Tekstweergave van GA-1916_MB003_00034
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
ham
den
gden
Maart
1815
en
Salomon
den
zzsten
October
1818
geboren.
Het
is
m.i.
niet
mogelijk,
dat
dit
Boontje
een
scheldnaam
was,
immers
dan
vond
men
dit
invectief
niet
in
zulk
een
boekje,
waarvan
elke
bladzijde
het
opschrift
draagt:
~Inde
Naam
Des
Heere
Amen”.
In
’t
algemeen
is
’t
juist,
dat
er
vroeger
veel
hatelijke
bij-
en
toenamen
in
omloop
-
waren.
De
Delmontes
werden
echter
Zwiepers
gescholden.
Ook
Boontje
is
als
bijnaam
nog
wel
bij
de
Portugeezen
bekend.
Misschien
werd
dit
woord
wel
speciaal
gebruikt
voor
een
kleinen
en
bruinen
Portugees;
misschien
wel
’t
eerst
voor
een
Bueno-tje
(Bueno
de
Mesquita).
De
aliassen
van
de
portugeesche
joden
moet
men
echter
wel
onderscheiden
van
de
scheld
-
namen.
Motieven
als
het
verborgen
willen
blijven
voor
de
Inquisitie,
het
bewaren
van
den
familienaam
der
moeder
bij
den
tweeden
zoon
en
ook
andere
zijn
bij
het
aannemen
vaneen
alias
in
het
spel.
Izak
Prins.
Chineesche
wijk.
Als
zoodanig
signa
-
leert
F.
in
het
Handelsblad
van
12
Februari
de
Buiten-Bantammerstraat.
Eethuizen
van
Lon-Fat,
Sing-Hing
en
Ng-Ah-Keng,
ook
slaapgelegenheden
en
speelhuizen
van
Tan-
Bow-Wah,
Li-Hung-Poh
en
Wat-Ah-Ling,
alsmede
een
kappers-
en
barbierszaak
met
een
chineesch
biljet
zijn
in
die
buurt
ge
-
vestigd,
vooral
ten
behoeve
der
chineesche
stokers
der
groote
stoomvaartreederijen.
De
woningen
of
logementen
zijn
daar
dadelijk
te
herkennen
aan
de
uithangborden;
eenige
chineesche
letterteekens
zwart
op
wit
doen
ze
dadelijk
in
het
oog
vallen.
J.
W.
E.
Aalmoezeniersweeshuis.
De
door
ons
vermelde
artikelen
uit
het
Weekblad
de
Am
-
sterdammer
over
het
aalmoezeniersweeshuis
van
den
heer
W.
F.
van
Voorst,
zijn
tezamen
in
boekformaat
verschenen
onder
den
titel
Aalmoezeniersweeshuis
en
inrichting
voor
stads
-
bestedelingen
1
Januari
1666—1
Januari
1916.
Het
werkje
is
keurig
uitgegeven
door
de
Stadsdrukkerij
en
alom
inden
boekhandel
verkrijgbaar.
D.
S.
Hoogheemraadschap
van
Zeeburg
en
Diemerdijk.
Over
dit
waterschap,
dat
als
voornaamste
taak
heeft
de
zorg
voor
den
zeedijk
Amsterdam—Muiden,
vertelt
A.
L.
veel
merkwaardigs
in
Buiten
No.
5
en
6.
Waarschijnlijk
was
ter
zelfder
plaatse
vroeger
reeds
een
kade
aangelegd
tegen
de
aanvallen
van
hét
water
uit
de
binnenmeren
vóór
het
ontstaan
der
Zuiderzee,
doch
toen
die
meren
zich
tot
een
zee
hadden
vereenigd,
en
de
invloed
der
getijden
uit
de
Noordzee
daarin
merkbaar
werd,
moest
die
kade
noodwendig
tot
dijk
worden
verzwaard
en
opgehoogd.
Wanneer
dit
heeft
plaats
gehad
is
niet
be
-
kend;
vast
staat
dat
inde
14e
eeuw
de
dijk
reeds
bestond.
