetlief
mee.
St.
Nicolaas
vindt
men
meestal
afgebeeld,
staande
naast
eene
tobbe,
waarin
drie
knapen.
Een
hebzuchtig
slager
had
drie
knapen
ver-
moord
aldus
het
verhaal
om
hen
te
berooven
van
het
geld,
hetwelk
hij
veronder
-
stelde,
dat
zij
bij
zich
hadden.
De
knapen
werden
in
stukjes
gesneden
en
ineen
vat
ingezouten.
St.
Nicolaas,
die
dit
vernomen
had,
deed
de
kinderen
weder
ten
leven
op
-
wekken.
Een
voorstelling
hiervan
kan
men
zien
ineen
gevelsteen
van
het
café
de
Bis
-
schop
aan
den
Dam,
Als
kindervriend
is
Sinterklaas
vooral
be
-
kend
en
ook
nu
nog
is
het
Sinterklaasfeest
algemeen
in
eere.
De
gewoonte
om
een
schoen
onder
den
schoorsteen
te
plaatsen
met
een
bosje
hooi
of
wat
wortelen
voor
den
schim
-
mel,
is
nog
in
gebruik,
eveneens
het
Sinter
klaas-bezoek
inde
huisgezinnen.
Van
de
vele
liedjes,
die
de
kinderen
zingen,
geven
wij
alleen
het
volgende:
Sinterklaas
goedheilig
man,
Trek
je
beste
tabberd
an,
Rijd
er
mee
naar
Amsterdam,
Van
Amsterdam
naar
Spanje,
Appeltjes
van
Oranje,
Appeltjes
van
den
hoogen
boom,
Sinterklaasje
is
mijn
oom.
__
Sinterklaas-week,
de
negen-uur-sluiting
is
dan
tijdelijk
opgeheven,
blijft
voor
de
kin
-
deren
en
o
k
voor
de
grooteren
steeds
eene
aangename
attractie.
De
winkeliers
maken
in
hun
winkel
extra-uitstallingen
en
inde
straten
heerscht
een
levendige
drukte.
In
verschillende
winkels
en
poffertjes-gelegenheden
is
Sinter
-
klaas
gast
en
zoo
zal
de
oude
Sinterklaas
-
viering
in
Amsterdam
nog
wel
lang
in
eere
blijven.
W.
H.
M.
Martin
Berden.
Om
Vondel’s
eere.
—
Het
Nieuws
van
den
Dag
schreef:
„Een
gure
herfstochtend
in
het
Vondelpark.
Nu
en
dan
dwarrelt
een
geel
blad
op
Vondel’s
verweerd
en
eenzaam
standbeeld;
maarde
koude
en
de
triestheid
van
den
morgen
zijn
geen
beletsel
voor
een
oud
man,
met
nog
vasten
stap,
om
zich
te
bewegen
inde
rich
-
ting
van
het
beeld.
„Vóór
50
jaren
stond
hij
daar
ook
en
van
hem
is
het
denkbeeld
uitgegaan
Vondel’s
beelto
-
tems
op
deze
plek
een
plaatste
geven.
Met
liefde
ontwierp
hij-zelf
het
breede
voetstuk,
waarop
Royer’s
kunstwerk
rusten
zou.
„’t
Had
den
bijna
90-jarige
gehinderd—■
de
lezer
heeft
den
naam
van
den
eenzamen
wande
-
laar
genoemd:
’t
was
dr.
P.
J.
H.
Cuypers
dat
de
stad
Amsterdam,
die
bij
de
overdracht
van
het
monument,
beloofde
het
te
zullen
in
stand
houden,
al
sedert
jaren
dien
plicht
ver
-
waarloost.
De
jeugd
heeft
vrij
spelen
en
ver
-
nielen
om
Vondel’s
voeten
en
de
eenmaal
in
gulden
letters,
op
de
thans
halfvergane
zij
-
vlakken
aangebrachte
inscripties
zijn
door
weer
en
vocht
onleesbaar
geworden.
„Dat
vond
dr.
Cuypers
een
vlek
op
Vondel’s
eere
en
hij
heeft
zich
daarover
tot
het
stads
-
bestuur
gewend,
zoodat
werd
afgesproken
dat
104