Tekstweergave van GA-1916_MB003_00014
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
de
nieuwe
Universiteit
van
Amsterdam
ver
-
bonden
als
lector
in
het
Sanskrit;
9
Mei
1888
werd
zijn
lectoraat
veranderd
ineen
buitengewoon
hoogleeraarsambt.
Slechts
kort
heeft
hij
dit
ambt
bekleed.
23
Maart
1889
aanvaardde
hij
te
Groningen
het
ambt
van
hoogleeraar
inde
latijnsche
taal
en
letter
-
kunde,
later
ook
in
het
Sanskrit.
Alleen
in
dit
laatste
vak
aanvaardde
hij
30
September
1903
te
Leiden
den
leerstoel
van
Kern.
Te
Leiden
is
hij
1
November
1913
gestorven.
Dr.
Faddegon
eindigt:
„En
zoo
leven
dan
in
mijn
herinnering
het
dichtst
bijeen:
de
droeve
gedachte
aan
zijn
heengaan,
en
de
bewondering
voor
de
kracht
en
blijheid,
waarmede
hij
en
als
vorscher
en
als
verkon
-
diger
de
wetenschap
diende”.
H.
B.
Antwerpen
en
Amsterdam.
Tegen
de
meening
dat
na
den
val
der
Scheldestad
-
(lsBs)
de
handel
zich
vandaar
naar
hier
zou
verplaatst
hebben
verzet
dr.
C.
P.
Burger
Jr.
zich
in
Het
Boek
van
15
Juni,
2io:„Dehol
-
landsche
cartografie
is
geene
dochter
van
de
zuid-nederlandsche,
evenmin
als
de
amster
-
damsche
handel
eerst
opgekomen
zou
zijn
door
den
ondergang
van
dien
van
Ant
-
werpen”.
J.
W.
E.
A.
L.
J.
Bouten.
In
Eigen
Haard
van
11
December
komt
een
afbeelding
voor
van
het
gedenkteeken
dat
ter
nagedachtenis
aan
A.
L.
J.
Bouten,
inleven
directeur
der
„tweede
vijfjarige”
aan
de
Roelof
Hartstraat
in
dat
schoolgebouw
is
aangebracht,
met
een
kort
bijschrift
van
den
leeraar
aan
die
school
dr.
Th.
van
der
Waerden.
Het
is
een
paneel
in
terra-cotta,
ontworpen
en
uitge
-
voerd
door
Willem
Brouwer,
en
toont
ons
een
man
op
rijpen
leeftijd,
die
een
knaapje
van
zijn
wijsheid
meedeelt.
Onder
het
paneel
wordt
even
gezegd
wiens
naam
aan
het
gedenkteeken
verbonden
is,
maar
naar
voren
komt
zijn
onuitgesproken
levensleus
„Leer
van
uw
vriend”.
D.
S.
Tot
heil
des
Volks.
Inde
Barndesteeg,
waar
de
Amsterdammers
jarenlang
gekend
hebben
de
episcopale
Zionskapel
en
’t
school
-
gebouw
van
de
Vereeniging
tot
Heil
des
Volks,
is
23
October
de
eerste
steen
gelegd
voor
een
nieuwe
school
dier
Vereeniging.
Door
den
heer
H.
J.
Bunjes,
voorzitter
der
Vereeniging,
werd
een
en
ander
verteld
over
de
geschiedenis
dier
Vereeniging.
Hij
vertelde
hoe
ds.
J.
de
Liefde,
bewogen
door
de
ellende
van
het
volk,
begon
met
zijn
zorgen
te
wijden
aan
het
geestelijk
heil
juist
van
het
volk,
door
het
houden
van
bijbellezingen
en
het
doen
van
anderen
geeste
-
lijken
arbeid.
Dit
werk
droeg
vrucht
en
uit
-
breiding
van
den
arbeid
bleek
noodig.
Toen
wist
ds.
De
Liefde
zich
de
hulp
te
verzekeren
van
belangstellenden
en
vrienden
en
in
1858
werd
door
hen
de
Veieeniging
gesticht,
die
haar
zetel
had
inde
Willemstraat.
