Tekstweergave van GA-1916_MB003_00015

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM ook, waarom de gulden mis in Holland ook was „Reizigers-mis” en „Schippers-mis” wordt ge - noemd. Degenen, die inde middeleeuwen, we - gens de toenmalige vrij gebrekkige verkeers - middelen het meest waren blootgesteld aan gevaren en ongelukken, waren de reizigers en vooral de zeevaarders (in het algemeen „schip - pers” genoemd). Het was dus geen wonder, dat juist zij bij voorkeur de gulden mis bij - woonden. In Amsterdam noemde men die mis ook de „Bergevaerders-misse” omdat er vanuit Amsterdam een drukke vaart op Bergen in Noorwegen bestond”. J. W. E. Joodsch kerkgezang. De heer Izak Prins schrijft over het amsterdamsche Gaz - zonoes in het Weekblad voor israëlitische huisgezinnen nrs. 41 en 43. In 1754 werd door Burgemeesteren verlof gegeven, dat een baszanger inde kerk zou worden toe - gelaten, wat sinds 1735/7 verboden was. De reden vaneen en ander is niet duidelijk, maar schijnt wel gelegen in het feit, dat op dat tijdstip drie gebroeders Davids zich aan den synagogalen eeredierst verbonden hadden, wier verdiensten van bijzondere qualiteiten geweest zijn. Honderd jaar later werd geklaagd over de wereldsche kerk - melodieën, ontleend aan opera’s van Mozart, Boieldieu, Meyerbeer en Rossini, terwijl ook de wijze van voordracht der liturgische gezangen niet zoodanig meer was als over - eenkwam met de door zeer enkele voor - gestane waardigheid van werkelijken kerk - zang. J. W. E. Volksnamen voor prijzen aan de groen - temarkt. In het Handelsblad van 30 October komt een interview voor met den aanstaanden directeur van het marktwezen, den heer C. H. Claassen. Deze deelt daarin de volgende volksnamen voor prijzen aan de groentemarkt mede: oortje = i| cent; plak = cent; bas = 5 ct; hondje, beestje=dub - beltje ; stooter = i2j ct; heitje=kwartje ; pietje = 32j ct. ; makke met den kanker= 35 ct. ; halve soof=halve gulden; pandje = ct. ; kimmelheitje = 75 ct. ; waterpot= ct. ; barendweef=Bs ct. ; gaai =90 ct. ; wian met de stok, soof=i gulden; twee zwaantjes=/ 1.10; halve zeeuw =f 1.30; lik me h. =/x.40 ; lammetje = daalder ; advo- 1.80; kroon =/ 2. ; knaak, groot stuk=rijksdaalder ; zeeuw=/ 2.60 ; halve rijer =/ 7. —; heele rijer f 14. —. Het is merk - waardig, dat nog zoovele oude muntwaarden aa n de markt voortleven, die reeds lang uit °ns muntstelsel zijn verdwenen. H. B. Quellinus. Ineen boekje Scülpteurs flamands ayant travaillé en Touraine au XV et au XVII siècle (Tours 1913, p. 14) doet Louis de Grandmaison enkele genealogische mededeelingen over den beeldhouwer Jean Quelin, gehuwd te Tours 29 Juli 1675. Hij was de zoon van Christophe Quelin, druk - ker, denkelijk drukkers-gezel te Antwerpen. Hoewel niet vastgesteld, is verwantschap met Aert Quellinus den vlaamschen beeldhouwer van het Paleis, a priori aan te nemen.. J.W. E. De toestand der arbeidersbevolking te Amsterdam na veertien maanden oor - log, wordt in De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland van 28 November besproken door den heer J. Douwes Jr. De schrijver wijst er op dat de menschen, die langdurend werkloos zijn en die zijn er in Amsterdam helaas duizenden zijn uitgearmd. In ’t begin van de crisis konden velen nog het tekort komende voor een deel bijpassen, kleeren en schoeisel waren niet direct noodig; maar nu zijn ze sinds maanden aangewezen te leven enkel van uitkeeringen, waar dan nog bijkomt, dat kleeren en schoeisel zijn opgesleten. De schrijver verwacht dat Regeering en particulie - ren alle krachten zullen inspannen om zooda - nige hulp te brengen, die verband houdt met den toestand van uitarming en ondervoeding, welke thans bij het overgroote deel reeds lang is ingetreden. Volgens hem zal de gelde - lijke ondersteuning moeten verhoogd worden, of, voor een deel kosteloos levensmiddelen beschikbaar worden gesteld. Daarvoor roept hij den steun in van alle burgers om met Regeering en Gemeente - bestuur hulp aan te bieden voordat die af - gedwongen wordt. D. S. De bruggen van Amsterdam. De heer W. A. de Graaff, civiel ingenieur, geeft in Eigen Haard van 11 en 18 December een artikel over onze amsterdamscbe bruggen dat vele belangrijke bijzonderheden bevat, en met een elftal fraaie foto’s is voorzien. Amsterdam is van oudsher de bruggenstad van ons land. Er zijn kruispunten van grachten, vanwaar men inde vier richtingen ongeveer een twintigtal bruggen kan zien. Ook buiten de landgrenzen vindt men waarschijnlijk geen stad, die zich met Amsterdam als brug - genstad kan meten. Het kapitaal inde am - sterdamsche bruggen gestoken is ver boven de tien millioen. De oudste bruggen liggen of lagen natuur - lijk over den Amstel inde oudste gedeelten der stad. De eerst gebouwde was hoogstwaar - schijnlijk de z.g. „Oude Brug” ; zij wordt voor het eerst vermeld in 1389. Op haar volgt de nog bestaande, natuurlijk in gewijzigden vorm, Nieuwe Brug, welke van ’t jaar 1400 ongeveer dateert. Langen tijd, en misschien ook thans nog, de aanzienlijkste brug der stad is de Amstelbrug, thans meer bekend onder den naam van Hoogesluis. Zij werd in 1662 gebouwd en had toen 35 gewelfde openingen, waarvan slechts de drie middelste tot doorvaart dienden. Omstreeks 1500 7