Tekstweergave van GA-1916_MB003_00022
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
het
Monument
heeft
gestaan.
De
Nieuwe
Kerk
lag
evenals
de
Oude
aan
een
door
huizen
afgesloten
kerkhof,
terwijl
tusschen
Kal
vers
traat
en
Nieuwendijk,
in
de
rooilijn
dezer
straten,
de
stadhuisgebouwen
stonden.
Men
kan
zich
voorstellen
hoe
klein
het
marktplein
feitelijk
was,
waarop
bovendien
nog
een
waag
stond.
In
het
midden
der
16e
eeuw
werd
er
dan
ook
door
„den
vreemden'
man
en
anderen
alhier
met
zuvel
ende
andere
goeden
comende”,
reeds
luid
geklaagd
over
gebrek
aan
plaatsruimte.
Het
stadsbestuur
heeft
toen
tusschen
1548
en
1567
met
kloeken
zin
niet
minder
dan
vijftien
huizen
aan
den
Dam,
den
Nieuwendijk
en
het
Damrak
doen
afbreken,
en
de
rooilijn
van
de
noordzijde
van
het
plein
zoover
teruggebracht
als
wij
haar
nu
nog
zien.
In
1563
werd
tevens
de
eerste
steen
gelegd
voor
een
nieuw,
monumentaal
Waaggebouw,
ongeveer
op
de
hoogte,
waar
vroeger
de
Nieuwendijk
eindigde.
Door
deze
afbraak
was
de
westzijde
van
het
plein,
de
stadhuiskant,
aanzienlijk
verlengd.
Daar
stonden
nu
niet
enkel
meerde
drie
gebouwen,
waarin
de
stedelijke
overheid
haren
zetel
had
gevestigd
het
voormalige
Sint
Elisabethsgasthuis,
de
Vierschaaren
het
r
eigenlijke
Stadhuis
—,
maar
ook
de
reeks
huizen
tusschen
de
Vogelsteeg,
die
ten’noorden
van
het
Stadhuis
naar
den
N.Z.
Voorburgwal
liep,
en
de
N.Z.
Wijde
Kerksteeg,
die
naar
het
plein
der
Nieuwe
Kerk
voerde.
Toen
echter
in
1640
werd
besloten
tot
de
stichting
vaneen
nieuw
en
veel
grooter
stadhuis,
dat
tevens
niet
meer
inde
oude
rooilijn,
doch
geheel
achter
het
bestaande
zou
komen,
moesten
ook
deze
huizen
verdwijnen.
Het
waren,
van
de
Vogelsteeg
af,
De
Appelboom,
waar
de
boekhandelaar
Claes
Ley
woonde,
Weesp
of
de
Koning
van
Polen,
het
Botervat,
het
Schild
van
Frankrijk
de
herberg
van
Leonora
Mytens
—,
Graaf
Maurits,
Mozes,
De
Voorprins,
met
de
daarachter
gelegen
beroemde
herberg
De
Prins,
De
Bril
en
het
hoekhuis
van
de
Wijde
Kerksteeg.
Dit
negental
of,
zoo
men
De
Prins
dubbel
telt,
tiental
perceelen
kostte
de
stad
ruim
twee
ton.
Door
het
afbreken
dezer
huizen
kwam
de
Nieuwe
Kerk
aan
den
Dam
te
staan
en
ontstond
de
Mozes-
en
Aaronstraat.
De
beide
kerkhoven
aan
de
kerk
werden
nu
ontruimd,
en
omstreeks
1660
verrezen
de
hatelijke
„kasjes”,
die
voor
eenige
jaren,
dank
zij
de
mildheid
van
den
heer
Broekman,
zijn
verdwenen.
De
Plaetse
heeft
inden
loop
der
eeuwen
haar
karakter
als
marktplein
geheel
verloren.
Oorspronkelijk
stonden
er
heel
wat
stalletjes
en
kramen,
en
was
er
van
alles
te
koop.
Langzamerhand
werden
de
kooplui
echter
verdreven,
en
in
1669
werd
de
weekmarkt,
die
er
nog
was,
naar
de
Reguliers-
of
Botermarkt
verplaatst.
De
Waag
bleef
echter
bestaan,
met
de
eigenaardige
drukte
aan
het
wegen
der
koop
-
mansgoederen
verbonden,
totdat,
in
1808,
het
fraaie
gebouw
op
het
machtwoord
van
koning
Bodewijk
moest
vallen.
Het
voormalige
handelsgewoel
is
thans
ver
-
vangen
door
de
drukte
van
het
tram-verkeer.
Wie,
wat
hier
beknopt
werd
weergegeven,
uitvoeriger
en
gedocumenteerd
wil
lezen
verwijs
ik
naar
mijne
Topographische
Geschiedenis
van
den
Dam,
in
het
Zevende
Jaarboek
van
Amstelodamum,
blz.
99—196.
Joh.
C.
B.
LANGS
DEN
WEG
Dertiendag—Driekoningen.
Dat
nog
in
dit
jaar
trekbrieven
en
de
daarbij
behoorende
kronen
in
volksdrukken
gevent
en
onder
katholieken
hier
ter
stede
met
graagte
ge
-
kocht
zijn,
vertelt
L.
v.d.
Br.
in
de
Tijd
van
6
Januari.
„De
ventsters
’t
zijn
meest
Jor
-
daansvrouwen,
die
er
mee
rondloopen
komen
bij
de
Erven
G.
P.
A.
v.d.
Geer
Jr.
in
de
Egelantierstraat
17
haar
„boek”
koopen,
een
dubbel
stel
van
25
vellen
papier,
dat
20
centen
kost.
De
gerekte
galmtoon
waarmede
gevent
wordt
is
iets
karakteristieks”.
In
-
dertijd,
meer
dan
60
jaar
geleden
hield
de
luthersche
predikant
Schultz
Jacobi
een
lezing
over
dit
toen
reeds
tot
de
kinderwereld
afgedaald,
laat
ik
het
een
loterij-spelletje
noemen,
waarin
hij
een
typischen
overouden
nederlandschen
doodendans
herkende,
maar
14