Tekstweergave van GA-1916_MB003_00110
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
over
woonhuis,
büürtmeester,
huisknecht,
en
herinnert
aan
Amsterdam,
’s-Gra
-
venhage,
Geertruidenbérg,
enz.
Bij
nieuwe
namen
(van
straten
enz.),
zegt
hij,
is
de
doorzichtigheid
der
samenstelling
grooter
dan
bij
oude,
en
daaruit
ver
-
klaart
hij
dan
de
afwijkingen
in
het
accent
der
namen
op
-plein.
Als
er
twee
straten
in
elkanders
nabijheid
liggen,
die
eenzelfden
naams-uitgang
hebben
maar
een
verschillend
voorvoegsel,
dan
blijft
de
doorzichtigheid
der
samenstelling
be
-
waard
en
legt
men
dus
den
klemtoon
op
het
voorvoegsel.
Zoo
zal,
zegt
de
heer
Den
Hertog
in
1889,
het
wel
altijd
blijven
Wèsteinde
en
Oósteinde.
Maar
in
onzen
tijd,
25
jaar
later,
spreekt
iedereen
toch
van
Wes
téinde
en
Oost
einde,
evenals
de
Hagenaar
van
Noord
einde.
In
het
algemeen
meent
de
schrijver
dat,
bij
lange
namen,
de
haast
waarmede
men
meer
en
meer
gedwongen
wordt
zich
uitte
drukken,
het
jagen
naar
de
slotlettergreep
en
de
accentueering
van
deze
laatste
voldoende
verklaart.
Inden
volgenden
jaargang
van
Noord
en
Zuid
(1890,
bl.
234
vlgg.)
behan
-
delt
de
heer
H.
J
Delfgaauw
(thans
hoofd
eener
openbare
school
te
Amsterdam)
de
Haagsche
straatnamen.
Hij
constateert
dat
ook
in
Den
Haag
de
uitgang
-straat
nooit
het
accent
heeft.
Bij
namen
op
-straat
die
een
bekend
persoon
in
herin
-
nering
houden,
wiens
naam
eindigt
op
een
woord
dat
een
algemeen
bekende
zaak
aanduidt
terwijl
de
eigennaam-zelf
het
volk
niets
zegt.
verspringt
de
klemtoon
in
Den
Haag
op
den
naam
dier
algemeen
bekende
zaak:
dus
Bilder
-
dijkstraat,
Westerbaanstraat,
Hemster/msstraat,
maar
Rübensstraat,
Jacob
Cats
-
straat,
Hóbbemastraat.
Deze
opmerking
stemt
geheel
overeen
met
de
mijne,
dat
de
(Amsterdarasche)
Bilderdijkstraat
en
de
Langendijkstraat
zoo
worden
uitge
-
sproken
naar
analogie
van
Amsteldijk
en
Zeedijk.
Nieuw
is
de
opmerking
dat
deze
uitspraak
in
dergelijke
namen
het
gevolg
zou
zijn
van
het
onbekend
-
zijn
met
de
familienamen
en
van
het
feit
dat
er
een
wèlbekend
woord
in
voor
-
komt
dat
aan
een
gelijk
woord
in
andere
straatnamen
doet
denken.
Dit
zou
ook
verklaren
waarom
wel
de
volksklasse
maar
niet
de
meer
ontwikkelde
spreekt
van
Bild.rdijkstraat.
Een
uiterst
ingewikkelde
en
spitsvondige,
maar
daarom
m.i.
nog
niet
plau
-
sibele
verklaring
van
de
zonderlinge
accentueering
der
Amsterdamsche
straatnamen
geeft
dr.
J.
M.
Hoogvliet
in
Vragen
en
Mededeelingen,
bl.
115.
Het
stuk
is
te
lang
om
hier
aangehaald
en
de
verklaring
te
gecompliceerd
om
in
uittreksel
gegeven
te
worden.
Eindelijk
heeft
prof.
Schrijnen
de
zaak
uitvoeriger
ter
sprake
gebracht
in
zijn
groot
werk
over
Nederlandsche
Volkskunde',
zijn
beschouwingen
zijn
overge
-
nomen
in
het
Octobernummer
van
dit
maandschrift.
Het
ligt
zeker
aan
mij
dat
ik
inde
door
hem
gegeven
voorbeelden
de
toepassing
niet
vermag
te
zien
van
de
vooropgestelde
beginselen,
en
dat
ik
de
aangehaalde
verklaringen
van
het
verschijnsel
óf
niet
zeer
duidelijk
óf,
door
de
vele
uitzonderingen
op
de
gestelde
regels,
niet
altijd
aannemelijk
vind.
Laat
mij
ten
slotte
vermelden
dat
iemand
die
mij
particulier
over
de
zaak
schreef,
inde
neiging
tot
oxytoneering
en
inde
gewoonte
om,
als
het
eerste
lid
der
samenstelling
proparoxytonon
is,
het
accent
een
lettergreep
verder
(of,
als
deze
toonloos
is,
twéé
lettergrepen
verder
te
doen
verspringen:
(bijv.
Bilderdijk
tegenover
Bilderdijkstraat)
een
consequentie
ziet
van
het
Grieksche
accentueerings
-
beginsel,
dat
geen
verder
accent
kende
dan
op
de
antepaenultima;
terwijl,
volgens
dezen
briefschrijver,
daardoor
ten
overvloede
bewezen
wordt
dat
de
Hollandsche
psyche
nauwer
verwant
is
aan
de
Celto-Franco-Romaansche
dan
aan
de
Germaan
-
sche,
die
in
woorden
als
Bééthovenstrasse
pro-pro-proparoxytona
kent
die
als
barbaarsch
dienen
gequalificeerd
te
worden.
Het
komt
mij,
gelijk
ik
den
schrijver
102