Tekstweergave van GA-1916_MB003_00107

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM afdrukken en nagieten van vijf verschillende fragmenten van beeldhouwwerken in het oostelijk fronton van het paleis-raadhuis, voorstellende: a. zwaan ; b. triton op een hoornschelp blazende; c. vrouw, steunende op een dclfijn (rugaanzicht) ; d. triton het hoofd achterover geworpen; e. groep van vier najaden, haut- en bas-relief. De vier eerste fragmenten werden door de mouleurs der Commissie afgegoten, de vijfde onder leiding van prof. Alb. Aerts, die met de herstelling der beeldhouwwerken was belast en op wiens aanwijzing het afgieten door de mouleurs der Commissie geschiedde. Met het afdrukken ter plaatse waren drie maanden gemoeid ; de stukvormen, waarin het eerste afgietsel werd verkregen, bleken van vol - doende sterkte om daaruit nog drie stel te vervaardigen. H. B. Synagoge inde Uilenburgerstraat. Bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan der Uilenburgerstraat-Synagoge, 22 September j.l. met een plechtige godsdienstoefening herdacht, schreef dr. D. M, Sluys, de Secretaris der Ne - derlandsch Israëlitische Hoofdsynagoge hier, in het programma een historisch opstel, dat sedert met bewijsplaatsen nog afzonderlijk ver - spreid is. Bij haar inwijding (29 Aug. 1766) de - den dienst de oppervoorzangers der Gemeente Samuel David uit Frankfort a/d Oder en Abra - ham Höllischau begeleid door hun zangers en geaccompagneerd dooreen orchest van 13 muzikanten, bespelende strijk- en blaasinstru - menten. „De Synagoge, die in 1766 een centraal punt vormde voor de omgeving, staat thans ineen buurt, die bijna geheel bestemd is onder den bijl des sloopers te vallen. Uit dit oogpunt gezien is er geen reden tot verheugenis. Toch behoeft zij niet te vreezen, dat zij wegens het verdwijnen van haar oude omgeving een over - bodig iets zal worden ; reeds thans trekt zij het meerendeel harer bezoekers uit andere stads - wijken, en vindt zij hen nog aan zich gehecht, en door oude beproefde banden verbonden”. Aldus hoopt de schrijver voor de toekomst. J. W. E Een haan op de Gelderschekade. De hier meergenoemde amsterdamsche brief - schrijver in het Utr. Dagbl., die zich Habis Minggoe (Maleisch voor: de week is uit !) teekent, had in dat blad van Zondag 1 October eenige opmerkingen gemaakt over de snelle veranderingen welke sommige gedeelten onzer stad ondergaan. Aanleiding daartoe gaven hem eenige plaatjes van vroegeren datum inde juist verschenen Prins. Op een dezer, van de omgeving der Nieuwmarkt, zag hij bij de Sint Antonieswaag, aan den waterkant een paal bekroond met een kolossalen haan. Daarmee wist hij geen weg. Wat bedoelde die haan ? Zou hij een marktteeken zijn geweest, als de fameuse duitsche Rolands, waarvan Bremen en Halberstad nog zulke aardige voorbeelden bezitten. In ieder geval beteekent zoo'n min of meer overbodig beest een plaisante lust, om sier en leven te brengen op de straat. Rationalistisch als we heden-de-dag zijn geworden, doen we daar weinig meer aan. „Alles moet zijn nut hebben”. Een belangstellend lezer te Utrecht, die zich Jan Lambeek teekent, heeft daarop Habis Minggoe vriendelijk ingelicht. O ja, die grooten houten haan op de remmingpaal bij den vischsteiger, die herinnerde hij zich zéér goed. Bij het vliegeroplaten stond hij hem en zijn speelkameraden altijd inden weg, maar ze hadden er ook veel plezier van wanneer ze hem, tot schrik hunner ouders, beklommen en er een carousselpaard van maakten. In onze dagen, zoo zet Jan Lambeek zijn jeugdherinnering voort, stond die haan niet midden in het water maar meer op den wallekant van de tegenwoordige Geldersche kade, recht tegenover het kantoor van de van ouds vermaarde bierbrouwerij de Haan (en Sleutels). Het was een 5 M. hooge ge - canuleerde Corinthische zuil, waarop een groote witte haan, die de faam moest ver - kondigen van het beroemde Haantjes-bier. Dat was niet alleen bedoeld als reclame, maar ook als plaatsaanduiding voor de schippe - rij, meer in het bijzonder de laad- en losplaats aanduidende van de brouwerij de Haan. Habis Minggoe heeft in zijn volgenden weekbrief ( Utr. Dagbl. van 8 Oct.) den vriende - lijken inzender dank gebracht. Toch hand - haaft hij zijn opmerking, dat levenslust onze vaderen aanspoorde de openbare straat te tooien. Het feit, dat ook de commercie zich van zulke emblemen bediende als die houten chantecler op de Nieuwmarkt, is teekenend. De Gekroonde Valk op den Kadijk levert nog heden ten dage een pendant. Boven de poort staat de valk met de kroon op den kop en ieder die weleens stout heeft gedronken kent het ovale etiket met denzelfden vogel. Hoe jammer dat al die dieren als gevel- en uithangteekenis verdwijnen, klaagt Habis Minggoe. Al de huizen die op den Dam plaats moesten maken voor het groote gebouw van Peek en Cloppenburg droegen aardige namen. Nu heeft de architect Joling al die emblemen weer doen herleven, zoodat het gebouw er dertien tegelijk krijgt. Die zullen echter den nieuwen eigenaar eigenlijk niet veel kunnen schelen, terwijl de ingezetenen van den „Rooden” en den „Gouden Leeuw” in erfveete moeten hebben geleefd over de couleur van hun uithangbeest. D. B. V. UIT BOEK EN TIJDSCHRIFT Geslachtsnamen. Ineen studie over onze personennamen schrijft J. Boomkamp 99