Tekstweergave van GA-1916_MB003_00017
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
maar
deze
vertrouwde
de
moeilijke
taak
van
het
op
koper
graveeren
liefst
aan
een
Hollander
toe.
Er
tegenover
hing
een
Pas
-
caerte
van
Europa
te
Amsterdam
door
Hugo
Allardt
in
1670
op
perkament
gedrukt.
Ver
-
volgens
werd
ik
gebracht
voor
een
groote
kast
geheel
gevuld
met
oude
folianten,
waar
mij
op
het
eerste
gezicht
de
hollandsche
atlassen,
de
Blaeu's,
de
Janssoniussen,
de
Antorcha’s
de
la
Mar
tegen
schitterden.
Het
merkwaardigst
was,
dat
verscheidene
dezer
atlassen
een
spaanschen
tekst
hadden.
Deze
uitgaven
met
spaanschen
tekst
komen
in
ons
land
bijna
in
het
geheel
niet
voor.
Hier
waren
Blaeu
in
het
Spaansch,
Janssonius
in
het
Spaansch,
zelfs
de
zoo
zeldzame
Zee
-
atlas
van
Van
Alphen
van
1660
in
het
Spaansch,
de
verzameling
stedeplans
van
De
Fer
(een
fransche
verzameling)
te
Amsterdam
in
1700
uitgegeven
in
het
Spaansch,
onder
den
titel
van
Las
Fuercas
de
la
Europa.
„Inde
Bibliotheca
nacional,
waar
het
mij
gelukte
toegang
te
verkrijgen
tot
de
maga
-
zijnen,
stonden
de
oud-hollandsche
atlassen
op
rijen.
Ik
herkende
ze
al
op
een
afstand
aan
de
speciale
banden
in
verguld
perkament
die
overal
den
naam
dragen
van
„Hollandsche
banden”.
Besloten
wordt
dit
uitvoerige
verslag
met
een
inleiding
tot
de
studie
der
oud-neder
-
landsche
cartografie.
Over
allerlei
Amster
-
dammers
worden
hier
bijzonderheden
ver
-
teld.
die,
soms
wel
bekend,
toch
nergens
zoo
handig
en
beknopt
bijeen
te
vinden
zijn.
De
Blaeu’s,
de
Van
Keulen’s,
de
Colommen,
Loots,
Jannssonius,
Goos,
De
Graaff,
Claes
Jansz.
Visscher
(c.
1587
—c.
1650)
den
man
v
an
de
oorlogskaarten
en
den
boekdrukker
-
uitgever
Cornelis
Claesz,
in
wiens
hand
de
oudste
cartografie
voor
de
reizen
naar
Indië
geheel
berustte,
De
Wit,
Plancius,
kortom
veel
bekende
personen
worden
genoemd
en
nader
in
hun
waarde
en
verdiensten
geken
-
schetst
J.
W.
E.
Museum
de
Amstelkring.
De
Tijd
van
4
December
behelst
onder
den
titel
Slad
-
juweel
een
artikel
van
den
heer
J.
W.
Helmer
over
dit
Museum
aan
den
Oude
Zijds
Voor
-
burgwal
40
„het
oude
kerkje
uit
den
amster
-
damschen
geuzentijd,
dat
alleen
zijn
pendant
heeft
gehad
inde
oude
Posthoorn
aan
de
Brouwersgracht”,
waa-van
vóór
eenige
jaren
a
's
bet
ware
catalogiseerend
geschreven
is
door
Everard
Meynders
(E.
Minera)
en
door
ons
Bestuurslid
J.
F.
M.
Sterck.
„Het
oude
Haantje,
zooals
wij
het
vroeger
noemden,
is
ei
genlijk
een
familie-erfstuk
van
de
katholieke
Amsterdammers.
Toen
het
gebouw
voor
den
kerkdienst
werd
verlaten
en
vervangen
Werd
door
de
groote,
nieuwe
St.
Nicolaaskerk
nan
de
Prins
Hendrikkade,
werd
besloten
bet
in
stand
te
houden
en
aües
er
in
te
laten,
zooals
het
was
tijdens
den
dienst;
alleen
de
stoelen
werden
er
uit
verwijderd,
maarde
vastgetimmerde
banken
liet
men
zitten.