Den
naam
Diemerdijk
kreeg
hij
niet
zoozeer
omdat
het
grootste
gedeelte
onder
Diemen
ligt,
als
wel
omdat
in
oude
tijden
het
toezicht
en
de
schouw
daarover
aan
de
Schepenen
van
Diemen
toekwam.
In
het
voorjaar
van
1422
vond
tijdens
een
hevigen
storm
een
groote
doorbraak
plaats
inden
dijk.
waardoor
het
Nieuwediep
ontstond,
het
water
dat
zich
nu
nog
uitstrekt
ter
weerszijden
van
de
sluis
in
het
Merwede
-
kanaal
te
Zeeburg.
Onderhoud
en
beneer
van
den
dijk
lieten
veel
te
wenschen
over.
Hierin
kwam
ver
-
betering
dooreen
uitspraak
vangraaf
Philips
van
1437
en
een
handvest
van
1440.
Dit
laatste
werd
gegeven
op
verzoek
van
de
stad
Amsterdam,
en
bepaalde
dat
voortaan
de
Baljuw
van
Amstelland
den
dijk
tweemaal
’s
jaars
zou
schouwen
met
de
Waarslieden,
w.o.
de
jongste
Burgemeester
van
Amsterdam.
Daar
de
ondervinaing
geleerd
had,
dat
een
aarden
dijk
niet
te
houden
was,
werd
over
-
gegaan
bij
Ypesloot
een
bolwerk
en
plating
van
hout
en
ijzer
te
maken,
zoowel
aan
de
binnen-
als
aan
de
buitenzijde
van
den
dijk.
Deze
voorziening
van
den
dijk
met
paalwerk
moest
inden
loop
der
eeuwen
steeds
worden
uitgebreid
en
in
het
begin
der
18e
eeuw
was
reeds
de
grootste
helft
met
palen
beslagen.
Talloos
zijnde
doorbraken
geweest
die
den
dijk
geteisterd
hebben
;
vooral
die
van
No
-
vember
1675
en
5
April
1702
staan
bijzonder
aangeteekend.
Een
nieuw
gevaar
deed
zich
in
1732
voor;
de
paalworm
vertoonde
zich
en
ineen
paar
jaren
was
het
grootste
gedeelte
van
de
palen
bij
den
grond
doorgeknaagd.
Alle
middelen
tot
bestrijding
of
wering
van
den
paalworm
bleken
onvoldoende
en
er
schoot
niets
anders
over
dan
het
gebruik
van
hout
tot
bescherming
van
den
dijk
te
laten
varen.
In
April
1735
besloten
Dijkgraaf
en
Hoogheemraden
den
dijk
aan
de
buitenzijde
glooiend
af
te
graven
en
met
steen
te
dekken
en
wel
van
het
huis
Zeeburg
af
tot
Muiden
toe.
Het
omvat
nu
een
totaal
van
24.400
H.A.
land,
die
geacht
worden
door
oen
zeedijk
beschermd
te
zijn
en
als
zoodanig
per
H.A.
een
zekere
som
(inde
laatste
jaren
ƒ
o.
10)
als
zeedijklasten
moeten
Uit
deze
opbrengst
en
uit
die
der
eigendommen
van
het
Hoogheemraadschap
worden
de
sommen
ontleend,
benoodigd
voor
het
onderhoud
van
den
zeedijk.
Verdeeld
in
9
districten
wordt
het
bestuurd
dooreen
Dijkgraaf
en
vier
Hoogheemraden,
die
door
de
Koningin
benoemd
worden
en
het
Dagelijksch
Bestuur
vormen,
en
negen
Waarslieden,
uit
elk
district
één.
Het
Bestuur
wordt
bijgestaan
dooreen
secretaris
en
een
penningmeester.
De
zetel
van
het
Bestuur
is
in
het
Gemeen
-
landshuis
op
den
dijk
nabij
Zeeburg,
vroeger
onder
Diemen,
nu,
na
de
grensregeling
van
26