Spoedig
echter
bleek
dat
één
plaats
niet
voldoende
was
en
in
1858
werd
daarom
een
huisje
ge
-
huurd
aan
de
Boomsloot,
om
ook
daar,
even
-
als
inde
Willemstraat
een
bewaarschool
te
stichten.
Maar
in
1864
bleek
de
school
te
klein
en
een
ander
huis
werd
gekocht,
even
-
eens
aan
de
Boomsloot.
In
1887
werd
ook
dit
huis
weer
te
klein
en
men
moest
omzien
naar
meerdere
ruimte.
Die
vond
men
aan
de
Barn
-
desteeg,
waar
juist
het
kerkje,
genaamd
Nazareth,
te
koop
kwam.
Het
kerkje
werd
gekocht,
en
vertimmerd.
Men
achtte
zich
den
koning
te
rijk,
en
thans,
na
28
jaar,
is
ook
dit
gebouw
te
klein
geworden,
zoodat
men
nu
de
episcopale
Zionskapel
erbij
heeft
aan
-
gekocht
om
op
het
terrein
der
beide
gebouwen
een
weer
grooter
gebouw
te
zetten.
J.
W.
E.
Amsterdamsch
a
cappella-koor.
In
het
vorige
nummer
schreef
ik
iets
over
het
sde
lustrum
van
dit
klein-koor.
Thans
heeft
de
directeur
Ant.
Averkamp
een
gedenkschrift
saamgesteld
over
de
afgeloopen
jaren
1890
—
1915.
Er
is
weinig
aanleiding
om
na
bet
ge
-
schrevene
nogmaals
de
loffelijke
werkzaam
-
heid
van
dit
koor
te
herdenken,
omdat
uit
den
aard
der
zaak
hetgeen
het
koor
heeft
uitgevoerd
geen
locale
beteekenis
beeft.
Niettemin
citeer
ik
één
zin
uit
den
tekst.
„Er
werd
naar
gestreefd,
belangrijke
vocale
muziek
uit
vervlogen
eeuwen
zoowel
als
uit
onzen
tegenwoordigen
tijd
uitte
voeren
op
eene
wijze
die
aan
hooge
artistieke
eischen
mocht
voldoen.
Daardoor,
zoo
meende
ik,
zou
de
belangstelling
worden
opgewekt
voor
toondichters,
die
men
anders
slechts
kon
kennen
uit
de
bordjes
van
straatnamen”.
Zou
dat
gelukt
zijn?
Ik
vrees.
J.
W.
E.
Bergersvaardersmis.
Indertijd
schreef
p.fr.
Bonaventura
Kruitwagen
O.
F.
M.
een
uitvoerige
studie
in
de
Katholiek
van
1906/7
over
de
gulden
mis,
eender
weinige
middel
-
eeuwsche
r.k.
volksdevoties,
waarvan
zoowel
België
als
Nederland
nog
een
gedeelte
hebben
bewaard.
In
de
Tijd
van
8
en
14
December
schrijft
hij
opnieuw
over
dit
onderwerp,
thans
in
populairen,
tevens
aanvullenden
vorm.
Het
is
een
mis,
welke
jaarlijks
op
den
Quatertemperwoensdag
van
den
Advent
des
morgens
inde
vroegte
met
veel
licht
en
met
groote
plechtigheid
wordt
gezongen,
in
1915
op
15
December.
Het
zou
te
uitvoerig
zijn
schrijver
te
volgen
in
zijn
historische
beschrijving
van
de
evo
-
lutie,
welke
deze
mis
in
haar
liturgie
en
in
haar
beteekenis
heeft
ondergaan,
en
b.v.
zijn
beschrijving
van
het
mysteriespel
omstreeks
1550
inde
Sint
Jacobskerk
te
Brugge
hier
weer
te
geven.
Het
blijkt
uit
zijn
studie,
dat
de
benaming
„gulden”
d.i.
voortreffelijke,
krachtige
mis
in
Nederland
eerder
dan
in
Bel
-
gië
in
gebruik
is
geweest.
„Nu
verklaart
zich
6