Het
is,
na
al
deze
jaren,
met
de
bijbehocrende
vertrekken
voor
pastorie,
sacristie
en
„berei
-
kamer”
intact
geb'even
met
al
zijn
hokjes
en
kastjes,
met
bet
oude
orgel,
het
altaar
en
het
vernuftig
prcekstoel-mechaniek,
met
zijn
gevlochten
biezematten
tegen
de
muren,
met
zijn
trapjes,
biechtkamers
en
kapelaans
-
verblijf,
zijn
geheimzinnige
uitbouwsels,
met
vensters
kijken
over
de
daken
van
het
schun
-
nige
buurtje
met
zijn
spookachtige
holen,
oude
aanrechtbanken
en
bedsteden”.
Het
gebouw
zelf
is
de
eigenlijke
merkwaardigheid
an
als
zoodanig
behoort
het
tot
de
grootste
bezienswaardigheden
van
Amsterdam.
Reeds
dadelijk
na
de
opheffing
van
het
kerkgebouw
als
zoodanig
bestemd
om
in
te
centraliseeren
alles
wat
op
het
oude
katholieke
Amsterdam
zou
te
verzamelen
zijn,
beschrijft
de
heer
Helmer
enkele
curiositeiten
o.a.
„een
uit
zilveren
platen
gesmede
doos
inden
vorm
vaneen
doodkist.
Schuift
men
het
deksel
weg,
dan
blijkt
daaronder
een
lepel
te
liggen
bovenop
een
tweede
afscheiding.
Verwijdert
men
die,
dan
ziet
men
twee
bakjes,
nog
ten
deele
gevuld
met
aarde
van
blauw-grijze
kleur.
Waartoe
heeft
de
doos
gediend?
Wel,
de
zaak
is
eenvoudig
genoeg.
Inden
geu
-
zentijd
konden
de
Katholieken
op
de
stads
-
kerkhoven
begraven
worden,
maar
daar
waren
er
genoeg,
die
inde
oude
hun
afge
-
nomen
kerken
wilden
rusten.
In
het
doosje
bevond
zich
nu
eenige
gewijde
aarde,
die
met
het
lepeltje
ongemerkt
over
de
kist
werd
gestrooid,
als
deze
op
een
ongewijde
plek
werd
bijgezet,
zoodat
de
overledene
dan
toch
onder
gewijde
aarde
was
begraven”.
En
onder
de
verdere
merkwaardige
bezittingen
van
dit
Museum
noem
ik
met
den
heer
Helmer
een
compleet
exemplaar
van
alle
Tijd]a.ax
-
gangen.
J.
W.
E.
De
vergaderzaal
in
het
Odeon.
Nu
de
religieuse
socialisten
sinds
Januari
elders
hun
Zondagmorgen-bijeenkomsten
houden
geeft
mevr.
C.
G.
de
Vos
inde
Blijde
Wereld
een
beschrijving
van
deze
zaal,
waar
zij
tot
dusver
vergaderden.
„Er
is
veel
leed
geleden
(als
de
lessenaar
plotseling
omviel
of
de
spreker
het
geheele
uur
verwachtte,
dat
de
katheder
het
niet
houden
zou),
maar
daar
er
geen
ongelukken
gebeurd
zijn,
kunnen
wij
nu
achterna
met
een
zekere
blijmoedigheid
aan
onze
Zondag
-
morgen-omgeving
terugdenken.
We
moesten
er
wel
altijd
een
van
allen
een
tijdje
van
te
voren
zijn
om
te
zorgen
dat
leege
bierglazen
de
trap
niet
versperden
en
de
plakkaten
:
„Nieuwste
Revue
van
Jan
en
Jack
!
Houdt
vast
wat
je
hebt”,
enz.
enz.
tijdig
werden
weggenomen
en
de
bestuurskamer
(waarin
het
tafelkleed
voor
een
onzer
sprekers
steeds
een
groote
bekoring
had
zoodat
het
er
zelfs
9