Tekstweergave van GA-1916_MB003_00102
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
brand.
Andere
platen
vermelden
het
jaar
en
datum
der
opening,
welke
plaats
had
door
den
toenmaligen
burgemeester
van
Amsterdam,
mr.
Vening
Meinesz.
Een
andere
plaat
vermeldt
de
namen
der
architecten.
Verder
doorgaande
vindt
men
het
plaatsbureel
en
door
het
tochtportaal
wordt
men
gevoerd
naar
de
ruime
ronde
vestibule,
welke
een
braaien
toegang
vormt
tot
de
breede
trappen
-
huizen.
Boven
gekomen
vindt
men
ruime
gemak-
en
toiletkamers
terzijden
van
de
gangen
gelegen,
zoodat
gaande
en
komende
elkander
niet
hinderen.
Om
gelijke
reden
is
ook
het
rijtuigverkeer
verdeeld.
De
bezoekers
van
balkons
en
loges
stappen
uit
inde
Marnixstraat,
die
der
overige
rangen
op
het
Leidscheplein.
Alleen
beneden
inde
kleine
foyer
wordt
gerookt.
Inde
groote
foyer
vindt
men
weinig
rustbanken
ten
einde
de
bezoekers
die
den
geheelen
avond
reeds
zitten,
gelegenheid
te
geven
onbelemmerd
een
oogenblikje
te
wandelen.
De
geheele
schouwburg
biedt
ruimte
aan
voor
ongeveer
1200
zitplaatsen.
De
groote
zaal
is
breed
en
niet
diep,
zoodat
ieder
dicht
bij
het
tooneel
zit
en
een
vrij
uitzicht
heeft
over
het
geheel.
Op
naamschilden
langs
de
bolvormige
balustra
-
den
der
loges
worden
herinneringen
verlevendigd
aan
Van
Lennep,
Langendijk,
Breero,
Vondel,
Coster,
Punt,
Wattier,
Snoek,
Majofski
en
Kleine.
Inden
boog
van
het
portiek
voor
de
tooneelopening
is
de
bijenkorf
aangebracht,
het
zinne
-
beeld
van
Coster’s
stichting
aan
de
Heerengracht.
Inde
wolken
der
zoldering
zetelt
Amstel’s
stedemaagd
omringd
door
toespelingen
op
tooneel
en
muziek
in
hunne
verschillende
uitingen.
De
kroon
voor
de
verlichting
van
de
zaal
is
naar
het
ontwerp
van
den
bouwmeester
Jan
Springer
en
wordt
als
kunstwerk
zeer
geroemd.
De
verschillende
foyers,
corridors
en
trappenhuizen
zijn
sedert
enkele
jaren
versierd
met
tal
van
portretten
van
beroemde
kunstenaressen
en
kunstenaars.
Voor
de
veiligheid
van
de
bezoekers
is
redelijkerwijs
al
het
mogelijke
gedaan.
De
bouwstoffen
bestaan
uit
steen
en
ijzer,
pleister
niet
op
latten,
doch
volgens
het
stelsel-Monier
op
gevlochten
ijzerdraad;
hout
is
alleen
gebezigd
waar
het
onmisbaar
was.
Het
is
dan
ook
minder
de
brand
dan
de
vlugge
ontruiming
van
het
gebouw
bij
het
al
of
niet
wettig
geroep
van
„brand”,
waarvoor
de
ontwerper
van
toen
reeds
te
waken
had.
Vandaar
de
ruime
trappen,
elke
rang
heeft
er
twee.
Gangen,
nooduitgangen
en
muurladders
zijn
aangebracnt.
Vandaar
de
even
eenvoudige
en
vernuftige
samengestelde
engelsche
sloten
(exit
locks)
op
alle
deuren;
die
sloten
zijn
zoo
ingericht
dat
de
deur
van
buiten
alleen
met
een
sleutel
is
te
openen,
doch
naar
buiten
openspringt
zoodra
er
van
binnen
tegen
gedrukt
wordt.
Naar
berekening
kan
het
geheele
gebouw
in
3
a
4
minu
-
ten
ontruimd
zijn.
Het
tooneel
is
aan
weerszijden
dooreen
open
brandgang
van
de
zaal
afge
-
zonderd
en
de
gordijnen
ter
breedte
van
n
meter,
die
onmiddellijk
aan
de
zaal
grenzen,
kunnen
ingeval
van
nood
direct
worden
.afgescheiden
door
middel
vaneen
ijzeren
scherm.
Ondanks
zijn
gewicht,
10.000
K.G.,
wordt
het
door
2
man
in
enkele
minuten
omhoog
gewonden,
terwijl
dooreen
eenvoudige
hefboom
-
beweging
het
in
30
seconden
zakt.
Dit
kan
zoowel
op
het
tooneel
als
daarbuiten
op
een
brandvrije
plek
worden
uitgevoerd.
Hetzelfde
geldt
voor
het
waterscherm
dat
voor
het
ijzeren
scherm
is
aangebracht,
waaruit
het
water
rechtstandig
naar
beneden
stroomt.
Bovendien
is
boven
de
geheele
tooneeloppervlakte
een
buizennet
aangebracht
van
z.g.
sprinklers,
die
zoodanig
zijn
ingericht
dat
ingeval
van
brand
of
bij
snelle
temperatuursverhooging
deze
sprinklers
automatisch
het
water
naar
alle
kanten
verspreiden.
In
het
dak
bevindt
zich
een
groot
brandluik,
dat
in
schuine
ligging
door
eigen
zwaarte
open
schuift;
daartoe
behoeft
een
brandwacht
slechts
aan
een
touw
te
trekken.
Het
personeel
op
het
tooneel
is
door
middel
van
spreekbuizen
met
de
brandwacht
in
gemeenschap
en
hun
persoonlijke
veilig-
94