Tekstweergave van GA-1916_JB014_00160

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Het onderschrift vermeldt, dat het „Jm Durchzuge mit flüchtiger Feder Jn Amsteldam” geschreven werd. Het gedicht geeft tot verschillende vragen aanleiding. Was de dichter ook aangaande deze qualificatie is twijfel gewettigd - een Hollander of een Duitscher? Teekent hij, evenals de dichter van den Kokosboom 7. V. W. of staat er F. V. W.? Wat beteekent „lm Durchzuge" : op de doorreis of in het voorbijgaan? Omdat het gedicht misschien met de bovemaangevoerde quaestie samenhangt, ik persoonlijk echter tot het stellen vaneen conclusie geen vrijheid gevoel, geef ik, om aan belangstellenden een oordeel mogelijk te maken, het slot van het gedicht in photographische reproductie weer (vgl. p. 127). Misschien ook moet het gedicht in verband gebracht worden met Fr'aulein von Westohn 1 , die blijkbaar hier in Nederland inde Duitsche taal dichtte. Inden Haag vereerde Zesen haar op 26 Juli 1643, wanneer althans de twijfelachtige dateering juist is, een gedicht, waarin hij zegt: Frihs* und Hofland wunderts sehr, dasz ein weibes-bild so sünget, und di deutschen seiten zwünget; ja ich wundre mich vihlmehr, dasz izt unter fremden zungen unser hohcHdeutscb würd gesungen. Minder twijfelachtig dan Zesen’s verhouding tot Vondel is zijn literaire relatie met een Nederlandsche dichteres, de door Vondel herhaaldelijk be= zongen ~Nederlandsche Sappho, Caf/ianna Questievs. Het gedicht, dat Zesen aan haar wijdde, minder zangerig en door conventioneele phrases minder genietbaar dan het lied Aen een Amstelinneken, toont zijn vorderingen in het Nederlandsch. Aen de Deucht- en Konstrijkste voortreffelijk begaafde luffrouw Xuffrouw, CATHARINA QUESTIERS. I. IVlEestresse van Apolloos schatten Die in uw breyn plaght aan te vatten Al vroegh het moeyelijk bewint Van veler konsten kostlijkheden, 1 Dit is de opvatting van Gebhardt p. 40. 125