Tekstweergave van GA-1916_MB003_00019

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM immers is het gezicht op de stad zoo merk - waardig als van hier. En heeft de moderne tijd overigens voor den wan Ir laar om Am - sterdam veel doen verloren gaan, hij heeft de profielen van de stad door zijn vele en velerlei nieuwe gebouwen, die de eigen - aardigste afwisseling van ouderwetsch en hypermodern hebben gebracht aancienlijk verrijkt. Wie zich een oogenblik aan de stadszijde in ’t gras neervlijt en zijn blik over den landelijken voorgrond laat heen - glijden, tot hij den buitenban! van Am - sterdam ontmoet, kan hier aardige topogra - fische studies maken en zichzelf op onder - houdende wijs examineeren omtrent zijn kennis van de stad en de ligging van haar gebouwen. Van het Stadion af tot de Zuider - gasfabriek aan den Amstel toe zal zijn oog minstens dertig torens en gebouwentoppen ontmoeten de vele bekende en minder herkenbare fabrieksschoorsteenen niet mee gerekend die waarlijk niet alle dadelijk, thuis te brengen zij 1. Een tooneel- of verre - kijker en een goede plattegrond van de stad zal hen daarbij onontbeerlijk blijken”. J. W. E. Willem Barentsz. Over de beteekenis van Willem Barentsz als cartograaf schrijft dr. C. P. Burger inde December-aflevering van Het Boek en toont aan welke plaats hij had naast en in samenwerking met Petrus Plancius. Zijn groote verdienste ligt inde erkenning der eischen, die aan dit soort arbeid gesteld moet worden en dat was, voor zoover het zeekaarten betreft, een uitvoerige carteering, die van de speciale beschrijving der kusten uitgaat. Die beginselen ontwik - kelde hij in zijn Beschrijving van de Middel - landsche Zee, de toevoegsels op de Spieghel van Waghenaar en de Poolkaarten, alle uit - gaven van Cornelis Claesz. hier op het Water (Damrak) in het einde der zestiende eeuw. J. W. E. Beleg van Amsterdam in 1650. De heer S. J. van Nooten gaf een levensbe - schrijving van Prins Willem II (’s-Gravenhage Martinus Nijhoff). Daarin wordt natuurlijk °ok, maar vrij beknopt, het beleg van Am - sterdam besproken. Wij vinden blz. 148 deze, voor discussie zeer vatbare uiteenzet - ting ; „Wanneer men hoort gewagen van den „aanslag” op Amsterdam, onder welken naam het gebeurde aldaar in Hooimaand 1650 alge - meen bekend is, dan zou men oppervlakkig nteenen met een oorlogshandeling te doen te hebben, een gewelddadige vermeestering, wel - licht ten koste van ettelijke dooden en gewon - den. Niets is minder juist dan dat. De toestand kon zoo niet blijven zooals hij was; er moest iets gedaan worden zou niet het land aan ver - warring ten prooi raken en de Prins had ' olmacht. Om het politiek verzet te breken achtte Z.H, verandering inde regeering van Amsterdam noodig, en om hiertoe te kunnen geraken, moest men van de orde en rust inde stad verzekerd zijn. Vandaar de voorgenomen inlegering van troepen, die echter niet openlijk kon geschieden, omdat de invloedrijkste regeeringspersonen, die hunnj positie niet ten onrechte bedreigd zouden wanen, zich daartegen vermoedelijk ten krachtigste zouden verzetten. Dat was alles. Geweld werd niet beoogd. Integendeel waren er door Z.H. bevelen gegeven, om de meeste zachtheid in achtte nemen’ H. B. Amsterdam in beeld. De door de firma J. H. de Bussy aan hare afnemers aangeboden maandkalender prijkt op het eerste blad met een gezicht op de Prinsengracht bij de Westermarkt naar een foto van A. Fa vier. Panorama geeft in zijn nummer van 6 December afbeeldingen van de Grimnesse - sluis en ’t Kolkje, naar etsen van D. Harting, en een tweetal plaatjes „Verdwijnend Am - sterdam” dat een panorama biedt, genomen vanaf het dak van de diamantslijperij Boaz op Uilenburg, en „Nieuw Amsterdam” waarop een gezicht op het in aanbouw zijnde magazijn van de firma Peek en Cloppenburg op den Dam. Een afbeelding van den „Toren met frontispiece (Damzijde) van het voormalig raadhuis, thans dienst doende als Koninklijk Paleis, te Amsterdam siert de eerste blad - zijde van Buiten van 27 November. D. S. De nieuwe palmenkas inden Hortus Botanicus te Amsterdam wordt door den heer Van L(aren) beschreven inde num - mers van 29 October, 26 November en 3 December van Onze Tuinen. Hij geeft aan de hand van den Gids voor bezoekers van den Hortus verschillende bijzonderheden over het gebouw en wat daarin te zien is; een en ander opgeluisterd door verschillende afbeeldingen naar fotografieën. D. S. Amsterdam niet meer het literair CENTRUM VAN NEDERLAND. In zijn in 1895 verschenen werk Literatuur en tooneel te Amsterdam inde zeventiende eeuw zeide prof. Kalfï: „in het literair leven van het toenmalig Nederland bekleedde Amsterdam ongeveer de plaats die Parijs nu in Frankrijk inneemt”. Deze zienswijze zou de schrijver, volgens de voorrede inden zooeven verschenen tweeden druk van dit werk, niet meer in dezen vorm willen handhaven. D. S. Luchtbal. In het jongste jaarboek 1914/15 van Die Haghe schrijft J. Smit over Achtliende-eeuwsche luchtvaartproeven in Den Haag. Aan het einde (p. 351) van zijn artikel schrijft hij iets over den eersten Nederlander die luchtreiziger was. Het was de manufac - turier en bontwerker Abraham Hopman uit Haarlem, die 29 September 1804 zijn eerste 11